Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Conversation française
› 3 Conversation 3 leçon 09a
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Conversation française
, deel 3
3 Conversation 3 leçon 09a
Jaar 8 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Une livre égale 500 grammes = Een pond is 500 gram Ces gens-là étaient très gentils = Die mensen waren erg aardig Elle l’avais déjà appelé; Elle lui avait déjà téléphoné = Zij had hem al gebeld Tu l’a vue? = Zag je haar? Vous avez été malade mais, demain, vous allez reprendre votre travail = U bent ziek geweest, maar morgen gaat u uw werk hervatten Dans un mois, nous serons en Autriche = Over een maand zitten we in Oostenrijk Elle est mère de quatre enfants, alors qu’elle n’a que trente ans; Elle est la mère de quatre enfants, alors qu’elle n’a que trente ans = Zij is moeder van vier kinderen, terwijl ze pas dertig is Il venait de rentrer quand les invités sont arrivés = Hij was er net toen de gasten arriveerden Tiens, nous allions justement vous téléphoner; Tiens, nous allions justement vous appeler = Hé, we gingen jullie juist bellen Allez, dites la vérité = Kom op, spreek de waarheid Elle devait partir en vacances, mais elle a réalisé qu’elle n’avait pas un radis; Elle devait partir en vacances, mais elle a réalisé qu’elle n’avait pas un rond; Elle devait partir en vacances, mais elle a réalisé qu’elle n’avait pas un kopek = Ze zou op vakantie gaan, maar toen besefte ze dat ze geen cent te makken had Ça t’est déjà arrivé ? = Is zoiets je ooit overkomen? Autrefois, papa fumait la pipe et maman s’occupait du ménage = Vroeger rookte pap een pijp en mam was bezig met het huishouden Maintenant, maman fume un joint et papa fait la vaisselle = Nu rookt mam een joint en doet pap de afwas Les temps changent = Tijden veranderen Faisons les choses sérieuses sérieusement sans nous prendre aux sérieux = Laten we serieuze zaken serieus aanpakken zonder onszelf au sérieux te nemen Vous avez une grosse voiture rapide, qui consomme beaucoup d’essence = U heeft een grote en snelle auto, die veel benzine verbruikt Viens, et qu’ça saute! = Kom, en snel een beetje! Non mais ! Pour qui tu me prends ? = Nou zeg! Voor wie zie je me aan? Pour qui tu te prends ?; Pour qui vous vous prenez ? = Wie denk je wel dat je bent! Tu ne t’étais pas encore changé qu’elle est entrée furieuse = Jij had je nog niet omgekleed of zij kwam woedend binnen Qu’est-ce que tu veux manger ? De la viande ou du poisson ? Végétarien, peut-être? = Wat wil je eten? Vlees of vis? Vegetarisch misschien? Si seulement tu voulais faire de ton mieux !; Si seulement tu voulais faire tout ton possible ! = Als je je best maar wilde doen. Tu le voudrais vraiment ? = Zou je dat echt willen? Dieu nous garde ! = God beware ons. Ils faisaient toujours ce qu’ils pouvaient pour aider tout le monde = Zij deden altijd wat ze konden om iedereen te helpen Pendant notre conversation téléphonique, il a promis qu’à Noël il passerait avec toute la famille; Pendant notre conversation au téléphone, il a promis qu’à Noël il passerait avec toute la famille = Tijdens ons telefoongesprek beloofde hij dat hij met Kerst met de hele familie langs zou komen Tu es sûr ? = Weet je het zeker? Puisque je te le dis ! De plus, je pense que, de temps en temps, nous devons lui manquer = Ik zeg het je toch. Bovendien denk ik dat hij ons af en toe wel zal missen Tu doutes qu’ils viennent vraiment = Je betwijfelt het of ze echt gaan komen Tu pars par le train de onze heures = Jij vertrekt met de trein van elf uur Qu’est-ce que tu as fait dimanche dernier ? = Wat heb je afgelopen zondag gedaan? Mon mari, ma fille et moi nous avons assisté à une conférence de Maarten van Rossem = Mijn man, mijn dochter en ik hebben een lezing van Maarten van Rossem bijgewoond Il y avait beaucoup de monde ? = Was het druk? Oh oui, énormément = Behoorlijk ja. Tu as déjà fait ça ? Non, jamais = Heb je dat weleens gedaan? Nog nooit. Explique un peu ce qu’une telle réunion a d’intéressant = Leg eens uit wat er zo interessant is aan zo’n bijeenkomst Je vous le conseille vivement; C’est à ne pas manquer = Het is een aanrader. Si j’étais riche, dit cet homme tout le temps = Was ik maar rijk, roept die man altijd Tu aurais dû le dire plus tôt, tu ne serais pas dans la panade; Tu aurais dû le dire plus tôt, tu ne serais pas dans le pétrin = Had je dat maar eerder gezegd, dan zat je nu niet in de puree; Had je dat maar eerder gezegd, dan zat je nu niet in de penarie {ook : Si seulement tu l’avais dit plus tôt, tu ne serais pas etc.}
Ingezonden op 29-11-2015 - 491x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Corrigé pas Fatima Beddar
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!