Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Fortuna woorden per letter
› 0 woorden letter F (les 1-29)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Fortuna woorden per letter
0 woorden letter F (les 1-29)
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
facies, faciei = 1. gedaante; uiterlijk; 2. gezicht facilis, facile = gemakkelijk facinus, facinoris (onz.) = misdaad facio, feci, factus (facěre) = 1. maken; 2. doen factum = 1. feit; 2. daad factum est = 1. het is gemaakt; het is gedaan; 2. het is gebeurd fallo, fefelli (fallěre) +acc. = 1. bedriegen; 2. ontgaan (aan) fama = 1. gerucht; 2. reputatie fames, famis (vrl.) = honger fateor, fassus sum (fatēri) = bekennen fatigatus = vermoeid fatum = 1. (nood)lot fax, facis (vrl.) = fakkel felix, felicis = gelukkig femina = vrouw fere (bijw.) = bijna; ongeveer ferio (ferire) = slaan; treffen ferme (bijw.) = bijna; ongeveer fero, tuli, latus (ferre) = 1. dragen; brengen; 2. verdragen ferox, ferocis = 1. strijdlustig; 2. woest; fel ferrum = 1. ijzer; 2. zwaard fides, fidei = 1. trouw; 2. vertrouwen filia = dochter filius = zoon fingo, finxi, fictus (fingěre) = 1. vormen; 2. verzinnen finio (finire) = beëndigen finis, finis (mnl.) = 1. einde; grens; 2. (mv.) gebied fio, factus sum (fieri) = 1. worden; 2. gebeuren; 3. gemaakt worden flamma = vlam flumen, fluminis (onz.) = rivier fluvius = rivier foedus, foederis (onz.) = verdrag; verbond fons, fontis (mnl.) = bron fore (inf.) = (te) zullen zijn forma = 1. gestalte; 2. schoonheid forte (bijw.) = toevallig fortis, forte = dapper; sterk fortissimus = 1. dapperst; 2. zeer dapper fortuna = 1. lot; 2. geluk; 3. ongeluk Forum, forum = (markt)plein; Forum (in Rome) frango, fregi, fractus (frangěre) = breken frater, frateris = broer fraus, fraudis (vrl.) = bedrog frigus, frigoris (onz.) = kou frumentum = koren; graan frustra (bijw.) = vergeefs fuerunt = zij zijn geweest; zij waren (perf. van sum/esse) fuga = 1. vlucht; 2. verbanning fugio, fugi (fugěre) = vluchten fuit = hij is geweest; hij was (perf. van sum (esse)) fundo, fudi (funděre) = gieten op/in funus, funeris (onz.) = dood; begrafenis futurus esse = (te) zullen zijn
Ingezonden op 11-03-2016 - 180x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
bevat geen lessen 30, 31 en 32
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!