Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
uitleg met klasse
› 1 woordjes trevianum
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
uitleg met klasse
1 woordjes trevianum
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
According to= volgens With respect to =volgens Attitude= houding available =beschikbaar characterise= typeren characteristic =eigenschap concern= betreffen, gaan over develop =ontwikkelen development =ontwikkeling due to= als gevolg van evidence =bewijs fear =angst generally= in het algemeen How does …? =Hoe verhoudt … zich tot …? Relate to….?= Hoe verhoudt … zich tot …? It describes =Het beschrijft How does …? =Het geeft een verklaring voor It provides a contrast= Het is in tegenstelling met … It continues the line of thought =Het gaat door op de ideeën van it criticizes ..= Het bekritiseert It explains..= Het verklaart, legt uit … It adds weight to …= Het maakt … belangrijker. Image =Beeld in connection with= In verband met indifferent= onverschillig indignant= verontwaardigd indignation =verontwaardiging issue =onderwerp, kwestie main= voornaamste measures =maatregelen ordinary =gewoon,doorsnee outdated =verouderd, uit de tijd Purpose= doel regard= aandacht, achting remarkable =opmerkelijk The stand taken =Het standpunt dat wordt ingenomen The writer's present stance =Het huidige standpunt van de schrijver Accuse =beschuldigen Acknowledge =erkennen agree= Het eens zijn, instemmen met aim= richten op (doel) approach= benaderen assert =stellen, vaststellen assume= aannemen, veronderstellen be inclined to =geneigd zijn om believe= geloven calculate =berekenen cause= veroorzaken compare =vergelijken concede =toegeven confirm =bevestigen contain= bevatten contradict= tegenspreken contribute= bijdragen convince= overtuigen counterbalance =Een tegenwicht vormen defend= verdedigen demand= eisen deny (denied)= ontkennen niet geven do justice to= recht doen aan enable to =in staat stellen tot/om … entail =inhouden, met zich meebrengen exceed =overtreffen ignore= negeren, niet weten ignorance= ontwetendheid imply =suggereren impress =indruk maken op include= inhouden to judge from= te oordelen naar mock =(be)spotten oppose =tegen iets zijn opponent =tegenstander prevent= voorkómen provide something =iets bieden, iets geven qualify= beschouwen, indelen, kenmerken recognize =erkennen, herkennen refuse= weigeren remain= blijven, niet veranderen replace =vervangen resemble =lijken op reveal= tonen, laten zien seem= lijken, schijnen state= vaststellen tend =ertoe neigen om underline =onderstrepen, benadrukken warn =waarschuwen unwillingness= onwil What accounts for= Wat is de oorzaak van …? What function is par. X meant to serve? =Wat is het doel van alinea/paragraaf X? add= toevoegen illustrate= voorbeelden geven van provide examples of =voorbeelden geven van summarise= samenvatten warn against= waarschuwen show that =laten zien stress that= benadrukken concede= toegeven highlight= De nadruk leggen op tone down= afzwakken emphasise =benadrukken What is in line with ….? =Wat is in overeenstemming met …? What is made clear about …? =Wat wordt er duidelijk gemaakt over …? counter- =contra, tegen, niet … counter argument =tegen-argument counterbalance= tegenwicht counter-productive =contraproductief/averechts werkend appal= afkeer opwekken appalling= afschuwelijk difference= verschil error =fout erroneously= bij vergissing false =onterecht, onwaar flaw= minpunt, fout inferior =minder waard dan loss =verlies Ruthless =meedogenloos Threat= bedreigen Treat= behandelen unfortunately =jammer genoeg, helaas affect =beïnvloeden avoid= vermijden belittle= kleineren, verkleinen blame= de schuld geven complain =klagen decline= afnemen decrease =verminderen destroy =vernielen diminish =verminderen disappoint= teleurstellen disapprove =afkeuren, niet eens zijn met discourage= ontmoedigen drop= laten vallen, dalen exaggerate= overdrijven fail= falen failure =mislukking fall= vallen, dalen harm= schaden harmful =schadelijk lack =ontbreken, missen It lacks originality.= Het mist originaliteit object to= bezwaar maken tegen reduce =verminderen refrain from= afzien van regret= betreuren, spijt hebben undermine =ondermijnen underrate= onderschatten unlikely =onwaarschijnlijk It is unlikely to ...= Het zal waarschijnlijk niet … Vulgar =vulgair, ordinair advantage= voordeel genuine= echt, authentiek superior= meer waard dan Fortunately =gelukkigerwijs appeal to= aantrekken, aanspreken approve =goedkeuren benefit =voordeel hebben van, profiteren van encourage= aanmoedigen enhance= versterken gain =winnen, improve =verbeteren improvement= verbetering increase =vergroten profit= winst maken, profiteren prosper= Het financieel goed doen, welvarend zijn prosperity =welvaart prosperous= welvarend raise= vergroten, verhogen rise= toenemen rising =toenemend, stijgend strengthen= versterken strength= het sterke punt, kracht ruthless= meedogenloos flawless= foutloos useless= nutteloos effortless =zonder moeite, inspanning available= beschikbaar regrettable= betreurenswaardig readable= leesbaar profitable= winstgevend
Ingezonden op 29-11-2015 - 704x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!