Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Fortuna woorden per letter
› 0 woorden letter A (les 1-29)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Fortuna woorden per letter
, deel 1&2
0 woorden letter A (les 1-29)
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
a(b) +abl. = 1. weg van; van(af); 2. door (toedoen van) abeo, abii, abitum (abire) = weggaan absum, afui (abesse) = 1. afwezig zijn; 2. +abl. verwijderd zijn van ac = en accedo, accessi (acceděre) = naderen, erbij komen accendo, accendi, accensus (accenděre) = in brand steken, aansteken accido, accidi (acciděre) = 1. gebeuren; 2. +dat. overkomen (aan) accipio, accepi, acceptus (accipěre) = 1. ontvangen; verkrijgen; 2. vernemen acer, aceris = scherp, fel, hevig ad + acc. = naar; bij; tot addo, addidi, additus (adděre) = toevoegen adduco, adduxi, adductus (adducěre) = brengen in/naar adeo (bijw.) = zozeer adeo, adii, aditum (adire) = gaan naar; komen naar adhuc (bijw.) = tot nu toe; nog aditus, aditus = toegang adiuvo, adiuvi, adiutus (adiuvare) = helpen admitto, admisi, admissus (admittěre) = toelaten admoneo, admonui, admonitus (admonēre) = waarschuwen adsum, adfui (adesse) +dat. = 1. aanwezig zijn; er zijn; 2. helpen adulescens, adulescentis = jongeman advenio, adveni, adventum (advenire) = (aan)komen; bereiken adventus, adventus = (aan) komst aedificium = gebouw aeger, aegra, aegrum = ziek aegre (bijw.) = met moeite aequo (aequare) = gelijk maken; evenaren aequus = 1. vlak; kalm; 2. gelijk; 3. onpartijdig; gunstig aetas, aetatis = leeftijd; leven; tijd aeternus = eeuwig affectus +abl. = aangedaan door affero, attuli, allatus (afferre) = (mee)brengen; ergens heenbrengen afficio, affeci, affectus (afficěre) +abl. = iemand (met) iets aandoen ager, agri = akker; land aggredior, aggressus sum (aggredi) = aanvallen agmen, agminis (onz.) = stoet; colonne agnosco, agnovi, agnitus (agnoscěre) = 1. herkennen; 2. erkennen ago, egi, actus (agěre) = 1. voeren; drijven; 2. doen; verrichten ; 3. (be)handelen agricola = boer ait = 1. hij zegt/beweert ; 2. hij zei/beweerde alii...alii = sommige(n)...andere(n) aliquando = eens; ooit aliqui, aliqua, aliquod = een of ander aliquis, aliquid = 1. iemand; iets ; 2. (mv.) sommigen; enkelen alius, alia, aliud (alterius) = ander alter, altera, alterum (alterius) = de een; de ander (van twee) alteri...alteri (mv.) = sommige(n)...andere(n) altus = hoog; diep ambulo (ambulare) = wandelen amica = vriendin amicitia = vriendschap amicus = vriend amitto, amisi, amissus (ammittěre) = verliezen amo (amare) = houden van amor, amoris (mnl.) = liefde an = of angustus = 1. nauw; eng; 2. beperkt animal, animalis (onz.) = levend wezen; dier animus = geest in animo habeo = van plan zijn annus = jaar ante +acc. = voor antea = vroeger aperio, aperui, apertus (aperire) = openen apertus = open; openlijk; duidelijk appareo, apparui (apparēre) = verschijnen apparet, apparuit +A.c.I. (apparēre) = het blijkt dat; het is duidelijk dat appello (appellare) = toespreken; noemen apud +acc. = bij aqua = water ara = altaar arbor, arboris (vrl.) = boom ardeo, arsi (ardēre) = branden; in brand staan arma, armorum (onz. mv.) = wapens armatus = gewapend ars, artis (vrl.) = 1. vaardigheid; kunst ; 2. wetenschap aspicio, aspexi, aspectus (aspicěre) = kijken naar; aanschouwen assiduus = onafgebroken; voortdurend astrum = ster at = maar ater, atra, atrum = zwart atque = en auctor, auctoris = 1. ontwerper ; 2. schrijver; zegsman audax, audacis = 1. moedig ; 2. overmoedig; brutaal audeo, aussas sum (audēre) = durven audio, audivi, auditus (audire) = horen aufero, abstuli, ablatus (auferre) = wegnemen augeo, auxi, auctus (augēre) = vermeerderen; vergroten aureus = gouden; van goud aurum = goud aut = of autem = maar; echter auxilium = hulp
Ingezonden op 08-03-2016 - 310x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Lessen 30, 31 en 32 zitten hier niet bij
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!