Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Van Troje naar Italië eindexamenbundel
› 205 paginanummer
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Van Troje naar Italië eindexamenbundel
, deel 14
205 paginanummer
Jaar 6 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
fames = honger familia = 1.huishouden 2.personeel fas est = het is geoorloofd fateor = bekennen fatigo = vermoeien fatum = (nood)lot, (mv) lotsbestemmingen, lotgevallen fax = fakkel felicitas = geluk felix = gelukkig femina = vrouw fera = wild dier, monster fere = bijna ferio = slaan ferme = bijna fero = 1.dragen, brengen 2.verdragen ferox = 1.strijdlustig 2.woest, fel ferrum = 1.ijzer 2.zwaard ferus = wild, ruw fessus = vermoeid fides = 1.trouw 2.vertrouwen fio = 1.worden 2.gebeuren 3.gemaakt worden, gedaan worden figo = vasthechten filia = dochter filius = zoon fingo = 1.vormen 2.verzinnen finio = beëindigen finis = einde fines = gebied flamma = vlam flecto = buigen, draaien, wenden fleo = (be)wenen fluctus = golf fluo = stromen flumen = rivier fluvius = rivier, stroom foedus = verdrag, verbond foedus = afschuwelijk, schandelijk folium = blad fons = bron for = spreken, zeggen fore = te zullen zijn (; futurum esse) forma = 1.gestalte 2.schoonheid forte = toevallig fortis = dapper, sterk fortiter = bijwoord bij fortis fortuna = 1.lot 2.geluk 3.ongeluk forum = markt(plein), forum frango = breken frater = broer fraus = bedrog frequens = talrijk, herhaaldelijk fretum = zee(staat) frigus = kou frons = voorhoofd, gezicht fructus = vrucht fruor = genieten van frumentum = koren, graan frustra = tevergeefs fuga = vlucht, verbanning fugio = vluchten, ontvluchten fulvus = roodgeel, bruingeel fundo = gieten, storten funus = 1.dood, moord 2.begrafenis furo = bezeten zijn, tekeer gaan, razen furor = bezetenheid, waanzin, hartstocht futurum esse = te zullen zijn gaudeo = 1.blij zijn 2.(+abl) zich verheugen over gaudium = vreugde gemitus = gezucht, gekreun genitor = vader gens = volk genus = 1.afkomst, geslacht 2.soort
Ingezonden op 25-02-2016 - 1554x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!