Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
spaans.
› 1 examenlijst vraagstellingen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
spaans.
1 examenlijst vraagstellingen
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
¿Qué título sirve mejor para este texto? = Welke titel past het best bij deze tekst? ¿Qué otro título puede servir para este texto? = Welke andere titel zou ook passen bij deze tekst? ¿Qué se explica en el párrafo 1? = Wat wordt er in de alinea 1 uitgelegd? ¿Cómo hay que explicar el título de este texto? = Hoe moet je de titel van deze tekst uitleggen? ¿Qué función tiene este texto? = Welke functie heeft deze tekst? ¿Qué estilo predomina en este texto? = Welke stijl komt in deze tekst naar voren? ¿De qué tipo de libro se habrá sacado este texto? = Uit wat voor soort boek is zal deze tekst komen? ¿Qué se dice sobre “…” (línea 16)? = Wat wordt er gezegd over “…” (regel 16)? ¿Qué expresa este texto? = Wat drukt deze tekst uit? ¿Cuál es el tema central de este texto? = Wat is het centrale thema van deze tekst? ¿Qué conclusión se puede sacar de este texto? = Welke conclusie kan je trekken uit deze tekst? ¿Qué expresa el autor de esta Carta al Director acerca de …? = Wat stelt de auteur van de Brief aan de Directeur omtrent …? ¿Qué tono tiene el último párrafo de esta carta? = Wat voor toon heeft de laatste alinea van deze brief? ¿Cuál es el objetivo de “…” (línea 5)? = Wat is het doel van “ …” (regel 5)? ¿Qué hace el autor del artículo en el párrafo 3? = Wat doet de auteur van het artikel in alinea 3? ¿Qué palabras se pueden poner delante de … = Welke woorden kunnen voor … worden gezet? ¿Qué se puede poner delante de la frase “…”? = Wat kan je vóór de zin “…” zetten? ¿Qué se sabe de … por el primer párrafo? = Wat kom je door de eerste alinea te weten over …? ¿Qué sabemos de … por el último párrafo? = Wat komen we door de laatste alinea te weten over …? ¿Qué contiene el párrafo 8? = Wat staat er in alinea 8? ¿Qué cuenta el autor en el párrafo 2? = Wat vertelt de auteur in alinea 2? ¿Qué título sirve para el párrafo 2? = Welke titel past bij alinea 2? ¿Qué se explica en el párrafo 3 acerca de …? = Wat wordt er in alinea 3 verteld over … ? ¿Qué se sabe del autor por las líneas 1-14? = Wat kom je door regels 1-14 te weten over de auteur? ¿Qué quiere decir el autor con esta frase? = Wat bedoelt de auteur met deze zin? ¿Qué opinión expresa el autor en las líneas 97-107? = Welke mening verkondigt de auteur in regels 97-107? ¿Qué se sabe del primer párrafo sobre la persona de …? = Wat kom je in de eerste alinea te weten over …? ¿Cuál es la función de las frases “…” en relación con el párrafo anterior? = Wat is de functie van regels 61-66 met betrekking tot de voorgaande alinea? ¿Cuál es la solución al problema, según el autor? = Wat is volgens de auteur oplossing van het probleem? ¿Qué palabras faltan en la línea 23? = Welke woorden missen er in regel 23? ¿Qué palabras caben en la línea 21? = Welke woorden passen in regel 21? ¿Qué pregunta falta en la línea 16? = Welke vraag mist er in regel 16?
Ingezonden op 05-01-2016 - 538x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!