Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
of course engelssss
› 2 FRANS WOORDJES
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
of course engelssss
, deel 2
2 FRANS WOORDJES
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
avoir faim = honger hebben le bol = de kom la bouteille = de fles captivant = spannend la casse-croûte = het tussendoortje les céréales = de ontbijtgranen délicieux = heerlijk l'entrée = het voorgerecht équilibré = evenwichtig la façon = de manier les fraises = de aardbeien la gagnant = de winnaar le goût = de smaak goûter = proeven l'habitude allimentraire = de eetgewoonte les légumes = de groente la nourriture = het eten partager = delen le participant = de deelnemer se passer de = zonder kunnen le plat principal = het hoofdgerecht prendre = nemen la quantité = de hoeveelheid le repas = de maaltijd rigoler = lachen le sachet = het zakje suivre = volgen le tarte tatin = de appeltaart la tartine = de boterham zapper = overslaan de appeltaart = la tarte tatin de boterham = la tartine delen = partager het eten = la nourriture evenwichtig = équilibré de fles = la bouteille de groente = les légumes heerlijk = délicieux honger hebben = avoir faim het hoofdgerecht = le plat principal lachen = rigoler de maaltijd = le repas de manier = la façon nemen = prendre zonder kunnen = se passer de de ontbijtgranen = les céréales overslaan = zapper de smaak = le goût het tussendoortje = le casse-croûte het voorgerecht = l'entrée accueillant = gastvrij attentif = aandachtig avoir du mal à = moeite hebben om bilingue = tweetalig la confiture = de jam cru = rauw la cuisine = de keuken dégoûtant = vies en entier = in zijn geheel fumer = roken s'habituer à = wennen aan hésiter = aarzelen le jambon = de ham limiter = beperken mélanger = mengen le morceau = het stukje l'oeuf = het ei le plat = het gerecht le poivron = de paprika le poulet = de kip le pruneau = de pruim la recette = het recept remplir = vullen salé = zout la santé = de gezondheid la saumon = de zalm samblable = dezelfde sucré = zoet tôt = vroeg vide = leeg aarzelen = hésiter beperken = limiter dezelfde = semblable het ei = l'oeuf het gerecht = le plat de ham = le jambon in zijn geheel = en entier de jam = la confiture de keuken = la cousine de kip = le poulet moeite hebben om = avoir du mal à de paprika = le poivron rauw = cru het recept = la recette roken = fumer het stukje = le morceau vies = dégoûtant de zalm = le saumon zoet = sucré zout = salé
Ingezonden op 13-01-2016 - 383x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!