Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
irene
› 1 engels woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
irene
1 engels woordjes
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
abusive = verkeerd, corrupt competitive = prestatiegericht jump the queue = voordringen considerate = attent envious = jaloers, afgunstig grudgingly = met tegenzin limelight = schijnwerpers linger = voortduren pang = steek, scheut plagiarize = plagiaat plegen preoccupied with = in beslag genomen zijn quest = zoektocht remorse = wroeging resentful = wrokkig sacrifice = opofferen strive = streven vengeful = wraakzuchtig willing = bereid; bereidwillig barrage = spervuur breed = soort; type cautious = voorzichtig certification = diploma university degree = graad; titel distraction = afleiding dedicate = toewijden aan; wijden aan entrepreneur = ondernemer ferocious = woest fluffy = donzig; pluizig goofy = mal, belachelijk hazardous = gevaarlijk inherent = intrinsiek lure in = binnenlokken; lokken menacing = dreigend moist = vochtig objective = doel predictable = voorspelbaar pursuit = achtervolging; het najagen ravaging = verwoestend recreational = ontspannings- severe weather = barre weersomstandigheden stunning = verbluffend twister = wervelstorm wreak havoc = vernieling aanrichten all-consuming = alles overheersend analogy = vergelijking bias = vooroordeel boardroom = directiekamer chief executive = algemeen directeur crawl = kruipen demands = claims; aanspraken equality = gelijkheid expectation = verwachting incidental = bijkomstig inflexibility = onbuigzaamheid maternity leave = zwangerschapsverlof mired in = besmeurd door profession = beroep prospect = vooruitzicht snail = slak turnover = omzet voluntary sector = vrijwillige sector anxiety = bezorgdheid capacity = vermogen, aanleg demand = eis magnify = uitvergroten overflow = overstromen predicament = hachelijke situatie respond = antwoorden undeniable = onbetwistbaar unfavourable = ongunstig alluring = aanlokkelijk anatomical = anatomisch apparent = ogenschijnlijk aspire to = streven naar blemish = onvolkomenheid condemn = veroordelen disorder = stoornis distorted = vervormde estimate = schatting masculinity = mannelijkheid portrayal = portrettering unachievable = onbereikbaar administration = bestuur, regering artefact = kunstvoorwerp capital = kapitaal density = dichtheid divest of = ontdoen van entity = entiteit, eenheid offshore = buitenlands retain = vasthouden siege = beleg; blokkade; belegering stark = grimmig, verlaten uninhabitable = onbewoonbaar chair = leiden, voorzitten chairman = voorzitter clarification = uitleg debate = debat declare = uitroepen tot excess = overtollig health care = gezondheidszorg interrupt = onderbreken offend = beledigen politics = politiek tackle = aanpakken tax = belasting heffen op unemployment benefit = werkloosheids-uitkering vote = stem appropriate = geschikt ensure = garanderen lasting = blijvend manifesto = manifest persuade = overtuigen reflection = weerspiegeling setback = tegenslag society = maatschappij stand out = opvallen take into account = rekening houden met A directions = aanwijzingen negotiate = onderhandelen on behalf of = namens representative = vertegenwoordiger scenery = decor sequence = opeenvolging, volgorde B administrator = beheerder apply = toepassen availability = beschikbaarheid content = inhoud edit = bewerken familiar = op de hoogte van formal = formeel gain = winnen interface = verbinding; raakvlak lend itself to = zich lenen tot partly = deels policy = beleid practice = praktijk, gebruik public = openbaar wide range of = grote verscheidenheid scholar = geleerde; student source = bron state = verklaren, stellen ultimate = uiteindelijk vast = enorm (groot) approach = nadering blank = leeg brake = rem delay = vertraging devote = schenken engineer = technicus exhaust = uitlaat extract = uittrekken, verwijderen flammable = ontvlambaar fuel = brandstof gear = versnelling hose = slang invaluable = onschatbaar jack = krik judgement = beoordeling lap = ronde movement = beweging precaution = voorzorgsmaatregel progression = vooruitgang replace = vervangen resume = doorgaan met tyre = band waste = vespillen C cancel = annuleren canister = vat claim = vordering, declaratie compromise = in opspraak brengen contractor = aannemer conveyor belt = transportband device = apparaat distribution = verdeling hold = ruim link = schakel mislay = zoekmaken quote = citeren reclaim = terugvorderen regulation = reglement, verordening reunite = herenigen senior = hooggeplaatst shift = dienst shortage = tekort storage = opslag sufficient = voldoende tag = label transfer = overstap visibly = zichtbaar ancient = oud appointment = benoeming Commonwealth = Britse Gemenebest conduct = gedrag contemporary = hedendaags, modern Court = koninklijk hof display = tonen, exposeren domestic = huishoudelijk estate = goed, bezit gallery = galerij, museum maintenance = onderhoud poet = dichter predict = voorspellen purse = portemonnee, geldbuidel residence = (ambts-)woning scientific = wetenschappelijk splendour = pracht en praal spokesman = woordvoerder topic = onderwerp D chisel = beitel confiscate = in beslag nemen define = definiƫren embody = belichamen, omvatten enable = in staat stellen explorer = ontdekkingsreiziger fierce = fel generally = gewoonlijk indigenous = oorspronkelijk lament = klaaglied, treurzang narrative = verhalend native language = moedertaal puncture = doorboren, inprikken recital = (muzikale) voordracht sacred = heilig spiritual = geestelijk, religieus treaty = verdrag E bill = rekening file a complaint = een klacht indienen ordeal = beproeving polite = beleefd respond = reageren whine = zeuren F distressed = bedroefd, overstuur expectations = verwachtingen hesitate = twijfelen, aarzelen in advance = vooraf, vooruit query = vraag receipt = bon satisfactorily = naar tevredenheid
Ingezonden op 29-11-2015 - 889x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!