Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
bvdb woordjes :)
› 0 Latijn onreg. ww 50 t/m 100
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
bvdb woordjes :)
0 Latijn onreg. ww 50 t/m 100
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
conferre = contuli, collatus = bijeenbrengen conficere = confeci, confectus = afmaken considere = consedi, consessus = gaan zitten consistere = constiti = gaan staan, blijven staan conspicere = conspexi, conspectus = zien constituere = constitui, constitutus = besluiten construere = construxi, constructus = bouwen consulere = consului, consultus = raadplegen consumere = consumpsi, consumptus = opeten, vebruiken contemnere = contempsi, contemptus = verachten, minachten contendere ad = contendi = gaan naar, op weg zijn naar continere = continui, contentus = vasthouden, bevatten contingere = contigi, contactus = 1. gebeuren 2. ten deel vallen convenire = conveni, conventus = bijeenkomen convertere = converti, conversus = (om)draaien credere = credidi, creditus = geloven crescere = crevi, cretus = groeien cupere = cupivi, cupitus = willen, verlangen currere = cucurri, curus = rennen dare = dedi, datus = geven decernere = decrevi, decretus = besluiten decidere = decidi, decisus = afhakken decidere = decidi = neervallen dedere = dedidi, deditus = overgeven, overhandigen deducere = deduxi, deductus = begeleiden deficere = defeci, defectus = in gebreke blijven, tekortschieten deicere = deieci, deiectus = naar beneden gooien depellere = depuli, depulsus = verdrijven deponere = deposui, depositus = neerleggen descendere = descendi, descensus = afdalen, naar beneden gaan deserere = deserui, desertus = in de steek laten desinere = desii = ophouden desistere = destiti = ophouden destruere = destruxi, destructus = afbreken detinere = detinui, detentus = vasthouden, tegenhouden dicere = dixi, dictus = zeggen differre = distuli, dilatus = 1. verschillen 2. uitstellen dimittere = dimisi, dimissus = wegsturen diripere = diripui, direptus = plunderen discedere = discessi, discessus = weggaan (uit) discere = didici = leren ducere = duxi, ductus = leiden, brengen effere = extuli, elatus = naar buiten dragen efficere = effeci, effectus = gedaan krijgen, bereiken effugere = effugi = (ont)vluchten eligere = elegi, electus = kiezen emere = emi, emptus = kopen erumpere = erupi, eruptus = uitbreken esse = fui, futurus = zijn evadere = evasi, evasus = ontsnappen evenire = eveni, eventus = gebeuren, uitkomen
Ingezonden op 08-12-2015 - 1162x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!