Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Fortuna woorden per letter
› 0 woorden letter E (les 1-29)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Fortuna woorden per letter
0 woorden letter E (les 1-29)
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
e(x) +abl.= uit; van(uit); vanaf eam (acc. vrl. ev.) = 1. haar; 2. deze; die eas (acc. vrl. mv.) = 1. hen; 2. deze; die ecce! = kijk! edo, edidi, editus (eděre) = 1. voortbrengen; 2. uitgeven educo, eduxi, eductus (educěre) = naar buiten leiden; wegleiden effugio, effugi (effugěre) = ontvluchten; ontkomen ego = ik egredior, egressus sum (egredi) = gaan uit; weggaan; verlaten egresius = uitstekend; voortreffelijk ei = 1. (dat. ev.) (aan) hem; (aan) haar; eraan; 2. (nom. mv.) zij; deze; die eius (gen. ev.) = 1. zijn; van hem; 2. (van) haar; 3. van het; zijn; ervan eiusmodi = van deze aard; zulke eligo, elegi, electus (eligěre) = uitkiezen emo, emi, emptus (eměre) = kopen enim = immers; namelijk; want eo, ii, itum (ire) = gaan; komen eorum (gen. mnl./onz. mv.) = 1. van hen; hun; ervan; 2. van deze(n); van die eos (acc. mnl. mv.) = 1. hen; 2. deze; die epistula = brief eques, equitis = 1. ruiter; 2. ridder (klasse tussen senaat en volk) equidem = 1. ik persoonlijk; 2. zeker; stellig equus = paard erant = (zij) waren erat = (hij, zij, het) was ergo = dus erigo, erexi, erectus (erigěre) = oprichten eripio, eripui, ereptus (eripěre) = wegrukken; ontrukken erit = (hij, zij, het) zal zijn erro (errare) = 1. rondzwerven; dwalen; 2. zich vergissen error, erroris (mnl.) = 1. zwerftocht; 2. vergissing; misvatting esse = (hij, zij, het) is et = 1. en; 2. ook et...et = en...en; zowel...als etiam = ook; zelfs eum (acc. mnl. ev.) = 1. hem; 2. deze; die evado (evaděre) = ontsnappen; ontkomen evenio, eveni, eventum (evenire) = gebeuren ex, e +abl. = uit; van(uit); vanaf ex eis = van hen excedo, excessi (exceděre) = uitgaan; weggaan excito (excitare) = 1. (op)wekken; 2. opjagen' exclamo (exclamare) = uiteenroepen; uitschreeuwen exemplum = voorbeeld exeo, exii, exitum (exire) = uitgaan; weggaan exercitus, exercitus = leger exitus, exitus = 1. uitgang; 2. afloop; einde existimo (existimare) = 1. houden voor; achten; 2. oordelen; menen expello, expuli, expulsus (expellěre) = verdrijven expugno (expugnare) = veroveren exspecto (exspectare) = (af)wachten; verwachten exstinguo, exstinxi, exstinctus (exstinguěre) = 1. (uit)blussen; (uit)doven; 2. vernietigen extra +acc. = buiten
Ingezonden op 11-03-2016 - 292x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
lessen 30,31 en 32 niet inbegrepen
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!