Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
larissa werkwoorden
› 2 onregelmatige werkwoorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
larissa werkwoorden
, deel 2
2 onregelmatige werkwoorden
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
be = zijn/ worden, was/were, been beat = (ver)slaan, beat, beaten become = worden, became, become begin = beginnen, began, begun bite = bijten, bit, bitten break = breken, broke, broken build = bouwen, built, built buy = kopen, bought, bought can = kunnen, could, could catch = kunnen, caught, caught choose = kiezen, chose, chosen come = komen, came, come cut = knippen, cut, cut do = doen, did, done drive = autorijden, drove, driven eat = eten, ate, eaten fall = vallen, fell, fallen feel = voelen, felt, felt find = vinden, found, found fly =vliegen, flew, flown get = krijgen, got, got give = geven, gave, given go = gaan, went, gone grow = groeien, grew, grown have = hebben, had, had hear = horen, heard, heard hit = slaan, hit, hit hurt = pijn doen, hurt, hurt keep = houden, kept, kept know = weten, knew, known leave = verlaten, left, left lose = verliezen, lost, lost make = maken, made, made meet = ontmoeten, met, met put = zetten, put, put read = lezen, read, read ride = paardrijden, rode, ridden run = rennen, ran, run say = zeggen, said, said see = zien, saw, seen sell = verkopen, sold, sold send = sturen, sent, sent sit = zitten, sat, sat sleep = slapen, slept, slept speak = spreken, spoke, spoken stand = staan, stood, stood swim = zwemmen, swam, swum take = nemen, took, taken teach = onderwijzen, taught, taught tell = vertellen, told, told think =denken, thought, thought throw = gooien, threw, thrown understand = begrijpen, understood, understood wake = wekken, woke, woken win = winnen, won, won write = schrijven, wrote, written
Ingezonden op 26-02-2016 - 420x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
vraag is de base form, vul in de nederlandse betekenis en daarna de 2 andere engelse werkwoordsvormen
alle met een coma ertussen
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!