Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
3G Repetitie's en So's
› 11 Frans woorden 11-15
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
3G Repetitie's en So's
11 Frans woorden 11-15
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
s'attendre à = verwachten l'averse= de bui geler=vriezen souffler=waaien polaire=pool- l'amélioration=de verbetering l'humidité=de vochtigheid la tempête= de storm considérable=aanzienlijk déborder=buiten de oevers treden constituer=vormen s'inquiéter=zich ongerust maken indemniser=schadeloos stellen être sinistré=het slachtoffer zijn le sinistre= de ramp 11B. le sol=de grond la sécheresse=de droogte mémorable=gedenkwaardig prévenir=voorkomen gérer=beheren prévu/e=gepland mettre un terme à=een einde maken aan le tremblement de terre= de aardbeving dévasté/e=verwoest les décombres= het puin dégager=bevrijden être en mesure de=in staat zijn om les survivants= de overlevenden déserter=verlaten 12A. l'ours = de beer faire peur à=iemand bang maken plutôt=nogal approcher=naderen le loup=de wolf se faire rare=zeldzaam worden être entouré de=omringd worden door déclencher=veroorzaken capturer=gevangen nemen protégé=beschermd renforcer=versterken vaste=uitgestrekt nuisible=schadelijk tirer sur=op iemand schieten tirer la sonette d'alarme=aan de bel trekken 12B. la randonnée=de tocht loin de=ver van se diriger=gaan naar le sentier=het pad l'endroit= de plaats traverser=lopen door le ruisseau=de beek la plaine= de vlakte inhabituel=ongewoon l'ascension=de beklimming insurmontable=onoverkomelijk atteindre=bereiken bouger=bewegen se retourner=zich omdraaien retourner=terugkeren assembler = in elkaar zetten oublier=vergeten le mode d'emploi= de gebruiksaanwijzing la notice=de handleiding se débrouiller=zich redden terminé=klaar le jeu de société=gezelschapsspel se distraire=zich ontspannen se décontracter=zich ontspannen l'habitué= de trouwe bezoeker la détente=de ontspanning faire la grasse matinée=uitslapen dormir=slapen sortir en boite=naar de discotheek gaan la boite=de doos 13B. envisager de=overwegen comporter des risques=riskant zijn embarquer=aan boord gaan le vol=de vlucht saisissant=adembenemend estival=zomer l'animateur=de begeleider près de=bijna l'inconnu=de onbekende louer=huren la location=de verhuur l'étalement des vacances=de vakantiespreiding hors saison=buiten seizoen il n'y a pas grand monde=er zijn niet veel mensen il y a du monde=er zijn veel mensen 14A. l'exploit = de topprestatie vanter=aanprijzen plonger=duiken défier=uitdagen se dépenser=zich inspannen se lancer dans=zich storten op l'entraînement=de training le centre de remise en forme=het fitnesscentrum être en forme=in vorm zijn se balader=wandelen se détendre=zich ontspannen également=ook le parcours=de route s'éponger=afwissen tenir le coup=volhouden 14B. la règle=de regel l'arbitre=de scheidsrechter le sang-froid=de koelbloedigheid affronter=uitkomen tegen imbattable=onverslaanbaar l'adversaire=de tegenstander le coup d'envoi=het startsein encaisser un but=een goal incasseren encourager=aanmoedigen manquer=missen l'esprit d'équipe=de teamgeest remporter la victoire=de overwinning behalen largement=ruimschoots battre=slaan se battre=met elkaar vechten éduquer = opvoeden permissif = toegeeflijk plaire = in de smaak vallen ça suffit = het is genoeg contredire = tegenspreken vis-à-vis de = tegenover se priver de = zich ontzeggen se disputer = ruzie maken le gosse = het kind deviner = raden la ressemblance = de gelijkenis confondre = verwarren avantager = bevoordelen propre à = eigen propre = schoon bavarder = kletsen rêver = dromen câlin = aanhalerig sauf = behalve outre = naast le nombril = de navel porter = dragen toutefois = toch fuguer = van huis weglopen s'endormir = in slaap vallen le sourire = de glimlach écouter = luisteren naar la maltraitance = de mishandeling enfermer = opsluiten s'enfermer dans son cocon = zich afsluiten
Ingezonden op 15-12-2015 - 1003x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!