Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Liselot Thierry
› 3 H3 d'accord woordjes 1 - 5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Liselot Thierry
3 H3 d'accord woordjes 1 - 5
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
le bac = diploma le feuilleton télévisé = de televisieserie gentil, gentille = lief, aardig sévère = streng le potager = de moestuin la petite-fille = de kleindochter le petit-fils = de kleinzoon la soeur = de zus le frère = de broer le cousin = de neef la cousine = de nicht ça tombe bien = dat komt goed uit faire le pont = een extra lang weekend nemen j'ai vu = ik heb gezien le cimetière = de begraafplaats mort = gestorven préoccupé = bezorgd ils s'entendent bien = zij kunnen goed met elkaar opschieten passer la nuit = de nacht doorbrengen le gîte = het vakantiehuisje la nouvellecompagne = de nieuwe levenspartner appeler = opbellen, roepen avoir raison = gelijk hebben compter sur = rekenen op une erreur = een vergissing être en train de = bezig zijn te le beau-père = de stiefvader, de schoonvader le divorce = de echtscheiding heureusement = gelukkig avoir besoin de = nodig hebben volontiers = graag ancien, ancienne = oud le Moyen Âge = de middeleeuwen le paiement = de betaling le coeur = het hart le guide = de gids une usine = een fabriek la location = de locatie, de huur en ligne = online un aller simple = een enkele reis un aller retour = een retourtje confirmer = bevestigen remercier = bedanken profond = diep un billet = een (toegangs)kaartje incroyable = ongelofelijk en cas de perte = in geval van verlies faire oppusition = blokkeren impayable = onbetaalbaar l'ascenseur = de lift l'escalier roulant = de roltrap Qu'est-ce qui se passe? = Wat gebeurt er? il vient de partir = hij is net vertrokken descendre = uitstappen proche = dichtbij á côté de = naast
Ingezonden op 06-02-2016 - 304x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!