Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
boek ellen
› 1 alle woorden 1ste trim eng
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
boek ellen
, deel 1
1 alle woorden 1ste trim eng
Jaar 3
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
an achievement = een succes a challenge = een uitdaging a championship = een kampioenschap a competition = een wedstrijd a dormitory = een slaapzaal an entry = een stukje a pair of glasses = een bril a pair of goggles = een zwembril een veiligheidsbril een lasbril a host = een gaststad a journey = een reis logic = logica a magnifying glass = een vergrootglas a mat = een gymmat a purpose = een doel a registration = een registratie a strength = een sterkte trivia = weetjes a variety = een waaier aan; een verscheidenheid a weakness = een zwakte youth = jongeren to achieve = behalen to admit = toelaten to arrange = schikken to compete = wedijveren to drill = oefenen to drop in = binnenvallen;langskomen to encourage = aanmoedigen to finish = eindigen to introduce = voorstellen to knock = kloppen to rate = beoordelen to register = inschrijven to settle in = intrekken to shoot = basketbal spelen to tease = plagen to train = trainen active = actief amusing = amusant brilliant = schitterend challenging = een uitdaging vormend; uitdagend comic = komisch common = gemeenschappelijk competitive = competitief current = huidig different = verschillend native = oorspronkelijk non-native = niet-oorspronkelijk pleasant = aangenaam portable = draagbaar risky = riskant similar = gelijkaardig thrilling = spannend unique = uniek various = verscheiden to kick box= kick boxen als activiteit kick boxer= persoon die kick boxt a ring=plaats waar ze kick boxen to collect= verzamelen stamps=postzegels butterflies=vlinders a collzctor=een persoon die verzamelt to construct=bouwen to build=bouwen built=gebouwd a builder=persoon die bouwt to dive=duiken dived=gedoken dove=dook a diver=iemand die duikt to garden=tuinieren a gardener=een tuinier to paint=schilderen a painter=iemand die schildert a studio=plaats waar je schildert a roller skate=roller skaten a roller skater=een roller skater a park=een park to play a musical instrument=een muziek instrument spelen a musican=een muzikant a stage=plaats waar men toneel speelt to play cricket=cricket spelen a cricket player=iemand die cricket speelt a pitch=plaats waar men cricket to play field hockey=veld hockeyen a field hockey player=een veld hockey speler a field=plaats waar men hockey speelt to play ice hockey=ijs hockey spelen an ice hockey player=iemand die ijshockey speelt a rink=plaats waar men hockey speelt to play baseball=baseballen a baseball player=een baseball speler a stadium=plaats waar men basebalt 'station' to play softball=softballen a softball player=iemand die softbal speelt to play tennis=tennisen a tennis player=een tenniser a tennis court=een tennis veld to do figure skating=kunstschaatsen a figure skater=een kuntsschaatster did=deed done=gedaan bring=brengen buy=kopen fight=vechten seek=zoeken think=denken cach=vangen teach=aanleren bet=wedden bid=bieden broadcast=uitzenden burst=barsten cost=kosten cut=snijden fit=aanpassen hit=raken hurt=pijn doen let=laten put=zetten set=plaatsen shut=sluiten spread=verspreiden quit=ophouden break=breken choose=kiezen freeze=bevriezen speak=spreken steal=stelen awake=wakker worden wake=ontwaken rise=opstaan ride=rijden drive=rijden write=schrijven bite=bijten hide=verbergen eat=eten give=geven forgive=vergeven forbid=verbieden forget=vergeten get=krijgen shake=schudden take=nemen see=zien beat=slaan fall=vallen lie=liggen bear=dragen swear=zweren tear=scheuren wear=dragen blow=blazen grow=groeien know=weten throw=gooien fly=vlishow=tonen mow=maaien sew=naaien shine=poetsen shine=schijnen dig=graven stick=vastzitten spin=ronddraaien sting=steken strike=slaan swing=zwaaien hang (a man)=ophangen hang(picture)=ophangen slide=schuiven light=aansteken shoot=schieten bind=binden find=vinden wind=winden bleed=bloeden feed=voeden flee=vluchten lead=leiden speed=snellen begin=beginnen drink=drinken ring=bellen shrink=krimpen sing=zingen sink=zinken spring=ontstaan swim=zwemmen come=komen become=worden run=lopen am=zijn is=zijn are=zijn go=gaan dive=duiken do=doen hold=houden stand=verdragen understand=verstaan sit=zitten win=winnen an arrival=een aankommst a battery=een batterij batteries=baterijen a bracelet=een armband a charger=een oplader a departure=een vertrek an embarrassment=een vernedering excitement=opwinding a gift=een geschenk an iPod=een iPod a mess=een warboel a mobile Phone=een gsm a nanny=een kinderjuf nannies=kinderjuffen a necklace=een ketting a sneaker=een sportschoen a snowboard=een snoowboard a website=een website to argue=bekvechten to attack=aanvallen to call up=opbellen to chase=najagen to complain=klagen to enter=binnengaan to escape=ontsnappen to expect=verwachten to explain=uitleggen to feel weird=zich raar voelen to get bored=zich beginnen vervelen to get up=opstaan to grab=grijpen to hang out=rondhangen,omgaan met to hide=verbergen to interrupt=onderbreken to invade=binnenvallen to lock=sluiten to make friends with somebody=vrienden worden to make fun of somebody=iemand belachelijk maken to pretend=doen alsof to rescue=redden to set off=vertrekken to share something with somebody=iets met iemnd delen too snatch=met geweld grijpen to sneak into=binnensluipen to surround=omsingeld annoying=vervelend awful=verschrikkelijk gigantic=reuzegroot hollow=hol tremendous=schitterend dancing=dansen playing basketball=basketbal spelen surfing=surfen playing football=voetbal spelen horse riding=paard rijden performing drama=tonneel spelen cheerleading=cheerlieden rowing=roeien reading=lezen going out with friends=uitgaan met vrienden watching fills=films kijken playing computer games=computer spelletjes spelen chatting=chatten swimming=zwemmen fencing=(sport )schermen listenning to music=muziek luisteren fishing=vissen lose=verliezenegen draw=tekenen,trekken to do martial arts 'karate,judo'=gevecht sport 'karate,judo' mats=matten doet men gevecht sport op to do athletics=atletiek an athlete=een atleet a track=een piste to play golf=golven a golfer=een golver bend=buigen build=bouwen lend=uitlenen send=sturen spend=uitgeven have=hebben make=maken learn=leren burn=branden dwell=wonen smell=ruiken spell=spellen spill=verspillen spoil=bederven lay=leggen pay=betalen say=zeggen breed=kweken creep=kruipen feel=voelen keep=behouden kneel=knielen meet=ontmoeten sleep=slapen sweep=vegen weep=wenen leave=verlaten deal=onderhandelen dream=dromen lean=leunen leap=verspringen mean=betekenen read=lezen hear=horen sell=verkopen tell=vertellen a golf course=een golf baan
Ingezonden op 23-11-2015 - 1832x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!