Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Diverse vakken voor makkelijk leren
› 4 Duits
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Diverse vakken voor makkelijk leren
, deel 2
4 Duits
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Hij is me toch een sukkel! = Er ist doch ein Penner! De deelnemer heeft geen kans = Der Teilnehmer hat keine Chance. Het publiek heeft haar al weggestemd = Das Publikum hat sie schon rausgewählt. Daar is het gat van de deur! = Da ist die Tür! Hij is een slijmbal = Er ist ein Schleimer. Als ik haar zie, word ik al niet goed = Mir wird schlecht, wenn ich sie nur sehe. Jullie zien er niet uit! = Wie ihr ausseht! Wat heeft ze met haar geroddel bereikt? = Was hat sie mit ihren Lästereien erreicht? Dat is niet uit te houden = Das hält man nicht aus. Ze durft nooit de waarheid te zeggen = Sie traut sich nie die Wahrheit zu sagen. Hij is een looser = Er ist ein Versager. Hij heeft iedereen tegen elkaar opgestookt = Er hat alle gegeneinander aufgehetzt. Jij gaat erachteraan! = Du gehst hinterher! Hij heeft het zo achter zijn ellebogen! = So verkappt wie der ist! Zij is onnozel! = Sie ist so was von dämlich! We zijn nu dus nog maar met z'n vijven = Jetzt sind wir also nur noch zu fünft. Daar moet ik van kotsen = Das kotzt mich an. Hoe gaan we hem dat laten zien? = Wie zeigen wir ihm das? We nemen ons petje voor hem af = Wir ziehen den Hut vor ihm. Zij heeft ze niet op een rijtje = Sie hat sie nicht alle. Ze krijgen ons er niet onder. = Sie kriegen uns nicht runter. Je bent een vuile rat = Du bist eine miese Ratte. Heb je begrepen wat er gaande is? = Hast du geschnallt, was Sache ist? Ze spreekt kwaad over anderen. = Sie zieht über Andere her. Ze schoppen hem eruit. = Sie schmeißen ihn raus. Rot op! Zo snel mogelijk! = Verpiss dich! So schnell wie möglich! Ik zeg wat ik denk = Ich sage, was ich denke. Ik zou hem op zijn bek kunnen slaan = Ich könnte ihn in die Fresse hauen. We zullen het hun wel eens laten zien. = Wir werden es ihnen mal zeigen. Hij speelt stiekeme spelletjes = Er macht hinterhältige Spielchen. Ik sta aan jouw kant. = Ich stehe zu dir. Dat was in- en ingemeen = Das war derb gemein. Als het aan mij ligt niet. = Wenn es nach mir geht, nicht. Ze heeft iets lelijks over je gezegd. = Sie hat etwas Hässliches über dich gesagt. Wie gaat er als volgende? = Wer geht als Nächster. Ze draait ons allemaal de loer. = Sie verarscht uns alle.
Ingezonden op 22-03-2016 - 1331x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!