Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Carte Orange 1hv ..
› 4 Apprendre 1+2+3+4+5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Carte Orange 1hv ..
, deel 1
4 Apprendre 1+2+3+4+5
Jaar 1 (tto-vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
de kat = le chat altijd = toujours de vakantie = les vacances (V) (MV) alleen, slechts = seulement het platteland = la campagne zien = voir nemen = prendre de koffie = le café de cola = le coca blijven = rester de mand = le panier laten = laisser open = ouvert, ouverte helemaal alleen = tout seul aardig, lief = gentil, gentille warm = chaud, chaude wacht = attends zoeken = chercher gezien = vu gewond = blessé, blessée hopen = espérer wat = qu'est-ce que pijn hebben = avoir mal hij kan = il peut lopen = marcher vinden = trouver meteen, dadelijk = tout de suite gelukkig = heureusement gebroken = cassé, cassée arm = pauvre buiten = dehors goed, lekker = bon, bonne het dier = l'animal de dieren = les animaux de hond = le chien de wolf = le loup de spin = l'araignée den tijger = le tigre de slang = le serpent de vogel = l'oiseau de eend = le canard de wesp = la guêpe de olifant = l'éléphant de kwal = la méduse het paard = le cheval de koe = la vache het schaap = le mouton de muis = la souris de vis = la poisson de staart = la queue de poot = la patte de haren, de vacht = les poils aaien = caresser vliegen = voler zwemen = nager prikken, steken = piquer gevaarlijk = dangereux, dangereuse wild = sauvage la ferme = de boederij les parents (m) = de ouders aider = helpen parfois = soms la poule = de kip la surprise = de verrassing quand = wanneer l'agneau = het lam né = geboren la nuit = de nacht si = zo beau, belle = mooi conduire = besturen, rijden le tracteur = de tractor ne ... pas encore = nog niet encore = nog avoir le droit = mogen, het recht hebben Ma mère ne travaille pas à la ferme = Mijn moeder werkt niet op de boerderij Juliette n’aime pas = Juliette houdt er niet van Cédric n’habite pas à Paris = Cédric woont niet in Parijs Hij is dol op spelen = Il adore jouer Dat is aardig = C'est gentil Waar is de kat? = Oú est le chat? Ik weet het niet = Je ne sais pas Het spijt me = Je regrette Wat heb je? = Qu'est-ce que tu as? Hij heet pijn aan zijn poot = Il a mal à la patte Hij kan niet lopen = Il ne peut pas marcher
Ingezonden op 15-02-2016 - 503x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!