Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

TrabiTour, deel 1

3 Hoofdstuk 3 Woordenlijst A+B

Jaar 1 (Atheneum)

stom = blöd, doof
jaloers = eifersüchtig
serieus = ernst
dik = dick
dun = dünn
(on)vriendelijk = (un)freundlich
vrolijk = fröhlich
geboren op = geboren am
gescheiden = geschieden
gelukkig = glücklich
groot = gross
saai = langwilig
zenuwachtig = nervös
aardig = nett
erg slank = sehr schlank
sympathiek = sympathisch
verdrietig = traurig
getrouwd = verheiratet
als, indien = wenn
tevreden (over) = zufrieden;zufrieden mit
bezoeken = besuchen
leven = leben
houden van = lieben
ruzie maken = sich streiten
de baby = das Baby / die Babys
de broer = der Bruder
de neef (kind van oom/tante) = der Cousin
de nicht (kind van oom/tante) = die Cousine
het huwelijk = die Ehe
het enig kind = das Einzelkind
de ouders = die Eltern
de volwassenen = die Erwachsenen
de vrouw = die Frau
de echtgenoot, -genote = der Gatte, die Gattin
de broers en zussen = die Geschwistern
de grootouders = die Grosseltern
de man = der Mann
de maand = der Monat
de moeder = deie Mutter
de neef (kind van broer/zus) = der Neffe
de nicht (kind van broer/zus) = die Nichte
de oom = der Onkel
de oma = die Oma
de opa = der Opa
de zus = die Schwester
de zoon = der Sohn
de tante = die Tante
de dochter = die Tochter
de vader = der Vater
de familieleden = die Verwandten

Het is gezellig. = Es ist gemütlich.
Ik verheug me op (Pasen). = Ich freue mich auf (Ostern).
Ik ben blij met (het cadeau). = Ich freue mich über (das Geschenk).
op twee maart = am zweiten März
gauw, binnenkort = bald
in 2001 = im Jahre 2001
altijd = immer
elk jaar = jedes Jahr
soms = manchmal
nooit = nie
vaak = oft
omdat = weil
samen = zusammen
krijgen = bekommen
uitnodigen = einladen
vieren = feiern
feliciteren met = gratulieren zu
doen, maken = machen
meebrengen = mitbringen
snoepen = naschen
ruiken = riechen
cadeau geven = schenken
versieren = schmücken
wensen = wünschen
de kaarsen aansteken = die Kerzen anzünden
jarig zijn = Geburtstag haben
goed gehumeurd zijn = gute Laune haben
de uitnodiging = die Einladung
het gezin = die Familie
het feest, de party = die Feier
de feestdag = der Feiertag
het feest = das Fest
de lente = der Frühling
in de lente = im Frühling
de gast = der gast
de verjaardag = der Geburtstag
het cadeautje = das Geschenk / -e
kerstavond (avond van 24 december) = der Heiligabend
de herfst = der Herbst
de bruiloft = die Hochzeit
Nieuwjaar = Neujahr
Pasen = Ostern
Oudjaar = Silvester
de zomer = der Sommer
de sfeer = die Stimmung
de verrassing = die Überraschung
Kerst = Weihnachten
de kerstboom = der Weihnachtsbaum
de kerstvakantie = die Weihnachtsferien (meervoud!)
de winter = der Winter

Ingezonden op 05-02-2016 - 799x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

FOUTLOOS
-----
Hier kun je de ß kopiëren als je hem nodig hebt

-----
Veel succes met de toets!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

TrabiTour, deel 1

3 Hoofdstuk 3 Woordenlijst A+B