Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
weefselleer 1 bach
› 0 celbio algemeen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
weefselleer 1 bach
0 celbio algemeen
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Waaruit bestaat de celmantel=De celmantel is de suikerlaag aan de buitenzijde van de celmembraan. Deze suikerlaag wordt gevormd door glycolipiden die extracellulair liggen en door de vertakte suikers op en TM eiwit (TM eiwit wordt ook wel glycoproteine genoemd). Wat is een proteoglycaan=Dat is een lang eiwit met 3 ketens van onvertakte lange suikers. Een proteoglycaan maakt ook deel uit van de celmantel. Wat is de functie van de celmantel=De celmantel beschermt de cel tegen vrijgekomen enzymen, deze botsen op de celmantel en kunnen zo de celmembraan niet beschadigen. De suikers hebben ook een receptor functie. Er zijn zeer specifieke eiwitten die andere specifieke eiwitten binden bv Lectines. De suikers hebben ook een monitorende functie… bv in de bloedvatwand… is deze kapot… cascade voor herstel Wat zijn alle benamingen voor de celmantel=Celmantel, glycocalyx, glycolemma, cell-coat. Wat doet Kinesine=Kinesines behoren tot de motoreiwitten en zijn ATP afhankelijk. Zij transporteren membraanomgeven organellen naar het + uiteinde van de microtubuli. Weg uit het centrum van de cel. Kinesines zorgen samen met dyneines voor het lokaliseren van veel organellen in de cel. Verder vervullen kinesines een belangrijke rol tijdens de mitose… namelijk het uit elkaar trekken van de chromosomen… de microtubuli worden korter door het verplaatsen van de kinesines. Wat is de functie van een membraan=Scheiden van de intracellulaire ruimte en de extracellulaire ruimte. Elke membraan vertoond deze functie. Selectieve barriere voor simpele diffusie en voor kanaal gemedieerd transport (De bilipide laag is semi permeabel). Interactie met de omgeving via receptoren in de membraan, cel-cel adhesie of cel-cel herkenning. Versteviging van de cel dmv membraanproteinen en het cytoskelet. Waarom/waarvoor heb je cel-cel herkenning nodig=Morfogenese, Immuunresponse, Contact inhibitie Hoe werkt kanaal gemedieerd transport (2 soorten van transport over de membraan)=Er bestaan kanaal eiwitten en drager eiwitten in de celmembraan om transport mogelijk te maken over de membraan. Eiwitten zelf gaan nooit over de membraan omdat deze te groot zijn. Wat is een cadherine= Dit is een TM eiwit. Eiwit is te zien bij celcel verbindingen van zonula adherens en is CA afhankelijk. Geen cadherine is weefselincasie en kankerontwikkeling. Hoe maakt een cel contact met de andere cellen? Welke verschillende mogelijkheden zijn er=Een cel kan contact maken via een: Zonula occludens, Zonula adherens, Macula adherens/Fascia adherens, Nexus, Synaps Wat is een zonula verbinding=Deze verbinding loopt volledig rondom rond de cel. Wat is een macula verbinding=Dit is een vlekvormige verbinding tussen de cellen. Dus alleen verbonden op bepaalde plaatsen. Welke verbinding is volledig sluitend=Een occludense verbinding. Welke verbinding is stevig maar sluit nooit volledig=Een adherens verbinding. Deze haakt de cellen in elkaar vast maar er kan wel lekkage plaats vinden. Wat is een zonula occludens=De zonula occludens (Engels: tight junction is een verbinding die volledig rondom rond de cel loopt en volledig sluitend is.. er kunnen geen stoffen langs. Echter deze verbinding is niet erg stevig. Membranen van beide cellen buigen naar elkaar toe en maken contact door TM eiwitten occludines en claudines. Ocludines en claudines zijn verbonden aan zonula ocludens eiwit 1 (ZO1) en aan ZO2 en ZO3. Deze ZO eiwitten zitten weer aan het actine skelet vast. De sluiting is waterdicht echter niet stevig door de binding aan het actine skelet. Welke drie functies heeft een zonula occludens=De zonula occludens heeft drie vitale functies: Ze houden cellen bij elkaar. Ze blokkeren het verkeer tussen het apicaal en het basolateraal oppervlak van de cellen, zo kunnen de specifieke functies van elk oppervlak blijven bestaan. De bedoeling hiervan is om het transcellulair transport te behouden. Ze verbieden de doorgang van moleculen en ionen door de ruimte tussen de cellen heen, zodat materiaal verplicht is de cel binnen te dringen om door het weefsel heen te raken. Dit proces zorgt voor controle over welke substanties toegelaten worden en welke niet. (De zonula occludens zorgt er bijvoorbeeld voor dat de bloed-hersenbarrière behouden wordt). Wat is een zonula adherens=De zonula adherens (Engels: intermediate junction) Dit is een verbinding volledig rondom rond de cel. Deze verbinding is niet sluitend maar wel heel erg stevig. Calcium speelt een belangrijke rol bij deze celcel verbinding. Als calcium er niet is dan valt de verbinding weg en zijn de cellen los van elkaar. De verbinding gaat via e-cadherine, daaraanvast zitten twee verbindingseiwitten (catenine en vinculine en daaraan zit alfa actinine. Dit geheel zit gelinked aan het actine netwerk. De cellen haken als het waren in elkaar via e cadherine. De zonula adhaerens speelt een rol in intercellulaire overdracht van actieve spanningen tussen cellen van een weefsel die intern zijn voortgebracht. Ze maken reproduceerbare contracties en relaxaties van een samenhangend weefsel mogelijk. De spiercellen van het hartspierweefsel zijn aaneengehecht met een vlak van dit hechtingstype. Structureel zijn ze identiek maar ze omsluiten niet de volledige cel. De zonula adherens komt voor net onder de zonula occludens Wat is een macula adherens=Dit is een desmosoom verbinding. Deze verbinding is de meest stevige verbinding van allemaal. Dit is een vlekvormige verbinding rondom rond de cel en deze verbinding is niet sluitend. De twee TM eiwitten Desmogleine en Desmocolline verbinden cellen met elkaar volgens het haakprincipe. Waar de twee TM eiwitten van twee cellen elkaar raken zijn veel suikers voor extra versteviging. Aan de buitenzijde zit een plak die bestaat uit Desmoplakine en plakoglobine dit zijn de verbindings eiwitten. Intermediare filamenten grijpen aan op de plak en keren weer terug en verankeren zo de cellen. Deze verbindingsvorm vind je terug onder de macula adherens. Hoe heten alle drie de celcel verbindingen bij elkaar=Dit noem je het sluitbanden netwerk. Bovenaan zit de zonula occludens. Dan de zonula adherens. Dan de macula adherens Wat is een nexus=Dit is een communicatieve verbinding tussen de cellen. Dit zijn gap junctions tussen allerlei soorten cellen. Deze verbinding heeft een kanaal werking. Een setje van zes connexines vormen samen een connexon. Connexines zijn TM eiwitten zij vormen samen een kanaal tussen het connexon van cel 1 en het connexon van cel 2. Alleen NA, K, Ca en Cl kunnen door de kanalen. Ook celprikkels kunnen doorgegeven worden via nexus verbindingen bv in hart en gladde spiercellen. Je hebt twee connexons nodig voor 1 kanaal. Wat is een synaps=Een synaps is de contactplaats tussen twee zenuwcellen of tussen een zenuwcel en een spiervezel of een zenuwcel en een kliercel, waar door geleide diffusie van ionen zenuwimpulsoverdracht plaatsvindt. Een synaps tussen een zenuwcel en een spiervezel noemt men meestal myoneurale plaat of (motorische) eindplaat. Hoe kan een cel zijn oppervlakte laten toenemen=Via apicale of basale differentiaties. Dit kunnen zijn: Microvilli (Gestreepte zoom of borstelzoom), Stereocillien, Basale instulpingen, Intracellulaire kanalen (apicale instulpingen) Wat zijn stereocillien=Dit zijn een soort microvilli. Deze stereocillien nemen niet alleen stoffen op maar geven ook stoffen af. Bv thv de bijbal zorgen stereocillien voor de afgifte van stoffen die de zaadcellen matureren. Noem een voorbeeld van basale instulpingen en leg uit waarvoor ze dienen=Bijvoorbeeld ter hoogte van de speekselklier. Hier zijn basale instulpingen in de cellen die zorgen voor de opname van natrium uit het speeksel en transport naar de bloedbaan. Zo wordt een kostbaar ion als natrium gerecycled. In runderen wordt natrium niet uit het speeksel opgenomen maar ingebouwd in natriumbicarbonaat als extra buffer voor de bacteriën in de pens. Noem een modificatie van een wandcel=Deze cellen in de maag hebben uitlopers tussen de hoofdcellen door en instulpingen zodat zij het maaglumen bereiken en daar chloor en protonen af kunnen geven voor de productie van HCL. De instulpingen dienen zodat het maaglumen de cellen kan bereiken en voldoende gemengd wordt met HCL. Wat zijn tijdelijke membraan modificaties=Dit is als de membraan tijdelijk een andere vorm aan neemt dan gewoon is voor die cel. Bv bij Cytose… Wat is cytose=Dit is de zichtbare opname of afgifte van stoffen in of uit de cel. Welke vormen van cytose bestaan er=Fagocytose, opname van schadelijke stoffen om te verteren bv door macrofagen (niet constitutief, wat is dat?)… Endocytose, opname van stoffen van buiten de cel naar binnen toe (dit is selectief- receptor gemedieerd)… Pinocytose, de cel neemt water op (dit gebeurt niet selectief- gebeurt ad random… dat wat er aanwezig is wordt opgenomen)…. Exocytose (Van binnen naar buiten, secretie)….Diacytose (processen volgen op elkaar) (Discharge of empty pinocytotic vesicle from a cell) Hoe werkt endocytose precies=Dit is een zeer selectief proces van opname in de cel. Er bind aan een receptor vanuit het extracellulair milieu een ligand. Dit ligand dat bind zorgt ervoor dat in het intracellulaire milieu een ander ligand bindt (Adaptine) Als adaptine is gebonden dan bind ook clatrine aan adaptine. Door de binding migreren de receptoren heel dicht naar elkaar toe waardoor de claterines ook heel dicht bij elkaar komen te liggen. De claterines polymeriseren dan en vormen een boog. Die boog vormt een instulping ook wel de claterine coated pit genoemd. De pit wordt dieper en claterine buigt steeds verder totdat het bovenaan sluit. Zo sluit het membraan ook, daarbij speelt ook dynamine een rol. Dan depolymeriseert claterine en komt ook adaptine vrij. Zo is een endosoom ontstaan met het eerst extracellulair gebonden ligand nu intracellulair in het endosoom. Dit endosoom is van het vroege endosomaal complex. Uiteindelijk wordt dat laat endosomaal en dan een lysosoom. Hoe werkt Fagocytose=Fagocytose vind plaats als er micro of macrofagen een lichaamsvreemde substantie of een afgestorven lichaamsdeel opeten. Bijvoorbeeld een bacterie kan worden opgegeten (Gefagocyteert) maar ook een wonde waarbij afgestorven weefsel etc vrijkomt kan worden gefagocyteert zodat er plaats is voor wondheling. Een macrofaag heeft een heel sterk uitgesproken cytoskelet. Wanneer dit cytoskelet wordt geactiveerd duwt het cytoskelet de celmembraan naar buiten toe. Het membraan stulpt om de noxe en boven aan sluit de membraan weer om de noxe heen. Nadat de noxe is opgenomen neem de membraan en het cytoskelet weer normale vormen aan. De noxe is nu in de macrofaag en wordt daar door het interne verteringsapparaat opgeruimd. (Lysosomen). Welke cellen hebben geen kern (Nucleus)=Een rode bloedcel (behalve in vogels, reptielen, amfibieën, die hebben wel een kern in de RBC).
Ingezonden op 21-12-2015 - 1192x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!