Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
weefselleer 1 bach
› 0 eiwitten in de cel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
weefselleer 1 bach
0 eiwitten in de cel
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Welke eiwitten kennen we in het lichaam=ntrinsieke eiwitten (Transmembranair:doorheen de celmembraan, Intracelulair:aan binnen zijde van de celmembraan vast gehangen aan Prenyl eiwit en Extracellulair aan de buitenzijde van de membraan vast gehangen met fosfatidyl inositol), Extrinsieke eiwitten (Perifere eiwitten) Hoe is een eiwit opgebouwd primaire, secundaire en tertaire structuur=De primaire structuur van een eiwit bestaat uit een hydrofiel-hydrofoob-hydrofiel gedeelte met daarop allemaal zijketens. De secundaire structuur is de opwikkeling van de primaire hydrofobe structuur. De spiraal kost geen energie. De andere uiteindes krullen wel op en worden electrostatisch gelinked maar zij spiraliseren niet. De tertaire structuur zorgt voor het opplooien van de complete keten. De 3D structuur die het aanneemt is ook van belang voor de functionaliteit. De electrostatische bindingen trekken de structuur samen tot een 3D beeld. Wat zijn functies van een eiwit= Structureel eiwit, Kanaal, Pomp, Linker eiwit, Enzym, Receptor Beschrijf hoe een eiwit een kanaal functie kan vervullen=Op een TM eiwit bind een ander eiwit. Dit eiwit zorgt dat meerdere transmembranaire eiwitten bij elkaar worden getrokken (4-8 TM eiwitten) tot een kanaal. Via dit kanaal kunnen wateroplosbare stoffen (water, NA, K, Cl) via vrije diffusie (geen energie kosten gaat over de gradiënt) heen en weer getransporteerd worden over de celmembraan heen. Het kanaal stopt met bestaan als de bij elkaar bindende ligand (Eiwit) wordt ontbonden… dan valt ook het kanaal uit elkaar. Beschrijf hoe een eiwit als pomp kan functioneren=Een pomp kost energie en gaat tegen de gradiënt in. Twee TM eiwitten kunnen samen een groeve vormen waar een speciale molecule bv kalium in past. Aan de onderzijde (Intracellulair) zit een atpase molecuul dat geactiveerd wordt doordat kalium in de groeve bindt. Door de binding veranderd het eiwit iets van vorm atpase breekt atp af voor energie toevoer aan het proces. De energie wordt gebruikt om de twee TM eiwitten van boven dicht te laten klappen en van onder open (WIPWAP effect). De kalium kan hierdoor uit de groeve stromen en intracellulair terecht komen. De terug stroom van kalium naar extracellulair gaat via kanalen en diffusie en kost geen energie. Beschrijf de eigenschappen van natrium kalium pompen=Kalium gaat de cel in en Natrium gaat de cel uit. Voor elke kalium die de cel in gaat gaan er twee natrium de cel uit. Extracellulair is NA+ hoog en K- laag. Intracellulair is K- hoog en NA+ laag. Deze molecuul verschillen aan beide zijde van de membraan creeert een potentiaal verschil, deze is van belang bij het induceren van prikkels in bv spier en zenuwweefsel. De binnenzijde van een cel is negatief geladen. De buitenzijde van een cel is positief geladen Beschrijf hoe een TM eiwit als enzym kan functioneren=Een TM eiwit kan bijvoorbeeld de atpase functie vervullen. Dit atpase enzym zorgt voor energie door atp af te breken en hierdoor gaat de ‘pomp’ open om bv kalium door te laten. Een TM eiwit kan ook als receptor functioneren en gedraagt zich dan ook als enzym. Bv: er zijn verschillende moleculen extracellulair. Het TM eiwit heeft en specifieke vorm voor 1tje ervan. Als deze bind (TM is nu receptor) dan activeert het enzym aan de onderzijde van het TM en geeft zo vormverandering van het enzym waardoor er een ander eiwit of enzym etc. op kan binden. Bv proteine G want dan kan binden en zo een cascade van andere reacties in gang kan zetten. Beschrijf 1e en 2e boodschappers=Een eerste boodschapper is bijvoorbeeld het ligand dat op een receptor bind. Deze geeft een verandering door aan een receptor gebonden enzym. Dit enzym is zo veranderd dat nu ook een 2e boodschapper aan kan hechten en een cascade ingang kan zetten. De tweede boodschapper is in dit geval bv proteine G. Beschrijf hoe een TM eiwit als linker eiwit kan functioneren=Een cel kan vasthangen aan de matrix. Dit gebeurt door middel van linker eiwitten. Of intracellulair aan een cytoskelet of de intermediaire filamenten. Beschrijf hoe een TM eiwit als een structuur eiwit kan functioneren=Een TM eiwit dat als structuur eiwit functioneert, geeft structuur en stevigheid aan de membraan. Ze zorgen ook voor cel-cel verbindingen en worden vaak gezien bij epitheel cellen. De structuureiwitten zitten vast aan het cytoskelet van cel 1 en aan cytoskelet van cel 2. Structuur en linker eiwitten zijn beide verbindingseiwitten.
Ingezonden op 21-12-2015 - 904x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!