Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
pour
› 15 12 t/m 15
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
pour
, deel 2
15 12 t/m 15
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
frāter –tris m = broer soror –ris f = zus nōmen –minis n = 1. naam, 2. naamwoord praenōmen –minis n = voornaam cognōmen –minis n = bijnaam avunculus –ī = oom (broer van de moeder) mīles –litis m = soldaat scūtum –ī = schild gladius –ī = zwaard pīlum –ī = speer (van voetsoldaten) arma –ōrum = wapens arcus –ūs m = boog sagitta –ae = pijl pugnus –ī = vuist hasta –ae = lans (van ruiters) pedes –itis m = voetsoldaat eques –itis m = ruiter pars –rtis f = 1. deel, 2. kant fīnis –is m = 1. grens, 2. einde patria –ae = vaderland hostis –is m = vijand bellum –ī = oorlog exercitus –ūs = leger dux –ucis m = aanvoerder, veldheer castra –ōrum = legerkamp passus –ūs = stap fossa –ae = gracht vāllum –ī = wal equitātus –ūs = ruiterij impetus –ūs = aanval metus –ūs = angst mille mīlia = duizend(tal) trīstis –e = droevig armātus –a –um = bewapend brevis –e = kort gravis –e = zwaar levis –e = licht barbarus –a –um = barbaars altus –a –um = 1. hoog, 2. diep lātus –a –um = breed fortis –e = 1. dapper, 2. sterk vester –tra –trum = jullie ferre = 1. dragen, 2. brengen pugnāre = vechten incolere = bewonen dīvidere = 1. (af)scheiden, 2. verdelen oppugnāre = 1. aanvallen, 2. belegeren metuere = vrezen militāre = soldaat zijn dēfendere = verdedigen, beschermen iacere iaciō = werpen, gooien expugnāre = veroveren, innemen fugere fugiō = vluchten nimis = 1. (al) te (zeer), 2. zeer, erg contrā + acc = tegen prope = 1. (+ acc) nabij, dicht bij, 2. bijna in + acc = 1. ... in / binnen , 2. naar, op ... af annus –ī = jaar mēnsis –is m = maand diēs –ēī m = dag saeculum –ī = eeuw tempus –poris n = 1. tijd, 2. jaargetijde faciēs –ēī f = gezicht māne n = ochtend vesper –erī = avond nox –ctis f = nacht initium –ī = begin hōra –ae = uur merīdiēs –ēī m = middag lūna –ae = maan stēlla –ae = ster lūx –ūcis f = licht fōrma –ae = vorm, gestalte kalendae –ārum = kalendae (1e dag v.d. maand) īdūs –uum f = iden (13e / 15e dag v.d. maand) nōnae –ārum = nonen (5e / 7e dag v.d. maand) aequinoctium –ī = dag die even lang duurt als de nacht aestās –ātis f = zomer hiems –mis f = winter vēr –is n = lente autumnus –ī = herfst imber –brī = regen(bui) nix –ivis f = sneeuw lacus –ūs = meer glaciēs –ēī f = ijs urbs –bis f = stad postrēmus –a –um = laatste dīmidius –a –um = half aequus –a –um = gelijk clārus –a –um = 1. helder, 2. beroemd tōtus –a –um = (ge)heel obscūrus –a –um = donker, duister exiguus –a –um = gering, klein calidus –a –um = warm frīgidus –a –um = koud ūndecim = elf trīgintā = dertig sexāgintā = zestig ducentī –ae –a = tweehonderd trecentī –ae –a = driehonderd quīntus –a –um = vijfde sextus –a –um = zesde septimus –a –um = zevende octāvus –a –um = achtste nōnus –a –um = negende decimus –a –um = tiende ūndecimus –a –um = elfde duodecimus –a –um = twaalfde nōmināre = noemen illūstrāre = verlichten incipere incipiō = beginnen operīre = bedekken velle = willen erat = (hij, zij, het) was erant = (zij) waren vel = of tunc = toen, op dat moment nunc = nu, op dit moment igitur = dus, daarom item = eveneens quandō? = wanneer? gallus –ī = haan vestīmentum –ī = kledingstuk tunica –ae = tunica (onderkleed) toga –ae = toga (kleed dat vrije mannen of jongens over de tunica droegen) calceus –ī = schoen, laars parentēs –um m = ouders tabula –ae = schrijfplankje stilus –ī = schrijfpen rēgula –ae = lineaal rēs –ēī ƒ = ding, zaak quiētus –a –um = rustig, stil apertus –a –um = geopend, open clausus –a –um = gesloten, dicht sordidus –a –um = vuil, smerig pūrus –a –um = schoon nūdus –a –um = naakt, bloot togātus –a –um = in toga gehuld dexter –tra –trum = rechter sinister –tra –trum = linker omnis –e = 1. (ge)heel, 2. ieder, 3. alle cubāre = (in / op bed) liggen vigilāre = wakker zijn valēre = gezond zijn sē habēre = eraan toe zijn excitāre = wakker maken surgere = opstaan, zich verheffen afferre = ergens heen dragen / brengen lavāre = wassen mergere = onderdompelen solēre = de gewoonte hebben frīgēre = het koud hebben poscere = vragen om, eisen vestīre = aankleden induere = (kleren) aantrekken gerere = (kleren) dragen ..., inquit, ... = ..., zegt hij / zij, ... uterque –traque –trumque = elk(e) van beide(n) neuter –tra –trum = geen van beide(n) alter –era –erum = de één, de ander (van twee) uter –tra -trum? = welk(e) van beide(n)? mēcum = met mij / me (mee) tēcum = met jou / je (mee) sēcum = met zich (mee) nihil = niets quōmodo = op welke manier, hoe hodiē = vandaag adhūc = nog (steeds) manē = 1. ochtend, 2. in de ochtend prīmum = eerst deinde = daarna, vervolgens praeter + acc = behalve an = of –ne ... an ... = (of) ... of ... valē = gegroet!, dag! (bij afscheid) lūdus –ī= school magister –trī= leraar, meester discipulus –ī = leerling virga –ae= twijg sella –ae= stoel iānua –ae= voordeur vērum –ī= waarheid tergum –ī= rug malum –ī= iets slechts; ellende lectulus –ī= bedje sevērus –a –um= streng tacitus –a –um= zwijgend; stil vērus –a –um= waar posterior –ius = meer naar achteren; later īnferior –ius = meer naar beneden prior –ius = meer naar voren; vroeger pūnīre= straffen cōnsīdere= gaan zitten exclāmāre= ‘t uitroepen; hard schreeuwen dēsinere= ophouden; stoppen redīre= teruggaan; terugkeren reddere= teruggeven recitāre= voordragen; voorlezen licēre= geoorloofd; mogelijk zijn ..., inquiunt, ...= ..., zeggen ze, ... sum= ik ben es= jij bent sumus= wij zijn estis= jullie zijn ego= ik tū= jij nōs nom + acc.= wij; ons vōs nom + acc= jullie nōndum= nog niet statim= meteen tum= dan, daarna quid?= wat?; waarom? domī= thuis antequam= voordat at= maar sī= als nisi= als niet; tenzij
Ingezonden op 17-03-2016 - 1456x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
18-03-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!