Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
libre service blz 8 t/m 17
› 123 écouter/regarder
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
libre service blz 8 t/m 17
, deel 2
123 écouter/regarder
Jaar 6
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
l'enterrement (m) = de begrafenis méfiant = wantrouwend orgueilleux = trots tout m'échappe = alles ontgaat me le torchon = de vaatdoek se faire draguer = zich laten versieren le mouchoir = de zakdoek craquer = vallen voor le destin = het lot emprunter = (ont)lenen le saut = de sprong rapprocher = nader tot elkaar komen la grève = de staking ringard = ouderwets sous la main = heimelijk foireux = waardeloos le grand huit = de achtbaan déconner = onzin uitkramen, domme dingen doen le manège = de draaimolen comme d'habitude = zoals gewoonlijk au départ = in het begin interrompu = onderbroken le malentendu = het misverstand l'étoile (f) = de ster l'objectif (m) = het doel soit... soit... = hetzij... hetzij... la branche = de tak songer = denken, dromen la timidité = de verlegenheid soupirer = zuchten distrait = onoplettend l'arbre (m) = de boom sembler = lijken aveugle = blind le rossignol = de nachtegaal morose = somber la mûre = de braam creux = hol, leeg sourd = doof ingénu = naïef indiquer = aangeven, aanwijzen l'oeil (m) = het oog la rosée = de dauw distant = afstandelijk le bois = het bos la caresse = de streling le baiser = de kus le taillis = het hakbos évident = vanzelfsprekend la hanche = de heup brusquer = iets overhaasten, iemand grof behandelen se planter = blunderen commettre = begaan boucler = vastgespen le retrait = het ontnemen, het intrekken brûler un feu = door rood rijden au moins = minstens équipé = uitgerust (met accessoires) dépasser = inhalen élevé = hoog l'épreuve (f) = de toets, de opgave l'infraction (f) = de overtreding décrocher = in de wacht slepen susciter = (op)wekken remettre = terugzetten subir = ondergaan le code = de verkeersregels se reconstituer = herstellen racheter = terugkopen préchieux = waardevol ne...guère = nauwelijks l'auto-école (f) = de autorijschool le concessionnaire = de (auto)dealer assumer = op zich nemen l'interdiction (f) = het verbod permettre = toestaan, in staat stellen le taux = het gehalte constituer = vormen
Ingezonden op 22-02-2016 - 251x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!