Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans K4
› 2 Woordjes Bu K4.P2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans K4
2 Woordjes Bu K4.P2
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
souligner=onderlijnen la canicule=hittegolf travailler dur=hard werken les provisions=voorraden rire=lachen grelotter=rillen l'abri=schuilplaats;bushokje sans abri=daklozen la fourmi=de mier la cigale=de krekel une fois l'hiver venu=zodra de winter gekomen is une conférence de presse=persconferentie avoir le droit=het recht hebben tandis que=daarentegen chanceux=kansrijk en direct=direct les émissions=de uitzendingen montrer=laten zien; tonen les français sont frappés=de Fransen worden getroffen un pays si riche=zo'n rijk land souffrir=lijden l'abondance=overvloeid les associations=de verenigingen les impôts=de belastingen augmenter=verhogen afin que=opdat sa juste part=rechtmatig en réponse aux sondages=als antwoord op de peilingen les sondages=de peilingen une amende=de boete embauché=aannemen assez=genoeg quitter=verlaten s'installer=te gaan wonen engraissée=dik is geworden en train de=bezig met bien que=hoewel le printemps=lente entretenir=onderhouden l'ancien maison=het ex-huis le maison ancien=het oude huis les reproches=verwijten le manque=gebrek les moyens=middelen mise en place=wordt ingesteld mourir=doodgaan l'échec=mislukkeling redresser=weder opbrengen les squattées=de krakers se féliciter=zichzelf feliciteren le trafic de droge=drugshandel la communauté=samenleving;gezelschap insupportable=onverdraaglijk mûres=rijp les oiseaux=vogels floues=wazig l'anorak (m)=jack Cet anorak est à toi?=is dat jack van jou? Non, celui-ci est à mon frère=Nee, deze is van mijn broer celui-la est à mon père=die is van mijn vader Je n'en ai pas=ik heb er geen Elle est vraiment insupportable=ze is echt onverdraaglijk tu as vu cette voiture de sport=heb je die sportwagen gezien? oui, celle qui est carré sur le trottoir=Ja, die op de straat geparkeerd staat? cette année je fêterai mes quarante ans=dit jaar vier ik mijn 40 jaren ces pores sont beaucoup trop mûres=deze peren zijn veel te rijp dommage, ces photos sont toutes floues=jammer, deze foto's zijn allemaal wazig Il y a beaucoup de bâteaux sur la seine=Er zijn veel boten op de seine ce sont surtout des bâteaux-mouches=het zijn vooral rondvaartboten Cet hôtel est souvent complet=dit hotel is vaak vol il est très connu/renommé mais la propriétaire est très bavarde=het is heel bekend, maar de eigenaresse is heel spraakzaam Copenhague est au Danemark=Kopenhagen is in Denemarken les lieus originaux=originele plaatsen de nouvelles expérience=avonturen des sites mysterieux=mysterieuze plaatsen;archeologische vondsten l'hébergement=verblijf à dos d'animal=op de rug van een dier les nuits à la belle étoile=nachten onder de sterrenhemel boîte postale=postbus exigé=vereist s'ennuyer=zich vervelen avoir peur de=bang zijn voor sauf=behalve un bel hôtel=een mooi hotel faire des economie=sparen rêver=dromen l'avant-veille de noël=2 dagen voor kerst avoir l'air=eruit zien enveloppée=gewikkeld ensanglanté=bebloed garder=bewaren préciausement=zorgvuldig s'empresser=haasten se dépêcher=haasten la dépêche=telegram tomer dans les pommes=stomverbaast zijn or=welnu maudire=verguisd martyr=martelaar vénéré=vereerd l'appendice=aanhangsel le lave-vaiselle=vaatwasmachine les assiettes ne sont pas dans le placard mets-les sur l'étagère=de borden staan niet op de kast. Zet ze op de plank il y a des tas de journeaux ette-les dans la poubelle sous l'évier=er zijn stapels kranten. gooi ze in de prullenbak onder de gootsteen sur le lac il y a des bâteaux, dans le lac il y a des poissons=op het meer zijn bootjes, in het meer zijn vissen dans la rue=in de straat la chaise en paille=een rieten stoel le chien n'a pas le droit d'entrer dans le restaurant laisse-le dehors=honden mogen niet in het restaurant, laat ze buiten j'ai très faim=ik heb erge honger j'ai vraiment besoin de nourriture=ik heb echt eten nodig alimentation=eten exemple=voorbeeld le mari=man le époux=man chez le kiné=bij de fysio les serpents=slangen as-tu soif?=heb je dorst? as-tu envie d'une glace=heb je zin in een ijsje? cesser;arrêter=stoppen s'entrainer=trainen à l'aide de=met behulp van agité=druk studieux=ijverig bruyante=lawaaierig sculpteur=beeldhouwer un voyou=boef/crimineel briller=glimmen il faut composer l'indicatif=je moet eerst het kengetal draaien une addition=optelling plus=+/plus égale=is/= (bij +/-) une soustruction=aftrekking moins=-/min une multiplication=vermenigvuldiging multiplié par=x/keer ça fait=is/= (bij x/:) une division=deling divisé par=:/gedeeld door les espèces en voie de disparition=soorten die op weg naar uitsterving staan on doit respecter tout ce qui vit donc il ne faut pas chasser les animaux = we moeten alles wat leeft respecteren dus je moet niet jagen op dieren je trouve que=ik vind dat le sport=sport les adolescents=adolescenten les jeunes=jongeren une affirmation=bewering un util=gereedschap assez;sufficent=genoeg se passer de=niet zonder kunnen ne plus=niet meer il pleut des cordes=het regent pijpestelen j'en ai entendu parler=ik heb erover gehoord je n'y comprends rien=ik snap er helemaal niets van une navette=voertuig survoler=overheen vliegen ne vous moquez pas=spot er niet mee tout à coup=plotseling le témoin=getuige les âmes=zielen experience=ervaring intronautes=gebruikers vh internet assister à=bijwonen ne te moque pas de moi=spot niet met me arriver;se passer=gebeuren témoigner=getuigen le genre=soort/geslacht en ce qui concerne=wat betreft une veste=jasje/blazer le dessin animé=tekenfilm partir à la retraite=met pensioen gaan la salaire minimum est de=het minimum salaris is environ=ongeveer autour de=ongeveer/rondom un numéro fétiche=geluksgetal abandoner=wegvallen/in de steek laten le latin=latijn les ancêtres=voorouders imposer=opleggen à peine=nauwelijks de surcroît=bovendien un constat sans appel=bewering zonder appel prétendument=zogenaamd le serment=de eed miser sur=mikken/doelen op prevenir=waarschuwen en effet=inderdaad biensûr=natuurlijk vaincure=overwinnen en plus=bovendien disparaître=verdwijnen ce qui=dat wat l'âme=de ziel issus de=afkomstig uit se rendre compte de=zich rekenschap geven aan le fil=de draad DAESH=scheldwoord voor IS ridiculiser=belachelijk maken se moquer de=spotten met intimider=intimideren ennuyeux=vervelend embêtant=vervelend ce n'est pas de ma faute=het is niet mijn fout personne ne=niemand taquiner=plagen désagréable=vervelend embêter=irriteren il ne fait pas juger quelqu'un sur les apparance=iemand niet op zijn uiterlijk beoordelen les apparance=het uiterlijk les apparente sont trompeuse=schijn bedriegt vous avez la télé?=heb je een tv? vous avez une Mercedes? Non, j'ai une Opel=heb je een Mercedes? Nee, ik heb een Opel partit en charter=met een chartervlucht vliegen je n'ai pas le temps=ik heb geen tijd je n'ai pas le perms de conduire=ik heb geen rijbewijs j'ai les cheveux marron=ik heb bruin haar châtains=koperbruin carré=vierkant degrés=ºC une armoir;le placard=de kast avoir de la chance=geluk hebben avoir tort=ongelijk hebben avoir l'ai en forme=eruit zien avoir lieu=plaats hebben avoir raison=gelijk hebben un singe=een aap avoir bon caractère=een goed karakter hebben être de mauvaise humeur=goede humor hebben être enrhumer=verkouden zijn avoir la grippe=de griep hebben j'ai rendez-vous chez dentiste=ik heb een afspraak bij de tandarts j'adore des échardes=ik hou van sjaals meubles en pin=meubels van dennenhout meubles en acajou=meubels van mahonie une entreprise=bedrijf onderneming avoir le sense de la responsibilité=verantwoordelijkheidsgevoel hebben disponible=beschikbaar avoir le goût de relation humaine=goede sociale vaardigheden hebben une maladie contagieuse=een besmettelijke ziekte tous ceux qui sont à la maison=alle die thuis zijn la suspense;la tension=spanning quelque chose de trop sérieux=iets wat te serieus is en avoir ras-le-bal=het zat zijn dépenser=uitgeven gaspiller de l'argent=geld uitgeven assassiner=vermoorden le récit=het verhaal le visage carré=een vierkant gezicht de longue jambons=lange benen la course=de race court=kort délai de livraison=levertijd la dernière semaine=de laatste week le mois dernier=de vorige maand le dernier mois de l'année c'est le mois de decembre=de laatste maand van het jaar is december
Ingezonden op 16-12-2015 - 464x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!