Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Disco Latijn woordenlijsten
› 10 Woorden 2-10
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Disco Latijn woordenlijsten
10 Woorden 2-10
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
les 2 deus = god est = hij is esse = zijn Olympus = de Olympus habitat = hij woont habitare = wonen rex, reges = koning et = en sunt = zij zijn frater, fratres = broer non = niet semper = altijd saepe = dikwijls ibi = daar Tartarus = de Tartarus vivit = hij leeft vivere = leven terra = aarde locus = plaats obscurus = donker nox, noctes = nacht umbra = schim schaduw huc = hierheen veniunt = zij komen venire = komen hic = hier dea = godin soror, sorores = zuster uxor, uxores = vrouw, echtgenote quoque = ook mater,matres = moeder pater, patres = vader filia = dochter insula = eiland ubi = waar silva = bos flos, flores = bloem florent = zij bloeien florere = bloeien puella = meisje ludit = hij speelt ludere = spelen les 3 per = over ;doorheen errare = rondzwerven; dwalen explorare = onderzoeken ;inspecteren quattuor = vier equus = paard trahere = trekken ecce = kijk amica = vriendin appropinquare = naderen intrare = binnenkomen legere = verzamelen ridere = lachen audire = horen videre = zien statim = meteen amare = verliefd zijn fugere io = vluchten temptare = proberen sed = maar in = in ;naar ex-clamare = uit-roepen servare = redden rapere io = roven audere = durven enim = want; immers timere = vrezen; bang zijn voor deinde = vervolgens aperire = openen sub = onderin Iupiter, Iovem acc = jupiter Pluto, Plutonem acc = Pluto nunc = nu regina = koningin sedere = zitten inter+acc. = tussen ;temidden van gaudere = zich verheugen; blij zijn dolere = verdrietig zijn nam = want iuvare = helpen reddere = teruggeven cogitare = nadenken nec...nec = noch noch ;niet en ook niet laedere = kwetsen ;beledigen cupere = begeren; verlangen willen consilium = besluit; plan capere = nemen annus = jaar dividere = verdelen sex = zes tum = toen; dan curare = zorgen voor acc les 4 mille = duizend adire = gaan ;naar acc petere = zoeken ;vragen autem = echter claudere = sluiten recipere = ontvangen ;opnemen tandem = eindelijk senex, senes = oude man dicere = zeggen nusquam = nergens dormire = slapen respondere = antwoorden quis = wie? praemium = beloning dare = geven quid = wat? optare = wensen diu = lang ;lang tijd divitiae = rijkdom; schatten sacerdos, otes = priester simul = tegelijkertijd vita = het leven finire = beeïndigen evenire = uitkomen colere = verzorgen ;vereren dum = terwijl ante+acc = voor templum = tempel stare = staan corpus, ora = lichaam subito = plotseling arbor, ores = boom mutare = veranderen tangere = aanraken cum = wanneer ;toen ventus = wind movere = bewegen et = en ;ook vale = vaarwel les 5 femina = vrouw cur = waarom sacrum = offer facere/io = doen maken praeferre = verkiezen boven dat. genus genera = geslacht afkomst avus = grootvader gens, gentes = volk coniunx, iuges = echtgenoot echtgenote septem = zeven filius = zoon fortuna = het lot numquam = nooit nocere+dat. = schaden tantum = slechts duo = twee liberi = kinderen tamquam = als het ware ideo = daarom suadere+dat. = aanraden parere = gehoorzamen aan lacrimare = huilen dubitare = aarzelen telum = pijl mittere = verzenden cadere = dood neervallen frustra = tevergeefs quinque = vijf necare = doden protegere = beschermen desinere = ophouden relinquere = verlaten achterlaten parcere+dat. = sparen rogare = vragen iam = al reeds non iam = niet meer paulatim = geleidelijk langzaamaan saxum = rots patria = vaderland etiam = zelfs ook lacrima = traan les 6 vestigium = voetspoor horrere = huiveren invenire = vinden oculus = oog complere = vullen accidit 3e pers = pf accidere accidere = gebeuren expectare = afwachten ;wachten op -ne = ? parentes = ouders parui pf parere = gehoorzamen reliquim pf relinquere = verlaten ;achterlaten veni pf venire = komen mors mortem acc = de dood culpa = schuld sustuli pf tollere = optillen tollere = optillen osculum = kus dedi pf dare = geven adii pf adire = gaan naar gladius = zwaard circumspicere = rondkijken quaerere = zoeken vidi = pf videre iacere = liggen vocare = roepen fui = pf esse causa = oorzaak ;reden fugi = pf fugere fugere = vluchten aspicere/io = aanschouwen ;zien respondi = pf respondere nec = en ;ook ;niet traxi = pf trahere trahere =trekken dixi = pf dicere vetui = pf vetare vetare = verbieden amor, ores = liefde sepulcrum = graf condere = (op)bergen les 8 Graecus = Griek aedificare = bouwen vir, viri(mv. groep2) = man in+abl. = in; op ;tijdens ora = kust pro+abl. = voor Troia = Troje a(b)+abl. = van(af) navigare = varen prope+acc. = dichtbij occultare = verbergen Troianus = Trojaan de+abl. = vanaf murus = muur spectare = kijken navis,es = schip modo = slechts cito = snel porta = poort aperui = pf aperire e(x)+abl = uit; sinds ad+acc =naar; tot aan; bij cucurri = pf currere currere = rennen alii....alii = somigen anderen flamma = vlam ;vuur delere = vernietigen urbs, urbes = stad cum+abl = samen met ut+dat = zodra credere+dat = geloven; vertrouwen et....et = zowel als donum = geschenk dolus = list carere+abl = vrij zijn van ;missen credidi = pf credere aeneas, am = aeneas somnus = slaap apperere = verschijnen hostis,es = vijand habere = hebben; houden arma (mv groep 2) = wapens penates = penaten;huisgoden auxilium = hulp condere = opbergen; stichten lectus = bed surrexi = pf surgere surgere = oprijzen; opstaan ii = pf ire ire = gaan instare+dat = achternazitten via = weg ;straat clamor, orses = geschreeuw; kreet cepi = pf capere/io capere/io = nemen turba = menigte ara = altaar horrui = pf horrere statui = pf statuere statuere = besluiten les 9 olim = vroeger ;eens ;ooit maritus = echtgenoot scelus, scelera = misdaad interea = intussen valde = zeer ;heel erg redii = pf redire redire = teruggaan mox = weldra ;spoedig verbum = woord decepi = pf decipere/io decipere/io = bedriegen aurum = goud antea = eerder condidi = pf condere condere = stichten; (op) bergen habere in animo = van plan zijn socius = bondgenoot ;vriend portui = pf posse de + abl 12 = vanaf; over adeo = zo zeer animus = hart forma = gestalte; uiterlijk ducere = leiden ;voeren gaudere 12 = blij zijn; zich verheugen num = toch niet? sine = zonder agere 12 = voeren leiden moenia = stadsmuren ostendere = tonen desiderare 12 = missen; verlangen quidem = weliswaar; echter les 10 dux, duces = leider ;aanvoerder bellum = oorlog iussi = pf iubere iubere = bevelen monere=waarschuwen nuntiare = berichten perveni = pf pervenire pervenire = bereiken; aankomen in licet mihi = ik mag fatum = lot; lotsbeschikking petere 3 = zoeken, vragen, trachten te bereiken gaan naar iussum = bevel parare = klaarmaken ;voorbereiden abire = weggaan fugere/io = vluchten postquam = nadat nonne = toch zeker; toch wel? bene = goed accepi = pf accipere/io accipere/io = ontvangen invitare = uitnodigen error,ores = zwerftocht narrare = vertellen orare = smeken propter = wegens odi pf = ik haat laesi = pf laedere tacui = pf tacere tacere = zwijgen negare 12 = weigeren; ontkennen promisi = pf promittere promittere = beloven hodie = vandaag apperui = pf apparere apparere = verschijnen sinere = toestaan; laten cogere = dwingen invitus = tegen zijn zin
Ingezonden op 14-02-2016 - 783x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!