Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
mijn woordjes
› 10 la politique
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
mijn woordjes
10 la politique
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
un régime = een regime, een regeringsvorm un dirigeant = een leider élire quelqu'un = iemand (ver)kiezen un opposant, une opposante = een tegenstander, een tegenstandster expulser = uitwijzen une élection = een verkiezing truquer = vervalsen censurer = censureren la censure = de censuur la liberté d'expression = de vrijheid van meningsuiting le droit de vote = het stemrecht la démocratie = de democratie la liste électorale = de kiezerslijst voter = stemmen le vote = de stem un parti = een partij une partie = een deel se présenter = zich kandidaat stellen une campagne électorale = een verkiezingscampagne un électeur, une électrice = een kiezer (m/v) le vote à bulletins secrets = de geheime stemming le dépouillement du scrutin = de telling van de stemmen un scrutin = een stemming(sprocedure), een verkiezing la fraude électorale = de verkiezingsfraude la monarchie constitutionnelle = de constitutionele monarchie le pouvoir législatif = de wetgevende macht établir = opstellen, vastleggen une loi = een wet le pouvoir exécutif = de uitvoerende macht appliquer = toepassen une application = een toepassing le pouvoir judiciaire = de rechterlijke macht respecter = respecteren, naleven une constitution = een grondwet en vigueur = van kracht présidentiel = presidentieel le Président de la République = de president van de republiek étendu = omvangrijk, verstrekkend le suffrage universel direct = het direct algemeen stemrecht partager = delen nommer = benoemen la politique extérieure = de buitenlandse politiek dissoudre = ontbinden la dissolution = de ontbinding l'Assemblée nationale = de Nationale Vergadering un référendum = een referendum, een volksraadpleging un secrétaire d'Etat = een staatssecretaris responsable de = verantwoordelijk voor la responsabilité = de verantwoordelijkheid la politique intérieure = de binnenlandse politiek être obligé de faire quelque chose =verplicht zijn iets te doen un courant = een stroming la cohabitation = de cohabitatie les pleins pouvoirs = de onbeperkte macht une chambre = kamer un député, une députée = een afgevaardigde (m/v) une législature = een zittingstijd, een zittingsduur le budget = de begroting le suffrage universel indirect = het indirect algemeen kiesrecht les grands électeurs = volksvertegenwoordigers die leden van senaat un repréentant = vertegenwoordiger le conseil municipal = gemeenteraad le conseil général = departementraad l'inégalité sociale = de maatschappelijke ongelijkheid être favorable à = ergens vOOr zijn une économie = een economie une nationalisation = een nationalisatie, een nationalisering la récession = de recessie, de teruglopende conjunctuur coïncider = samenvallen, overeenstemmen se traduire = uitlopen nuire a quelqu'un = iemand schade berokkenen un exploiteur = een uitbuiter exploiter = uitbuiten une indépendance = een onafhankelijkheid un adhérent, une adhérente = een aanhanger/aanhangster, een lid (m/v) un membre = een lid (m/v) un militant, une militante = een actievoerder/actievoerster, een activist (m/v) un rassemblement = een verzameling, een verbond van diverse politieke partijen centriste = tot het politieke midden behorend gaulliste = gaullistisch (opgericht door Général de Gaulle) conservateur, conservatrice = conservatief centraliste = centralistisch être issu de = ontstaan une scission= scheuring un parti de centre-droite = centrumrechtse partij chrétien = christelijk être partisan = aanhanger zijn van l'extrême droite = extreem rechts l'extrême gauche = extreem links un groupuscule = een splintergroepering une puissance = een macht négligeable = te verwaarlozen l'électorat de base = de vaste kiezers décu = teleurgesteld un environnement = een milieu revendiquer = opeisen une énergie renouvelable = duurzaame energie la nationalité = nationaliteit s'inscrire = zich inschrijven une liste électorale = kiezerslijst résider = wonen un tour = kiesronde une tour = een toren la majorité absolue = absolute meerderheid arriver en tête = op kop liggen la parité = gelijkheid man en vrouw au sens de terme = in de zin van het woord une responsable politique = politiek verantwoordelijke leider éloigné = verwijderd une préoccupation = bezorgdheid un syndicat = een vakbond le taux d'abstention = percentage niet stemmers élevé = hoog une attitude = houding le désintérêt=ongeintereseerd un aîné = oudste être attaché à = gechecht zijn aan une cause = zaak environnemental = mileu altermondialiste = andersglobalistisch être cocerné = betrokken zijn une association = vereniging une participation = deelname une manifestion = demostratie injuste = onrechtvaardig la France métropolitaine = Europees Frankrijk subdiviser = onderverdelen un arrondissement = arrondissement un canton = kanton une commune = gemeente d'outre-mer = overzees une collectivité = gemeenschap responsable de = verantwoordelijk voor la sécurité = veiligheid une maire = burgemeester un avantage = voordeel le maintain = behoud l'administration = bestuur, overheidsapparaat une décision = beslissing sur le plan national = op nationaal gebied le déséquilibre =wanverhouding, verstoord evenwicht humain =menselijk paralyser = verlammen une collectivité locale = plaatselijke overheid la responsabilité = verantwoordelijkheid centralisé = gecentraliseerd la décentralisation = decentralisatie la régionalisation = regionalisatie le poids politique = politiek gewicht la compétence = bevoegdheid la formation professionnelle = beroepsvorming l'éducation = onderwijs l'urbanisme = stedenbouw souhaiter = wensen les administrés = burgers considérable = aanzienlijk une minorité = minderheid une spécificité = eigenheid affirmer = bevestigen une particularité = eigenheid, bijzonderheid séparatiste = separatistisch une association = vereging une organisation = organisatie un Corse = Corsicaan l'autonomie = autonomie, zelfstandigheid garder = (be)houden un(e) Breton(ne) = Breton(se) un(e) Flamand(e) = Vlaming/Vlaamse un(e) Alsacien(ne) = Elzasser/Elzassische un(e) Basque = Bask(ische) un(e) Catalan(e) = Catalaan(se) un(e) Provençal(e) = Provençaal(se) lutter = strijden un technocrate = technocraat un mouvement de masse = massabeweging probable = waarschijnlijk une langue minoritaire = minderheidstaal une langue maternelle = moedertaal un statut = reglement, statuut prépondérant(e) = overheersend, hoofd- un crime = een misdaad un châtiment = een straf charger quelqu'un de quelque chose = iemand opdragen iets te doen veiller à = toezien op, zorgen voor un ordre = een orde la sécurité = de veiligheid la voie publique = de openbare weg la délinquance = de misdaad, de delinquentie un espionnage = een spionage un gendarme = een rijkspolitieagent la police judiciaire = de recherche, de opsporingsdienst une enquête = een onderzoek un délit = een vergrijp, een overtreding, een misdrijf les CRS = de veiligheidstroepen une unité mobile = een mobiele eenheid une émeute = een oproer une révolte = een oproer une manifestation = een betoging, een demonstratie la justice = het justitie, de rechtspraak une mission = een opdracht, een missie un procès civil = een burgerlijk proces un tribunal d'instance = een kantongerecht un tribunal de grande instance = een arrondissementsrechtbank une affaire = een (recht)zaak un procès pénal = een strafproces distinguer = onderscheiden la distinction = het onderscheid une infraction = een overtreding, een strafbaar feit une contravention = een overtreding une diffamation = laster, smaad une injure = belediging une menance = bedreiging le non-respect = niet nakoming le code de la route = verkeersregels juger = beoordelen un tribunal de police = een politierechtbank (voor strafzaken) condamner quelqu'un à quelque chose = iemand veroordelen tot iets la condamnation = de veroordeling une amende = een (geld)boete, een bekeuring un délit = delict sanctionner = straffen une peine de prison = een gevangenisstraf ferme = onvoorwaardelijk avec sursis = voorwaardelijk les biens = goederen un vol = diefstal un cambriolage = een inbraak une fraude = fraude un tribunal correctionnel = een strafkamer van de arrondissementsrechtbank, een correctionele rechtbank un juge = een rechter une cour d'assises = een assisenhof (met juryrechtspraak) un jury = een jury un(e) juré(e) = een jurylid (m/v) enlever = ontvoeren un enlèvement = een ontvoering un otage = een gijzelaar, een gegijzelde une prise d'otages = een gijzeling un assassin = een moordenaar assassiner = vermoorden un assassinat = een moord un meurtre = een moord violer = verkrachten un viol = een verkrachting un trahison = verraad la procédure = de procedure, de werkwijze le procureur de la République = de openbaar aanklager une preuve = een bewijs prouver = bewijzen un interrogatoire = een verhoor une perquisition = een onderzoek dresser un procès-verbal = een proces-verbaal (opmaken) un suspect = een verdachte la garde à vue = in bewaring un aveu = een bekentenis un juge d'instruction = een onderzoeksrechter comparaître = (voor een rechtbank) verschijnen un(e) inculpé(e) = een beklaagde, een verdachte (m/v) confondre = in de war brengen soumettre = onderwerpen un interrogatoire contradictoire = een kruisverhoor délivrer = uitvaardigen un mandat d'arrêt = een aanhoudingsbevel la détention préventive = de voorlopige hechtenis, het voorarrest un non-lieu = een ontslag van rechtsvervolging compétent(e) = (rechts)bevoegd une audience = een rechtszitting un(e) prévenu(e) = een verdachte (m/v) un(e) accusé(e) = een beschuldigde, een verdachte (m/v) appeler à la barre = in de getuigenbank roepen un témoin à charge = een getuige à charge/ter bezwaring un témoin à décharge = een getuige à décharge/ter verdediging la vérité = de waarheid vrai(e) = waar témoigner = getuigen un serment = een eed se retirer = zich terugtrekken délibérer = beraadslagen un jugement = een oordeel plaider coupable = schuld bekennen non coupable = niet schuldig, onschuldig l'avocat de la défense = de advocaat van de verdediging le client = de cliënt (van een advocaat) la légitime défense = het noodweer les circonstances atténuantes = de verzachtende omstandigheden adoucir = verzachten un verdict = een vonnis, een uitspraak une partie = een partij la cour d'appel = het hof van beroep la Cour de cassation = het hof van cassatie casser = vernietigen, nietig verklaren renvoyer = terugverwijzen à l'issue de = aan het einde acquitter = vrijspreken à perpétuité = levenslang la défense = de defensie, de (lands)verdediging les forces armées = de strijdkrachten l'intégrité = het behoud défendre = verdedigen attaquer = aanvallen une agression = een agressie, een aanval le chef des armées = de opperbevelhebber van het leger l'armée de terre = de landmacht l'armée de mer = de marine, de zeemacht l'armée de l'air = de luchtmacht la gendarmerie nationale = de rijkspolitie disposer de = beschikken over les armes conventionnelles = de conventionele wapens les armes nucléaires = de kernwapens un militaire de carrière = een beroepsmilitair le service militaire = de dienstplicht
Ingezonden op 24-12-2015 - 916x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
02-01-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!