Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Latijn SPQR Jsy
› 0 32 t/m 38
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Latijn SPQR Jsy
0 32 t/m 38
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
exitus = uitgang afloop properare = zich haasten vix = met moeite; nauwelijks intra = binnen patēre = openstaan clausus = ppp van claudere spes = hoop; verwachting descendi = pf van descendere; heeft afgedaald descendere = afdalen fides = trouw vertrouwen inii = pf van inire; is begonnen; is in gegaan inire = ingaan beginnen posterus = volgend princeps, principes = voornaamste leider convocare = bijeenroepen singuli = stuk voor stuk vivus = levend dedere (se) = zich overgeven; overgeven propositus = ppp van proponere proponere = voorleggen voorstellen legatus = gezant missus = ppp van mittere; gestuurd imperium = gezag rijk imperator = opperbevelhebber keizer oppidum = (vesting)stad gens, gentes = 1 volk, stam 2 geslacht auxilium = 1 hulp 2 mv hulptroepen adventus (4) = aankomst socius = bondgenoot munus, munera = 1 taak 2 geschenk centurio, -ones = officier bis = tweemaal saevus, -a, -um = wild, woest paulo = een beetje species (5) = uiterlijk color, colores = kleur vir, vires = kracht, geweld captus = ppp van capere tam = zo barbarus, -a, -um = 1 barbaars 2 barbaar usque ad + acc = tot aan quoniam =aangezien solus, -a, -um = alleen praemium = beloning datum = ppp van dare corrumpere = 1 bederven 2 omkopen obtinere = 1 in bezit krijgen 2 in bezit hebben exercitus (4) = leger certare = strijden uterque = elk van beiden gradus (4) = trede urgere = in het nauw brengen strepitus (4) = lawaai cornu (4) = hoorn tumultus (4 = tumult metus (4) = zorg dies (5) = dag decernere = beslissen acies (5) = slaglinie iacere, iacio = werpen universus, -a, -um = gezamenlijk impetus (4) = 1 het aanstormen 2 aanval haerere = blijven steken impedire = belemmeren dexter, -tra, -trum = rechts manus (4) =hand trahere = trekken invadere = binnendringen instare + dat = achterna zitten incolumis, -e = ongedeerd recipere, recipio = 1 ontvangen 2 zich terugtrekken uter, utra, utrum = welk(e) van beiden res (5) = zaak, studium = 1 ijver:enthousiasme, studie honor, honores = 1 eer 2 ambt gloria = roem quare = waarom desiderare = verlangen naar confirmare = bevestigen potestas -ates = macht, gelegenheid contempsi = pf van contemnere contemnere = minachten praeferre = verkiezen pauper = arm dictum = ppp van dicere quasi = als, als het ware canis, canes = hond possedi= pf van possidere ne ... quidem = zelfs niet bibi = pf van bibere lux, luces = licht accensus = ppp van accendere verus = echt quaesivi = pf van quaerere falsus = onwaar mercator, mercatores = koopman attuli = pf van afferre afferre = (mee)brengen mirus, -a, -um = wonderlijk, bijzonder magnitudo, -dinis = grootte obtuli = pf van offerre ferre = 1 dragen, brengen 2 verdragen nisi = 1 als niet 2 behalve ascendere = bestijgen, klimmen (op) ascendi = pf van ascendere deiectus = ppp van deicere deicere, deicio = neergooien, afwerpen par, par- = 1 gelijk(waardig) 2 opgewassen tegen tuli = pf van ferre deieci = pf van deicere pressi = pf van premere atque = en promisi = pf van promittere promittere = beloven regnum = 1 koningschap 2 koninkrijk petere = 1 zoeken, vragen 2 proberen te bereiken 3 aanvallen factus = ppp van facere pondus, pondera = gewicht constat = het staat vast mundus = wereld collectus = ppp van colligere sperare = hopen futurus = inf fut van esse nimium + gen = teveel scientia = wetenschap nocēre + dat = kwaad doen doctus = ppp van docere tener = 1 teer 2 jong aetas, aetates = leeftijd invenire = 1 vinden 2 uitvinden mens, mentes = geest ira = woede affectus = ppp van afficere afficere = treffen interfeci = pf van interficere inventus = ppp van invenire utilis, -e = nuttig ductus = ppp van ducere summus, -a -um = 1 hoogste 2 de top van lumen, lumina, = 1 licht 2 lamp nolle = niet willen
Ingezonden op 31-01-2016 - 967x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!