Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Ausblick Duits
› 3 Redemittel kap 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Ausblick Duits
3 Redemittel kap 3
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
voor mij is het interessant, dat ... = für mich ist interessant, dass mij heeft het verrast, dat ... = mich hat überrascht, dass ... ik had niet verwacht, dat ... = ich hätte nicht erwartet, dass ... ik had niet gedacht, dat ... = ich hätte nicht gedacht, dass ... ik vind het ongewoon, dat ... = ich finde es ungewöhnlich, dass ... op de vraag, waarom je boeken zou moeten lezen, = auf die Frage, warum man Bücher lesen sollte op deze vraag zou ik antwoorden = auf diese Frage würde ich antworten ... je zou boeken moeten lezen, omdat ... = man sollte Bücher lesen, weil ... de titel van het boek is = der Titel des Buches ist ... het boek heet = das Buch heißt de schrijver heet = der Autor heißt de schrijfster heet = die Autorin heißt ... heeft het boek geschreven = .... hat das Buch geschrieben het boek is bij ... verschenen = das Buch ist bei ... erschienen uitgeverij ... heeft het boek gepubliceerd = das Buch ist bei ... erschienen wie? wat gebeurt er? waar? wanneer? waarom? = wer? was passiert? wo? wann? warum? in het boek gaat het om = im Buch geht es um... in het boek gaat het over = im Buch handelt es sich um ... het boek gaat over = das Buch handelt sich von de hoofdpersonen zijn = die Hauptpersonen sind ... het verhaal speelt in ... = die Geschichte spielt in ... in het begin = am Anfang in de tussentijd = in der Zwischenzeit aan het einde = am Ende in het bijzonder is mij bevallen, dat = mir hat besonders gefallen, dass het meest heeft ... indruk op mij gemaakt = am meisten hat mich ... beeindruckt minder goed vond ik ... = weniger gut fand ich ik kan het boek echt aanbevelen = ich kann das Buch wirklich sehr empfehlen (empfiehl, empfahl, hat empfohlen) ... vindt luisterboeken goed, omdat ... = ... findet Hörbücher gut, weil .... ... ist voor luisterboeken, want ... = ... ist für Hörbücher, denn ... ... zou graag een stuk tekst twee keer horen = ... möchte gern eine Textstelle zweimal hören daarom is hij enthousiast over luisterboeken = deshalb ist er von Hörbüchern begeistert ... is tegen luisterboeken, omdat ... = ... ist gegen Hörbücher, weil ... aan luisterboeken stoort haar, dat ... = an Hörbüchern stört sie, dass ... ik zou ... nemen, omdat ... = ich würde ... nehmen, weil deze foto zou ook geschikt zijn, omdat ... = dieses Foto wäre auch geeignet, weil ... deze foto zou ook beter geschikt zijn, want ... = dieses Foto wäre besser geeignet, denn ... waarom niet deze foto? ik vind ... = warum nicht dieses Foto? Ich finde ... voorstellen = vorschlagen (schläg, schlug, hat geschlagen) tegenspreken = widersprechen (spricht, sprach, hat gesprochen) dat vind ik echter niet = das finde ich aber nicht dat klopt echter niet = das stimmt aber nicht ik ben het niet (ermee) eens = ich bin nicht (damit) einverstanden toegeven = nachgeben (gibt, gab, hat gegeben) op dat punt heb je natuurlijk gelijk = da hast du natürlich recht dat klopt natuurlijk wel = das stimmt natürlich schon daaraan heb ik niet gedacht = daran habe ich gar nicht gedacht bij zijn mening blijven = auf seiner Meinung bestehen (besteht, bestand, hat bestanden) dat kan wel zijn, maar ... = das kann schon sein, aber ... toch is ... = trotzdem ist ... dat overtuigt mij niet = das überzeugt mich nicht het eens worden = sich einigen goed dan = also gut dan doen we het zo = dann machen wir's so goed, ik ben het eens = gut, ich bin einverstanden ja, daarmee heb ik geen probleem = ja, damit habe ich kein Problem naar het boek grijpen = zum Buch greifen (greift, griff, hat gegriffen) een boek ter hand nemen = ein Buch in die Hand nehmen (nimmt, nahm, hat genommen) zich met een boek bezighouden = sich mit einem Buch beschäftigen zich met boeken bezighouden = sich mit Büchern beschäftigen lekker lezen = schmökern een boekenwurm zijn = eine Leseratte sein boeken verslinden = Bücher verschlingen (verschlingt, verschlang, hat verschlungen)
Ingezonden op 11-01-2016 - 927x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
30-01-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!