Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
its
› 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
its
hoofdstuk 2
Jaar 1 (bso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
denken, geloven= croire ik denk dat = je crois que zeggen= dire vertellen (over)= raconter (sur) praten (over)= parler (de) jammer vinden dat = regretter que leuk vinden= aimer, adorer nodig hebben = avoir besoin (de) hij heeft het nodig= il en a besoin gelijk hebben = avoir raison ongelijk hebben = avoir tort de smurf= le Schtroumpf het is nodig dat= il faut que ontmoeten = rencontrer (iemand) opzoeken= aller voir (quelqu’un) de groeten doen= dire bonjour doe de groeten aan….= dis / dites bonjour à vertrekken = partir informeren over = renseigner sur beschermen = protéger kunnen= 1. pouvoir 2. savoir ik kan autorijden= je sais conduire overtuigen= convaincre irriteren= énerver dat irriteert me!= ça m’énerve ! beweren= affirmer doorgaan= continuer werken= travailler reizen = voyager zich gedragen = se comporter kennismaken= faire connaissance ontdekken = découvrir beloven= promettre het is beter= il vaut mieux de reclame= la publicité de invloed= l’influence de middelen= les moyens het apparaat = l’appareil bezet= occupé een advertentie= une annonce het advies, de tip/raad= le conseil de eigenaar= le propriétaire het uitzicht = la vue de manier= la façon de kosten = les frais op de camping= dans le camping vrije tijd= les loisirs vlakbij= tout près het hoogste punt= le point culminant het recht= le droit de date, de afspraak= le rendez-vous de ontvangst, de receptie= l’accueil de vlucht= le vol de plattegrond= le plan de spreekbeurt= l’exposé oral het onderwerp= le sujet het gebergte = la montagne het verzoek, het gebed= la prière de belofte = la promesse de vriendschap= l’amitié een relatie uitmaken= rompre avec vanwege= à cause de bijvoorbeeld= par exemple ook, daarbij= en plus waarom…?= pourquoi…? omdat= parce que dáarom= c’est pour ça que…/ c’est parce que….. gefeliciteerd met…= félicitations de bedankt voor= merci de vragen = demander antwoorden= répondre schrijven over= écrire sur het land= le pays de stad= la ville het dorp= le village met de auto= en voiture met de trein= par le train met de fiets= à vélo met het vliegtuig= par avion
Ingezonden op 10-03-2016 - 500x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!