Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woordjeslijst marianum Nederlands
› 2 blz 43 t/m 48
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woordjeslijst marianum Nederlands
, deel 1
2 blz 43 t/m 48
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
hovaardig = trots; hoogmoedig humaan = menselijk hybride = kruisingsproduct; bastaard hybris = hoogmoed; vaak onterecht denken dat je heel veel kunt hype = rage hyperinflatie = zeer sterke waardedaling van een munt hypochonder = zwaarmoedig persoon hypocriet = schijnheilig hypothese = stelling die men voorlopig als waarheid aanneemt ideëel = denkbeeldig; alleen in de gedachten bestaand; gericht op verwezenlijking van een ideaal identiek = precies hetzelfde identiteitscrisis = toestand waarin men onzeker is over wie men eigenlijk is ideologie = het geheel van de beginselen van een bepaalde leer of stelsel illegaal = in strijd met de wettelijke voorschriften; iemand die zonder verblijfsvergunning in het land verblijft illegitiem = onwettig illusie = droombeeld imiteren = nabootsen immaterieel = onstoffelijk; niet financieel immoreel = zonder waarden en normen immuun = onschendbaar; niet vatbaar voor infectie of vergif impasse = tijdelijke stilstand imperialisme = streven naar machts- en gebiedsuitbreiding impliciet = er in betrokken; tegelijkertijd imposant = indrukwekkend impressie = indruk improvisatie = ter plekke verzonnen; onvoorbereid impulsief = onbezonnen; in een opwelling incapabel = niet in staat tot; onbekwaam in casu = in dit geval inclusief = erbij inbegrepen incidenteel = toevallig; af en toe incognito = onder andere naam incompetent = onbekwaam incubatietijd = tijdsruimte tussen het besmet raken en het uitbreken van de ziekte indexcijfer = geeft de verhouding weer tussen een grootheid en een als grondslag aangenomen grootheid indicatie = aanwijzing indifferent = onverschillig indoctrineren = hersenspoelen; iemand een leer kritiekloos leren aanvaarden indolent = lusteloos; traag infantiel = kinderachtig inferieur = kwalitatief slecht infrastructuur = vaste basisinrichting van een land m.b.t. publieke voorzieningen als vervoer, energie, telecommunicatie etc. inheems = binnenlands inherent aan = behorend bij initieel = eerste; aanvangs- initiëren = beginnen; inwijden innovatie = vernieuwing; invoering van iets nieuws in petto = achter de hand hebben inscriptie = ingedreven of gegraveerde tekst insinuatie = verdachtmaking insubordinatie = verzet tegen het gezag waaronder men gesteld is door zijn functie insufficiënt = ontoereikend; niet genoeg zijn integraal = volledig; alles erbij integreren = erin opnemen integriteit = betrouwbaarheid en onkreukbaarheid intentie = bedoeling interactie = wisselwerking intercedent = iemand die bemiddelt intercontinentaal = tussen de verschillende vastelanden plaatshebbend interim = tussentijds intermediair = bemiddeling; bemiddelaar intermezzo = onderbreking in tijd; pauze interneren = een gedwongen verblijfplaats aanwijzen {gevangenis} interpelleren = om ophelderingen of inlichtingen vragen
Ingezonden op 16-12-2015 - 1222x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!