Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grieks 1
› 1319 Grieks K4 P2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grieks 1
1319 Grieks K4 P2
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ἧλθον (stam ἐλθ-) = ik kwam {aor. bij ἔρχομαι} ἔπιον = ik dronk {aor. bij πίνω} ἀφικόμην = ik kwam aan {aor. van ἀφικνέομαι} ἔλαβον = ik nam; ik pakte (vast) {aor. van λαμβάνω} ὑπολαμβάνω = antwoorden ὑπελαβον = ik antwoordde {aor. van ὑπολαμβάνω} ἤγαγον (stam ἀγαγ-) = ik bracht; ik leidde {aor. van ἄγω} σχεδόν +gen. = dichtbij; bijna {bijwoord} ἐξ οὗ = sinds; vanaf het moment dat εἶπον (stam εἰπ-) = ik zei; ik sprak {aor. bij λέγω} ἀπέθανον = ik stierf {aor. bij ἀποθνῄσκω} οὗτος, αὕτη, τοῦτο = deze; dit; die; dat; hij (hier/daar); zij (hier/daar); het (hier/daar) ἀπωλόμην (stam ὀλ-) = ik kwam om {aor. van ἀπόλλυμαι} ἔφυγον = ik vluchtte {aor. van φεύγω} ἀποφεύγω = wegvluchten ἀπέφυγον = ik vluchtte weg {aor. van ἀποφεύγω} ἐγενόμην = ik werd; ik werd geboren; (ik) gebeurde {aor. van γίγνομαι} εἷλον (stam ἑλ-) = ik nam; ik nam in {aor. bij αἱρέω} ἀδύνατος = niet in staat; onmogelijk καρτερός = sterk; krachtig πῶς...: = hoe...? εἶδον (stam ἰδ-) = ik zag {aor. bij ὁράω} ὁ δέ = hij; de ander {ander onderwerp dan in de voorafgaande zin} ἐπαινέω = goedkeuren; prijzen μᾶλλον...ἤ = liever...dan ἡ νίκη = overwinning ἔσχον (stam σχ-) = ik kreeg; ik had gekregen {aor. van ἔχω} οὔποτε = nooit μήποτε = nooit {bij gebiedende wijs} πολύ +superlativus = verreweg ἐκεῖνος, ἐκείνη, ἐκεῖνο = die; dat; hij (daar); zij (daar); het (daar) παύομαι +gen. = ophouden (met); stoppen (met) παύομαι ἕνεκα +gen. = ophouden terwille van; ophouden wegens; stoppen terwille van; stoppen wegens σφόδρα = zeer; erg {bijwoord} μίσεω = haten δειλός = laf; ongelukkig μάλιστα= het meest; vooral ἀμφότεροι = beide; beiden σοφός =verstandig; wijs; slim μέγιστος= grootst; zeer groot διαφέρω = verschillen κρείττων = beter; sterker βελτίων =beter; bekwamer ὡς = zoals; als ἡ τιμή =eer; eerbewijs ὁ πολέμιος= vijand ἡ γῆ =aarde; grond; land γιγνώσκω = (leren) kennen; inzien; begrijpen ἤ =of; dan σκοπέω =bekijken; letten op κράτιστος= sterkst; best; zeer sterk; zeer goed μείζων =groter διὰ τοῦτο =daarom βέλτιστος =best; zeer goed ὁ Ζεύς =Zeus ἆρα = vraagwoordje μᾶλλον= meer ἡ βουλή =plan; besluit; raad; advies πότερος =wie van beide?; wie van beiden ἡ σοφία =wijsheid; slimheid ὁ δόλος =list κρίνω = oordelen; beoordelen πλεον = meer βλάπτω= schade toebrengen; benadelen πλεῖστος= meeste; meesten; zeer vele; zeer velen ἀδικέω =onrecht doen; onrechtvaardig handelen; onrechtvaardig behandelen ἥττων =minder; zwakker σεαυτόν= jezelf πλείων= meer ἀμείνων= beter τρεχω = rennen φρονεω = verstandig zijn απιστος = ongelofelijk; onbetrouwbaar ο ιππος = paard προς = bij (+dat) {+naamval} προς τουτοις = bovendien βαλλω = gooien αυτος, αυτη, αυτο = zelf αλληλους = elkaar ο αυτος = dezelfde (als) (+dat) {+naamval} το αυτο = hetzelfde το σημειον = teken δηλος = duidelijk B οτε = toen; wanneer λανθανω = verborgen zijn voor; ontgaan aan (+acc) {+naamval} διωκω = achtervolgen το γονυ (γονατος) = knie ο αυτος και = dezelfde als ποτερον ... η = (of) ... of {in een vraagzin} δοκεω = (toe)schijnen (aan) (+dat) {+naamval} ετι = nog ἀφικνέομαι=(aan)komen(in);bereiken{εἰς+acc} ἔρχομαι=gaan; komen ἡ θυγάτηρ=dochter {θυγατρὀς} ἡ κόρη=meisje παρακελεύομαι=aansporen {+dat} τὸ ἱματιον=mantel ἐπιλανθανομαι=vergeten {+gen} κεῖμαι=liggen ἀναγκαῖος=noodzakelijk; onvermijdelijk ἀναγκαῖόν ἐστι(ν)=het is noodzakelijk, onvermijdelijk γαμέομαι=trouwen {ond: de vrouw} βούλομαι=willen ἐγείρομαι=wakker worden παρά=naar{+acc} ὁ ποταμός=rivier ἄπειμι=afwezig zijn; verwijderd zijn {inf ἀπεῖναι} δύναμαι=kunnen παρασκευάζω=klaarmaken, gereedmaken αἰδέομαι=zich schamen voor(+inf); ontzag hebben voor, respecteren(+acc) διαλέγομαι=spreken met; een gesprek voeren met; discussiëren οὗtos=deze; die {mv οὗτοι, aanw. vnw.} ἀνίσταμαι=opstaan ὁ λέwν=leeuw{λέοντος} φαίνω=tonen; laten zien φαίνομαι=verschijnen{vaak+inf} γυμνος=naakt; onbedekt ἵσταμαι=gaan staan, blijven staan γίγνομαι=geboren worden; ontstaan; worden(als kww); gebeuren οὔπω/οὔ...πω=nog niet τοιοῦτος, τοιαύτη, τοιοῦτο=zodanig ἡ αἰδώς=schaamte; gêne; respect; ontzag{αἰδοῦς} ἅπτομαι=aanpakken; vastpakken{+gen} ἄθλιος=ongelukkig πάσχω=lijden; te verduren hebben; ondervinden; ervaren ὁ πόντος=zee ἐπίσταμαι=weten; kennen; kunnen(+inf) ἡ ἐστής=kleding {ἐσθῆτος} ἡγέομαι=leiden; voor(op)gaan {+dat} ἡ εὐτυχία=succes; geluk; voorspoed ἀποκρίνομαι=antwoorden νέμω=verdelen, toedelen ἀγαθός=goed χρή= het is nodig dat {+inf} εἴτε...εἴτε=of...of; hetzij...hetzij ἐπεί, ἐπαιδή=toen, nadat(+verl. tijd); aangezien, nu(als voegwoord) ἡμέτερος=ons; onze{bez. vnw} φοβέομαι=bang zijn(voor); vrezen θεραπεύω=verzorgen λούω=wassen λούομαι=zich wassen ὁράω=zien ἐμαυτόν, ἐμαυτήν=mijzelf {acc mnl, vrl} παρά=bij {+dat} ἡ χάρις=charme; gunst; dank{χάριτος, acc χαριν} κάθημαι=zitten θεάομαι=bekijken; beschouwen ἐγείρω=(op)wekken; wakker maken; aanmoedigen πυνθάνομαι = ondervragen; vernemen πόθεν: = waarvandaan? βαρύς (βαρέοσ) βαρεῖα βαρύ (βαρέοσ) = zwaar {m-v-o} ἄγριος = wild; woest παντοῖος = allerlei κατά +acc. = verspreid over; ter hoogte van; volgens; wat betreft παρίσταμαι +dat. = bijstaan; helpen Διός, Διί, Δία = Zeus {gen.-dat.-acc.} πολύ +compar. = veel αἱρέω = (in)nemen ἡ βία = kracht; geweld καταβάλλω = naar beneden gooien; neergooien ἐσθίω = eten εὔχομαι (+dat.) = bidden (tot) ἀναγκαῖον ἐστι(ν) +A.c.I. = het is noodzakelijk dat; het is onvermijdelijk dat ἀπόλλυμαι = omkomen; te gronde gaan δῆλόν ἐστι(ν) +A.c.I. = het is duidelijk dat ὁ λίθος = steen ἐλαύνω = rijden; (voort)drijven ἐμαυτῷ ἐμαυτῇ = (aan) mijzelf {dat. m+v} δεῖ +inf./A.c.I. = het is nodig dat; men moet; het moet ὅδε ἥδε τόδε = deze; dit {m-v-o} ὑπό +dat. = onder; aan de voet van ἅμα +dat. = tegelijk/samen met; tegelijk met; samen met ἡ ἑστέρα = avond χρή +inf./A.c.I = het is nodig; het moet πίνω = drinken γλυκύς (γλυκέοσ) γλυκεῖα γλυκύ (γλυκέοσ) = zoet {m-v-o} ἥδομαι +dat. = blij zijn met; zich verheugen in/over; zich verheugen in; zich verheugen over καλέω = roepen καλέω + 2 acc. = noemen ὀξύς (ὀξέοσ) ὀξεῖα ὀξύ (ὀξέοσ) = scherp; fel {m-v-o} τὸ πῦρ = vuur ὁ ὀφθαλμός = oog τὸ αἷμα (αἵματοσ) = bloed ῥέω = stromen περί +acc. = (rond)om; met betrekking tot εὐθύς = onmiddellijk {bijwoord} ἔξω +gen. = buiten {bijwoord} ἡ νύξ (νυκτόσ) = nacht ἄφρων (ἄφρονοσ) = onverstandig; dwaas ἡγέομαι +dat. = leiden; voor(op)gaan ἡγέομαι +inf./A.c.I. = menen ἡγέομαι + 2 acc. = beschouwen als ἔνθα (betr.vnw) = daar; waar δύο (gen./dat. δυοῖν) = twee εἴκοσι(ν) = twintig {wordt niet verbogen} ἐπισκοπέω = bekijken; overwegen ἔδεισα (aor.) = ik werd bang ἐπιχειρέω +dat. = de hand slaan aan; aanvallen ἐπιχειρέω +inf. = ondernemen; overgaan tot; proberen ἀνοίγω = openen ἕπομαι, (imp. εἱπόμην) +dat. = volgen; meegaan met ὁ θρόνος = troon; zetel τὸ φάρμακον = kruid; geneesmiddel; vergif τύπτω, aor. ἔτυψα = slaan εἶχον = ik had; zij hadden {imp. van ἔχω} οἷος = zo(danig) als ὁ νεανίας = jongeman διά +gen. = door(...heen) ἡ ὕλη = hout; bos ὑπισχνέομαι +inf. = beloven te ἐσθλός = edel; voortreffelijk θνητός = sterfelijk ὁ θνητός = sterveling; mens χαλεπός = lastig; moeilijk βοάω, aor. ἐβόησα = schreeuwen ἔνδον = binnen {bijwoord} χρυσοῦς = gouden ἴθι = kom op! {bij gebiedende wijs} πολλάκις = vaak; dikwijls ποτέ = eens; ooit; soms ἄγε/ἄγετε (δή) = vooruit! {bij gebiedende wijs} ὁ ἥρος (ἥρωος) = held γε = tenminste; {geeft nadruk aan het voorafgaande woord} οὐ μόνον...ἀλλὰ καί = niet alleen...maar ook ὁ ὅρκος = eed βουλεύω/βουλεύομαι = beramen; beraadslagen; besluiten ὑμέτερος = (van) jullie {bezitt. vnw.}
Ingezonden op 17-12-2015 - 1322x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!