Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Turks 1.1
› 1 werkwoorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Turks 1.1
1 werkwoorden
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
açmak = openen almak = nemen: kopen: krijgen anlamak = verstaan: begrijpen aramak = zoeken: opbellen atmak = werpen bakmak = kijken naar: zorgen voor başlamak = beginnen beklemek = wachten: verwachten: bewaken bırakmak = achterlaten: met –e : overlaten aan bilmek = weten: kennen: kunnen binmek = instappen: opstappen bulmak = vinden çalışmak = werken: met-e: trachten te çekmek = trekken: lijden aan -den/dan çıkmak = buitengaan: met –i: opgaan demek = zeggen dinlemek = luisteren naar durmak = staan: stoppen duymak = voelen: horen: vernemen düşmek = vallen düşünmek = denken aan: met –e: denken over etmek = doen: hulpwerkwoord geçmek = oversteken: voorbij gaan gelmek = komen: gaan getirmek = brengen:meebrengen girmek = binnengaan gitmek = gaan göndermek = sturen: zenden görmek = zien göstermek = tonen: laten zien götürmek = wegbrengen:meenemen giymek = dragen: aandoen giyinmek = dragen: aandoen hatırlamak = zich herinneren içmek = drinken: roken: tot zich nemen inmek = afstappen: uitstappen: afdalen istemek = willen: wensen: vragen: eisen kaldırmak = optillen: opheffen:afschaffen kalkmak = opstaan kapa(t)mak = sluiten kaybetmek = verliezen kazanmak = winnen: verdienen kırmak = breken konuşmak = spreken (over) koşmak = lopen: rennen koymak = zetten: leggen kullanmak = gebruiken: besturen (voertuigen) okumak = lezen: studeren olmak = worden: zijn: gebeuren oturmak = zitten: verblijven: wonen öğrenmek = leren ölmek = sterven sanmak = denken: veronderstellen satmak = verkopen saymak = tellen seçmek = kiezen sevmek = beminnen: houden van sormak = vragen (›antwoord) söylemek = zeggen: vertellen tanımak = kennen: leren kennen taşımak = dragen: vervoeren: verhuizen tutmak = houden: vastnemen: kosten uçmak = vliegen unutmak = vergeten uymak = passen: zich aanpassen uyanmak = wakker worden uyumak = slapen vermek = geven vurmak = slaan: treffen: kloppen yapmak = maken: doen yaşamak = leven: wonen: met-i: beleven yatmak = gaan liggen: gaan slapen yazmak = schrijven yemek = eten yürümek = wandelen: gaan: lopen dövmek = mishandelen: afranselen: in elkaar slaan gülmek = lachen kalmak = blijven izlemek = volgen: doen özlemek = verlangen naar: hunkeren naar: missen ödemek = betalen: aflossen: voldoen: vergoeden gütmek = hoeden tatmak = proberen: proeven: ervaren seyretmek = kijken naar ağlamak = wenen: huilen buluşmak = ontmoeten pişirmek = koken oynamak = spelen tamir etmek = repareren: herstellen soru sormak = vraag stellen yaramazlık yapmak = kwajongensstreken uithalen ceza almak = straf krijgen izlemek = kijken kızmak = boos worden kavga etmek = ruzie maken: vechten tatıl yapmak = op vakantie gaan götürmek = wegbrengen düşünmek = denken dans etmek = dansen şarkı söylemek = zingen yemek yemek = voedsel eten ders çalışmak = studeren futbol oynamak = voetballen tamir etmek = herstellen kahvaltı hazırlamak = ontbijt klaarmaken kahvaltı yamak = ontbijten soru sormak = vraag stellen: vragen taşmak = verhuizen kesmek = slachten: snijden: knippen kestirmek = laten knippen inanmak = geloven anlatmak = vertellen: uitleggen öpmek = kussen: zoenen yaşmak = leven sevmek = houden van çet yapmak = chatten aşk yapmak = de liefde bedrijven dedikodu yapmak = roddelen kızartmak = bakken selamlamak = begroeten olmak = worden yardim etmek = helpen çamaşır yıkamak = de was doen bulaşık yıkamak = de afwas doen mektup yazmak = brief schrijven sürmek = rijden: besturen: duren satın almak = kopen çıkmak = buitengaan atlamak = springen düsünmek = denken getirmek = brengen koşmak = rennen: hardlopen dönmek = terugkeren tıraş olmak = scheren bakışmak = naar elkaar kijken konuşmak = praten: spreken içki içmek = drinken drinken yardım etmek = helpen binmek = in/opstappen yalan söylemek = liegen: leugen vertellen evlenmek = trouwen ders vermek = les geven ödev yapmak = huiswerk maken ders anlatmak = les uitleggen evi temizlemek = huis proper maken: poetsen top oynamak = voetbal spelen topla oynamak = met de bal spelen sohbet etmek = babbelen: praten simit satmak = verkopen günleşlenmek = zonnen yıkamak = wassen çizmek = trekken alış veriş yapmak = winkelen: boodschappen doen gelmek istemek = willen komen spor yapmak = aan sport doen fırçalamak = poetsen varmak = aankomen bitmek = eindigen ders hazırlamak = les voorbereiden kitap okumak = boek lezen evden çikmak = het huis verlaten zil çalmak = de bel rinkelen sıkılmak = zich vervelen biraz dinlemek = rusten: uitrusten evde kalmak = thuis blijven tırmanmak = beklimmen öpmek = kussen öpücmek = elkaar kussen bağırmak = roepen davul çalmak = trom bespelen çalmak = stelen boyamak = schilderen: verven topu itmek = de bal voortduwen kaçmak = vluchten gezmek = wandelen (vaak toeristische attracties bekijken köpek gizmek = de hond uitlaten dolaşmak = wandelen gezdirmek = uitlaten balık tutmak = vis vasthouden: vissen tıraş etmek = geschoren worden tıraş olmak = zich scheren doğmak = geboren worden fotoğraf çekmek = fotograferen sarhoş olmak = dronken zijn yakmak = in brand steken düsmek = vallen düsürmek = laten vallen sipariş vermek = bestellen: bestelling opgeven sipariş almak = bestelling opnemen tokalaşmak = de hand schudden tatıle gitmek/çikmak/yapmak = op vakantie gaan koşmak = hardlopen kayak yapmak = skiën silmek = schoonmaken dövüşmek = elkaar slaan: vechten doğurmak = baren tanımak = kennen ( een persoon) yaşamak = leven: wonen demek = dus zeggen hareket etmek = vertrekken: zich bewegen geçmek = passeren (doorheen: voorbij) yüzmek = zwemmen hoşlanmak = lusten: leuk vinden: houden van korkmak = bang zijn voor: schrikken voor: vrezen rahatsız = ziek: onwel: niet lekker worden rahatsız olmak = zich niet op zijn gemak voelen: gestoord worden nefret etmek = haten: walgen van: hekel hebben aan zevk almak = genieten van: plezier hebben in / van: plezier beleven aan vazgeçmek = afzien van: afstand doen van: stoppen: ophouden: opgeven utanmak = zich schamen bıkmak = er genoeg van hebben: balen: het zat zijn yapmamak = voorkomen takmak = hechten: dragen tartışmak = bespreken tokuşturmak = klinken paketlemek = inpakken hazırlamak = klaarmaken selamlamak = groeten açıklamak = verduidelijken hastalanmak = een ziekte krijgen: ziek worden acımak = pijn doen (iets doet pijn) ağrımak = pijn doen rahatsiz olmak (+abl)= last hebben van soğuk almak = een verkoudheid oplopen muayene etmek = onderzoeken çıkarmak = uitdoen soyunmak = zich uitkleden giyinmek = zich aankleden nefes almak = inademen öksürmek = hoesten dili çıkarmak = tong uitsteken merak etmek = zich zorgen maken dinlenmek = uitrusten kanamak = bloeden sarmak = verbinden ameliyat etmek = opereren ameliyat olmak = geopereerd worden ishal olmak = diarree hebben kanser olmak = kanker hebben bulanmak = troebel worden kusmak = overgeven inşa etmek = bouwen yukarı çıkmak = naar boven gaan aşağı inmek = naar beneden gaan merdivenden yukaı çıkmak = langs de trap naar boven gaan kullanmak = gebruiken bulunmak = zich bevinden durmak = staan: zich bevinden selam vermek = groeten selam söylemek = de groeten doen cevap vermek = antwoorden para kazanmak = geld verdienen öldürmek = doden: vermoorden para çekmek = geld afhalen yağmak = regenen midem bulandı = ik ben misselijk
Ingezonden op 03-12-2015 - 426x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
25-01-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!