Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Medische terminologie - Anatomie en fysiologie

5 A5 Het bloed en de bloedbereidende organen

Jaar 1 (volwassenenonderwijs)

agglutinatie=het samenklonteren (van erytrocyten)
aggregatie=het samenklonteren (van bloedplaatjes)
albumine=bloedeiwit
antigeen=stof die vorming van antistoffen veroorzaakt
basofiel=zich kleurend met basische stof
bilirubine=galkleurstof
coagulum=stolsel
donor=iemand die bloed, weefsel, een orgaan of zaad afstaat ten behoeve van een ander
eosinofiel=zich kleurend met een zure stof
eosinofilie=een overmaat van eosinofiele cellen in het bloed
erytrocyt=rode bloedcel
erytroblast=kernhoudend voorstadium van een erytrocyt
fagocyt=cel, die vaste deeltjes kan opnemen
fagocytose=het in zich opnemen van vaste deeltjes of bacteriën door cellen
fibrine=geleiachtige stof, nodig voor de bloedstolling, ontstaan uit fibrinogeen
fibrinogeen=stollingseiwit in het bloed
globuline=bloedeiwit
granulocyt=wit bloedlichaampje met korrels in het protoplasma
hematocriet=het volume van bloedcellen als percentage van het totale bloedvolume
hematopoëse=bloedvorming, de aanmaak van bloedcellen
hemoglobine=rode bloedkleurstof
hemogram=telling van de verhouding van de verschillende soorten witte bloedcellen in het bloed
immunisatie=het onvatbaar maken
intravasaal=in de bloedvaten
leukocyt=witte bloedcel
leukocytose=verhoogd aantal leukocyten in het bloed
leukopenie=verlaagd aantal leukocyten in het bloed
lien=milt
lymfocyt=bepaald soort wit bloedlichaampje
megakaryocyt=moedercel van de trombocyten
myelum=merg, beenmerg
monocyt=bepaald soort wit bloedlichaampje
neutrofiel=zich kleurend met neutraal reagerende kleurstoffen
plasma=bloed waaruit de bloedcellen verwijderd zijn, bloedvloeistof
plasmacel=antistof vormende witte bloedcel
reconvalescentie=herstelfase na een ziekte
reconvalescent=de herstellende mens
reticulocyt=jonge erytrocyt, ontstaan uit erytroblast
rhesusantagonisme=verschil in rhesusfactor tussen moeder en ongeboren kind
serum=bloed zonder bloedcellen en zonder fibrinogeen, bloedeiwit
thrombus=bloedstolsel
trombine=enzym dat fibrinogeen omzet in fibrine
trombocyt=bloedplaatje
trombokinase=enzym, dat protrombine omzet in trombine
tromboplastine=enzym, dat protrombine omzet in trombine
vaccin=entstof met levend verzwakte of dode bacteriën of virussen

Ingezonden op 23-11-2015 - 4573x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 26-01-2016.
Waardering 9.4 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

Ik hoor het graag als er fouten in staan!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Medische terminologie - Anatomie en fysiologie

5 A5 Het bloed en de bloedbereidende organen