Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Allerlei 2.0
› 3 MAW TOETSWEEK #3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Allerlei 2.0
3 MAW TOETSWEEK #3
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
kiesrecht =1798 kregen Nederlanders het voor het eerst censuskiesrecht = alleen (mannen) die een bepaald bedrag aan belasting bepalen mogen stemmen actief kiesrecht = het recht om te kiezen passief kiesrecht = het recht om gekozen te worden evenredige vertegenwoordiging = alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld voer het beschikbaar aantal zetels (3% stemmen, 3% zetels) kiesdeler = hoeveelheid stemmen die je nodig hebt voor een zetel (aantal stemmen/aantal zetels) coalitievorming = verbond tussen meerdere partijen om meerderheid te behalen kiesdrempel = een partij moet een bepaald minimumpercentage halen om mee te delen in de zetels districtenstelsel= het land wordt verdeeld in aantal gebieden, kandidaat met meeste stemmen gaat naar volksvertegenwoordiging meerderheidsstelsel = het land wordt verdeeld in aantal districten, kandidaat met absolute meerderheid gaat naar volksvertegenwoordiging. na 1e ronde niet? 2e ronde tussen twee kandidaten met meeste stemmen uit eerste ronde sterke binding = voordeel districtenstelsel: kiezer en gekozene kennen elkaar beter meer duidelijkheid = voordeel districtenstelsel: praktijk altijd twee/drie partijenstelsel, geen kabinetsformatie nodig nadeel districtenstelsel =meeste stemmen, maar toch minste zetels fractiediscipline = de afspraak om bij wetsvoorstellen hetzelfde te stemmen als de andere partijleden restant meerderheidsstelsel = je kiest bij verkiezingen niet op partij, maar op persoon, bv. omdat vrouw/allochtoon is fractiespecialist = gespecialiseerd op één onderwerp representativiteit = de mate waarin standpunten en besluiten van gekozen vertegenwoordigers overeenkomen met de wens van de kiezers knelpunt representativiteit = partijen vertegenwoordigen niet altijd de ideeën van hun kiezers (door compromissen tussen partijen) knelpunt representativiteit = geringe communicatie kiezer en gekozene, vertegenwoordigers weten niet altijd van kiezers willen knelpunt representativiteit = actieve kiezers "actief participeren in politiek" hebben meer kans vertegenwoordigd te worden dan inactieve kiezers knelpunt representativiteit = er is een groep kiesgerechtigden die zich nooit vertegenwoordigd voelt protestpartij = stemmen mensen op die politiek niet begrijpen/zich niet interesseren in politiek op uit onvrede presidentieel stelsel = bij dit stelsel daadwerkelijk strikte scheiding der machten rechterlijke macht = hooggerechtshof uitvoerende macht = president en vice-president wetgevende macht = congres huis van afgevaardigden, senaat = congres bestaat uit college van kiesmannen = president wordt gekozen door ministers, 9 rechters hooggerechtshof = president benoemt volk = congres gekozen door ..., 2 senatoren per staat. 1 afgevaardigde per 650.000 kiezers impeachment-procedure = mogelijkheid (mits 2/3e meerderheid) om minister of president uit ambt te zetten. kan congres niet doen, terwijl dat in Nederland wel kan ontbindingsrecht = het recht om het parlement te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te vice-president = volgt president op als hij voor zijn vier jarig ambt voortijdig aftreedt verkiezingsprogramma = hierin staan de belangrijkste plannen en opvattingen van de partij zwevende kiezers = de mensen die niet elke keer op dezelfde partij stemmen en tijdens de verkiezingen vaak nog niet weten op welke partij ze zullen stemmen de nieuwe tweede kamer wordt geïnstalleerd = kabinetsformatie stap 1 de tweede kamer benoemt na een debat een of meer informateurs = kabinetsformatie stap2 de informateur onderhandelt met mogelijke coalitiepartners =kabinetsformatie stap3 de informateur schrijft coalitieafspraken op in een regeerakkoord =kabinetsformatie stap4 tweede Kamerfracties van de coalitiepartijen onderschrijven het regeerakkoord = kabinetsformatie stap5 de tweede kamer benoemt een formateur = kabinetsformatie stap6 de formateur zoekt geschikte bewindslieden = kabinetsformatie stap7 de koning benoemt bewindslieden nadat zij trouw beloofd of gezworen hebben = kabinetsformatie stap8 {zuiveringseed} het kabinet wordt gepresenteerd aan het publiek= kabinetsformatie stap 9 de minister-president leest de regeringsverklaring voor = kabinetsformatie stap 10 regeerakkoord = raamwerk voor beleid dat kabinet de komende jaren wil uitvoeren regeringsverklaring = hierin legt de minister-president namens de tweede kamer een aantal dagen na installatie, beëdiging en overdracht, verantwoording af over de formatie en volgt een debat over... kabinetscrisis = val van kabinet. (of er gaat 1 minister weg, komt wel goed. als alles gaat komt een nieuwe, hele proces opnieuw, oude tijdelijk waar) demissionair kabinet = kabinet zonder missie (kabinet vóór het gevallen kabinet wordt gevraagd tijdelijk waar te nemen tijdens nieuwe proces)
Ingezonden op 28-03-2016 - 1668x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!