Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans Anna
› 2 voc 2.1 2.2 2.3 2.4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans Anna
, deel 2
2 voc 2.1 2.2 2.3 2.4
Jaar 1 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
lundi = maandag mardi = dinsdag mercredi = woensdag jeudi = donderdag vendredi = vrijdag samedi = zaterdag dimanche = zondag ouvert = open fermé = gesloten l'adulte = de volwassene l'enfant = het kind la blague = de grap la BD = de strip je voudrais = ik zou graag willen bien sûr = natuurlijk combien = hoeveel tiens = alsjeblieft (als je iets geeft) attention! = pas op! payer = betalen parler = spreken;praten rencontrer = ontmoeten vinden = trouver zoeken = chercher kijken (naar) = regarder spreken, praten = parles wonen = habiter werken = travailler houden van;leuk vinden = aimer dol zijn op = adorer het winkelcentrum = le centre commercial de winkel = le magasin de bakkerij = la boulangerie het zwembad = la piscine de supermarkt = le supermarché de bioscoop = le cinéma open = ouvert gesloten = fermé waar = oú tegenover = en face de voor (van plaats) = devant links = à gauche rechts = à droite rechtdoor = tout droit ver = loin dicht bij = prés de (+ zn) in, naar = à de stad = la ville het dorp = le village het centrum van de stad = le centre-ville het huis = la maison het appartement, de flat = l'appartement de slaapkamer = la chambre de keuken = la cuisine maandag = lundi dinsdag = mardi woensdag = mercredi donderdag = jeudi vrijdag = vendredi zaterdag = samedi zondag = dimanche hoeveel = combien alstublieft (als je iets vraagt) = s'il vous plaît alstublieft (als je iets geeft) = voilá, voici goed = bien oké = d'accord klein = petit(e) mooi = beau, belle la cousine = de nicht;het nichtje le cousin = de neef aujourd'hui = vandaag s'il vous plaît = alstublieft {als je iets vraagt} merci = bedankt chercher = zoeken trouver = vinden regarder = kijken; kijken naar où = waar le centre commercial = het winkelcentrum la boulangerie = de bakkerij la piscine = het zwembad le supermarché = de supermarkt bien = goed allô = hallo {aan de telefoon} en face de = tegenover devant = voor à gauche = links à droite = rechts tout droit = rechtdoor loin = ver tout près = dichtbij d'accord = oké à = in;naar la ville = de stad le centre-ville = het centrum van de stad le village = het dorp la campagne = het platteland la maison = het huis l'appartement = het appartement;de flat la ferme = de boerderij l'étage = de verdieping la chambre = de slaapkamer le séjour = de woonkamer la cuisine = de keuken le jardin = de tuin le cinéma = de bioscoop le magasin = de winkel aimer = houden van;leuk vinden adorer = dol zijn op habiter = wonen travailler = werken prés de = dicht bij beau;belle = mooi cool = te gek petit;petite = klein voilà;voici = alstublieft
Ingezonden op 30-11-2015 - 435x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!