Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Pallas Grieks V5 wp
› 2 ww week 8
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Pallas Grieks V5 wp
, deel 1
2 ww week 8
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
επαγγελλω = bevelen επαγγελλομαι = aanbieden αμειβομαι = antwoorden αναγω = voeren; ergens heen brengen αναγω/αναγομαι (νηυν) = de zee opvaren απαγω = wegleiden; terugbrengen εξαγω = wegleiden; wegvoeren αναιρεω = opnemen; optillen; antwoorden (van orakels) αναιρεομαι = (voor zichzelf) (op)nemen; ter hand nemen απαιρεομαι (med.) + dubb. acc. = iemand beroven van iets απαιρεομαι (pass.) + acc. = beroofd worden van εξαιρεω = apart houden; verwijderen; verwoesten; veroveren ανατιθημι + dat. = wijden aan προστιθημι = toevoegen; opleggen προστιθεμαι = voor zich winnen; instemmen met συντιθεμαι = afspreken; sluiten (van een verdrag etc.) υποτιθεμαι = aanraden; suggereren απεχω = verwijderd zijn van απεχομαι + gen. = alleen/met rust laten επεχω = bezetten (trans.); zich inhouden; wachten (intrans.) παρεχει (onpers.) = het is mogelijk απηγεομαι = vertellen; uiteenzetten απιστημι = tot opstand brengen; afvallig maken απισταμαι = in opstand komen επιστημι = plaatsen bij; aan het hoofd stellen van απονοστεω = (naar huis) terugkeren γινομαι (Att. γιγνομαι) = geboren worden; afstammen (van); afkomstig zijn (uit); gebeuren; plaatsvinden; worden επιγινομαι = geboren worden na; overkomen; erbij komen περιγινομαι = de meerdere worden/zijn; overleven γινωσκω (Att. γιγνωσκω) = weten; (aor.) beseffen; inzien; besluiten δεδοικα (perf.) = bang zijn; vrezen εδεισα (aor.) = bang worden δεκομαι (Att. δεχομαι) = aannemen; ontvangen εκδεκομαι = overnemen; ontvangen υποδεκομαι = op zich nemen; beloven; ontvangen; onderhouden (van gasten) διαβαλλω = overzetten; beschuldigen; bedriegen; overtrekken περιβαλλω = leggen om; omwerpen; omsingelen περιβαλλομαι = zich omgeven met; zich toeëigenen συμβαλλω = vergelijken; handgemeen worden; veronderstellen υπερβαλλομαι = overtreffen; uitsteken boven; uitstellen διζημαι = zoeken (επ)ειρομην (imp./aor.) = ik vroeg ειρωταω = vragen επειρωταω = erbij vragen εκδιδωμι = uitleveren; uithuwelijken; uitmonden εμπιμπρημι = in brand steken; verbranden εντελλομαι = opdragen; bevelen εξελαυνω = uit/wegdrijven; verjagen; optrekken εξεργαζομαι = doen; volbrengen; bouwen επικαλεω = aanroepen επικαλεομαι = erbij roepen; te hulp roepen επικρατεω = (+gen.) heersen over; overwinnen; de overhand hebben επιτασσω = opdragen; bevelen προστασσω = erbij opstellen; opdragen; bevelen επιτελεω = afmaken; uitvoeren επιτραπω (Att. επιτρεπω) (Ook futurum geven) = toevertrouwen; overlaten (fut. επιτρεψομαι) εσσοομαι (Att. ητταομαι) = verslagen worden; overwonnen worden εωθα (Att. ειωθα) = gewoon zijn ζευγνυω/ζευγνυμι = overbruggen; (een brug) aanleggen ζωω = leven θωμαζω (Att. θαυμαζω) = bewonderen; zich verwonderen over ιδρυω/ιδρυομαι = bouwen; stichten ιζομαι (med. refl.) = zich neerzetten; zich legeren ιρος (Att. ιερος ) = heilig, (+gen.) gewijd aan κατερχομαι = terugkeren (van ballingen) απερχομαι = weggaan; vertrekken εξερχομαι = weggaan; naar buiten gaan; aflopen επερχομαι = naderen; aanvallen εσερχομαι = binnengaan; overkomen εχερχεται μοι/με = het komt bij mij op; het schiet mij te binnen συνερχομαι = samenkomen; ontmoeten παρερχομαι = voorbijgaan; binnengaan περιερχομαι = rondgaan; terechtkomen bij/in κατηκω = zich uitstrekken κατοικημαι (perf.) = wonen συνοικεω = samen (be)wonen; gehuwd zijn οικοδομεω = bouwen κτιζω = stichten; koloniseren λεγω (ook aoristus geven) = zeggen (ειπα) επιλεγω = uitkiezen επιλεγομαι = lezen; overwegen μετιημι = laten gaan; afzien van; vrijlaten μηδιζω = Perzisch gezind zijn μισγομαι +dat. = (seksuele) omgang hebben met συμμισγω = omgaan met; spreken met; aan de strijd deelnemen; samenkomen met μναομαι = zich herinneren; melding maken van ναυμαχεω = een zeeslag leveren οικα (Att. εοικα) = gelijken op; schijnen ορθως λεγω = gelijk hebben ορυσσω = graven πολιορκεω = belegeren προαγορευω (ook aoristus geven) = afkondigen; bevelen; uitvaardigen (προειτα ) προκειμαι = liggen voor; aanwezig zijn; vastgesteld/voorgeschreven zijn ρυομαι = redden; beschermen; bewaken σιτεομαι = eten σκευαζω = voorzien van; uitrusten; bewapenen met στρατηγεω = aanvoerder zijn στρατοπεδευομαι = gelegerd zijn; zijn kamp opslaan τινυμαι/τινομαι = straffen τυραννευω = koning zijn; tiran zijn; heersen υποκρινομαι = antwoorden υπομενω = afwachten; wachten φοιταω = (geregeld) gaan; komen; binnenkomen (van belasting) φερω (ook aoristus geven) = dragen; brengen (ηνεικα) αναφερω = naar boven brengen; berichten αποφερω = wegvoeren; wegbrengen; berichten εκφερω = wegbrengen uit; aan land brengen; bekend maken; uitspreken προσφερω = brengen naar; gebruiken tegen; een voorstel doen προσφερομαι (pass.) = naderen; aanvallen συμφερομαι (pass.) = overeenstemmen; gebeuren συνηνεικε + aci = het gebeurde dat
Ingezonden op 08-02-2016 - 269x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!