Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Vocabulaire 2000 1AFa 2015-2016
› 19 Communiquer, expliquer, décrire
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Vocabulaire 2000 1AFa 2015-2016
, deel 19
19 Communiquer, expliquer, décrire
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
communiquer = meedelen; communiceren; contact onderhouden une communication = een mededeling transmettre = doorgeven la communication = de communicatie; het contact le moyen de communication = het communicatiemiddel un correspondant = een correspondent une correspondante = een correspondente correspondre = corresponderen la correspondance = de correspondentie la correspondance; le courrier = de post la langue; le langage = de taal le langage = de spraak; het woord étranger = vreemd une expression = een uitdrukking par coeur = uit het hoofd la prononciation = de uitspraak prononcer = uitspreken un accent = een accent littéralement = letterlijk précis = nauwkeurig; precies clair = duidelijk; klaar compliqué = ingewikkeld incompréhensible = onbegrijpelijk simplifier = vereenvoudigen vide de sens = nietszeggend; inhoudloos le contenu = de inhoud traiter de = handelen over il s’agit des = het gaat over de expliquer = uitleggen des explications = uitleg vouloir dire = willen zeggen; bedoelen ce ton = die toon s’exprimer = zich uitdrukken; zich laten horen un moyen = een middel manipuler = manipuleren déclarer = verklaren la déclaration = de verklaring sauf; excepté = behalve réagir = reageren une exception = een uitzondering définir = bepalen défini; précis = bepaald; precies rappeler = in herinnering brengen général = algemeen le tableau d’affichage = het aanplakbord un écriteau = een bordje; een bordje met opschrift signifier = betekenen la signification = de betekenis se renseigner; s’informer = inlichtingen inwinnen un renseignement = een inlichting le récit = het relaas; het verhaal un aperçu = een kort overzicht mentionner = vermelden incroyable = ongelooflijk une plaisanterie = een grapje plaisanter = grapjes maken vraiment; réellement = echt remarquer = opmerken une remarque = een opmerking démontrer = aantonen décrire = beschrijven une description = een beschrijving minutieux = nauwkeurig; minutieus une caractéristique; une particularité = een kenmerk caractéristique = kenmerkend particulier = eigen; bijzonder caractériser = kenmerken concernant = over; aangaande concerner = aangaan concerné = erbij betrokken en fait = in feite; eigenlijk rechercher = opzoeken dériver = afleiden indiquer = aangeven une indication = een aanwijzing renvoyer = verwijzen la référence = de referentie; de verwijzing prétendre = beweren soi-disant = zogezegd inexplicable = onverklaarbaar signaler = signaleren; melden un signe = een teken évoquer = ophalen; oproepen à propos = wat ik zeggen wilde; tussen twee haakjes
Ingezonden op 21-02-2016 - 341x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!