Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
6EC-MT/LA-MT
› 1 Articulateurs + L'expression du but/de la cause
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
6EC-MT/LA-MT
1 Articulateurs + L'expression du but/de la cause
Jaar 6 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
D'abord... puis/ensuite/enfin = Ten eerste... hierna/vervolgens/uiteindelijk (Articulateur pour énumérer) En premier lieu..., en deuxième lieu = Op de eerste plaats..., op de tweede plaats (Articulateur pour énumérer) Premièrement..., deuxièmement = Ten eerste..., ten tweede (Articulateur pour énumérer) D'une part..., d'autre part = Enerzijds..., anderzijds (Articulateur pour énumérer) À première vue..., mais à bien considérer les choses = Op eerste zicht..., bij nader inzicht (Artciulateur pour énumérer) Non seulement..., mais aussi/mais en outre = Niet alleen..., maar ook (Articulateur pour énumérer) De plus/en outre/de surcroît = Daarenboven, bovendien (3 Articulateurs pour énumérer) Soit... soit... = Of.. of... (Articulateur pour énumérer) Pour commencer = Om te beginnen (Articulateur pour introduire/commencer) D'abord = Ten eerste (Articulateur pour introduire/commencer) Tout d'abord = Allereerst (Articulateur pour introduire/commencer) Par exemple = Bijvoorbeeld (Articulateur pour donner un exemple) En guise d'exemple = Als voorbeeld (Articulateur pour donner un exemple) Quant à/À propos de/Au sujet de = Wat betreft (Articulateurs pour attirer l'attention sur un exemple) À cet égard = In dat opzicht (Articulateur pour attirer l'attention sur un exemple) En ce qui concerne = Met betrekking tot (Articulateur pour attirer l'attention sur un exemple) En effet = Inderdaad (Articulateur pour expliquer) Car = Want (Articulateur pour expliquer) C'est-à-dire = Het is om te zeggen (Articulateur pour expliquer) Étant donné que/puisque = Aangezien, vermits (2 Articulateurs pour expliquer) Toutefois = Echter (Articulateur pour émettre des réserves) Cependant/Pourtant = Nochtans (2 Articulateurs pour émettre des réserves) Néanmoins = Desalniettemin (Articulateur pour émettre des réserves) Or = Welnu (Articulateur pour émettre des réserves) C'est pourquoi = Het is daarom dat (Articulateur pour expliquer les conséquences) Par conséquent = Daarom (Articulateur pour expliquer les conséquences) Pour toutes ces raisons = Omwille van die redenen (Articulateur pour expliquer les conséquences) Contrairement à = In tegenstelling tot (Articulateur pour introduire une opposition) En revanche/au contraire = Daarentegen (2 Articulateurs pour introduire une opposition) Mais = Maar (Articulateur pour introduire une opposition) Donc = Dus (Articulateur pour conclure) Pour conclure = Om af te sluiten (Articulateur pour conclure) Finalement = Ten laatste (Articulateur pour conclure) En définitive = Uiteindelijk (Articulateur pour conclure) En guise de conclusion = Als conclusie (Articulateur pour conclure) Bref = Kortom (Articulateur pour résumer) Au fond = In feit (Articulateur pour résumer) Tout compte fait = Alles bij elkaar (Articulateur pour résumer) Ce n'est pas que = Het is niet dat (L'expression de la cause + Subj.) Non que = Niet dat (L'expression de la cause + Subj.) Parce que = Omdat (L'expression de la cause + Ind.) Car = Want (L'expression de la cause + Ind.) Comme = Als, zoals (L'expression de la cause + Ind.) Puisque/étant donné que/vu que = Aangezien (3 expressions de la cause + Ind.) Par = Door (L'expression de la cause + Subst.) Grâce à = Dankzij (L'expression de la cause + Subst.) À cause de = Vanwege (L'expression de la cause + Subst.) En raison de = Wegens (L'expression de la cause + Subst.) Pour = Voor (L'expression de la cause + inf. (passé)) Pour que = Zodat (L'expression du but + Subj.) Afin que = Opdat/zodat (L'expression du but + Subj.) Que = Dat (L'expression du but + Subj. (après impératif)) De peur que/de crainte que = Uit vrees dat (2 expressions du but + Subj.) Pour = Voor (L'expression du but + inf.) Afin de = Zodat, teneinde (L'expression du but + inf.) Dans le but de = Met het oog op (L'expression du but + inf.) De peur de/de crainte de = Uit angst voor/uit angst dat (2 expressions du but + inf.) Pour = Voor (L'expression du but + Subst.) En vue de = Voor, met het oog op (L'expression du but + Subst.)
Ingezonden op 25-11-2015 - 698x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
28-11-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!