Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Verpleegkunde HSL
› 3 Stampen voor kp tentamen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Verpleegkunde HSL
3 Stampen voor kp tentamen
Jaar 2 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
stofwisseling = metabolisme metabolisme = stofwisseling katabolisme = afbraak afbraak = katabolisme anabolisme = opbouw opbouw = anabolisme mogelijkheden vanuit nutrientenpool = omgezet in nh3, omgezet in weefseleiwit, naar citroenzuurcyclus glycogenese = glucose wordt glycogeen oiv insuline glucose wordt glycogeen oiv insuline = glycogenese glycogenolyse = glycogeen wordt glucose oiv glucagon en adrenaline glycogeen wordt glucose oiv glucagon en adrenaline = glycogenolyse glycolyse = glucose wordt pyrodruivenzuur glucose wordt pyrodruivenzuur = glycose gluconeogenese = pyrodruivenzuur wordt glucose pyrodruivenzuur wordt glucose = gluconeogenese lipogenese = acetyl-coA wordt omgezet in vetten acetyl-coA wordt omgezet in vetten = lipogenese risico alcohol = verhoogd de kans op kanker voordeel thee = verlaagd bloeddruk en kans op beroerte risico koffie zonder filter = verhoogd slecht cholesterol risico suikerhoudende dranken = geven gewichtstoename en verhogen kans op diabetes voordeel groente en fruit = verlaagd bloeddruk en kans op hartziekten en beroerten voordeel volkoren boterhammen = goed voor hart en bloedvaten voordeel haver = verlaagd cholesterol voordeel zetmeel = verlaagd cholesterol voordeel onbewerkt vlees = verlaagd kans op darmkanker, beroete en diabetes voordeel zuivel = verlaagd kans op darmkanker voordeel peulvruchten = verlaagd slecht cholesterol voordeel ongezouten noten = verlaagd slecht cholesterol voordeel vloeibare bak- en braadvetten = goed voor hart energiebalans = energieopname tegen energieverbruik energieopname bestaat uit = hongergevoel en eetgedrag hongergevoel komt door = lege maag, laag bloedsuiker, laag cholestokinine, laag lepten, hoog oestrogeen, laag serotonine, negatieve emoties, laag nicotine energieverbruik bestaat uit = betaalmetabolisme, voedingsgeindiceerde thermogenese, lichamelijke inspanning, bijzondere omstandigheden basaalmetabolisme wordt beïnvloed door = meer schildklierhormoon, man, meer spierweefsel, meer koorts, meer stress, meer ziekte, meer jongeren, minder ondervoeding, meer lang en dun, meer lepten schildklierhormoon functie = stimuleert het hongergevoel van elke cel waarom heeft een man een hoger basaalmetabolisme? = heeft minder vetweefsel en meer spierweefsel waarom zorgt spierweefsel voor een hoger basaalmetabolisme? = hebben een hogere stofwisseling waarom hebben jongeren tov ouderen een hoger basaalmetabolisme = hogere celactiviteit, minder vet en meer spieren waarom hebben lange en dunnen mensen een hogere basaalmetabolisme ? = hebben een groter lichaamsoppervlak waardoor ze meer warmte kunnen verliezen basaalmetabolisme = onbewuste processen als circulatie, ademhaling, handhaving van lichaamstemperatuur, functie van het zenuwstelsel en hormoonstelsel voedingsgeindiceerde thermogenese = energie die het lichaam verbruikt bij verteren, opnemen en omzetten van voedingsstoffen tijdens de spijsvertering ruststofwisseling = basaalmetabolisme en voedingsgeindiceerde thermogenese basaalmetabolisme+voedingsgeindiceerde thermogenese = ruststofwisseling waarom zorgt vezelrijke voeding voor meer verzadiging? = neemt een groter volume op in de maag en remt maaglediging waarom zorgt serotonine voor verzadiging? = stimuleert het verzadigingscentrum in de hypothalamus waarom zorgt nicotine voor minder hongergevoel? = nicotine stimuleert afgifte adrenaline, waardoor de bloedsuikerspiegel spijt en de eetlust wordt geremd en de stofwisseling wordt verhoogd waar wordt leptine aangemaakt? = in vetweefsel waar zorgt leptine voor? = remmen eetlust en toename stofwisseling wanneer wordt cholecystokinine aangemaakt? = als vetrijk voedsel in de dunne darm komt waar zorgt cholecystokinine voor? = samentrekking galblaas, remming maaglediging en veroorzaakt sterk verzadigingsgevoel waar zorgen oestrogenen voor? = stimuleren hongergevoel en eetlust medicatie die honger gevoel stimuleren of basaalmetabolisme verlagen = orale antidiabetica, anti depressiva, antipsychotica, corticosteroïden normaal BMI = 18,5-24,9 overgewicht BMI = 25,0 - 29,9 obesitas BMI = 30,0 - 39,9 morbide obesitas = hoger dan 40 normale buikomvang man = minder dan 94 cm normale buikomvang vrouw = minder dan 80 cm vergrote buikomvang man= 94-102 cm vergrote buikomvang vrouw = 80-88 cm ernstig vergrote buikomvang man = groter dan 102 cm ernstig vergrote buikomvang vrouw = groter dan 88 cm metabool syndroom = hoge concentratie triglyceriden, lage concentratie HDL-cholesterol, hoge bloeddruk, insuline resistentie, hoge bloedsuikerspiegel, verhoogde bloedstolling ondervoeding = essentieel voedingsstoffen tekort marasmus = onvoldoende voedselinname kwashiorkor = eiwitten tekort rachitis = tekort vitamine D essentieel voedingsstoffen tekort = ondervoeding onvoldoende voedselinname = marasmus eiwitten tekort = kwashiorkor tekort vitamine D = rachitis overmaat vitamine D = calciumafzettingen in weefsels tekort vitamine B1 = beriberi, korsakov beriberi = tekort vitamine B1, aantasting hart/vaatstelsel, neurologische symptomen ziekte van korsakov = tekort vitamine B1, geheugenverlies overmaat vitamine B1 = lage bloeddruk vitamine C tekort = scheurbuik vitamine C overmaat = nierstenen hoge bloedsuiker = pancreas stimuleert insuline productie lage bloedsuiker = pancreas stimuleer glucagon productie insuline = stimuleert glucose opname glucagon = stimuleert glycogeen afbraak naar glucose hyperosmolair hyperglycemisch non-ketotisch coma = uitdroging bij hoge bloedglucose en weinig drinken metformine = remt glucose productie lever, verbeterd insulinegevoeligheid sulfonylureumderivaten = bevorderen insuline afgifte pioglitason = versterkt glucoseopname in vetweefsel, leveren skeletspieren repaglinide = verhoogd snel en kort de insuline afgifte door beta-cel symptomen diabetes type 2 = ontstaan geleidelijk en zijn mild, geen vermagering hypoglycaemie = te lage bloedsuiker waarde hypoglycaemie = onder 4 mmol/l oorzaken hypoglycaemie = te veel insuline, te weinig koolhydraten, meer lichaamsbeweging symptomen hypoglycaemie = plotselinge moeheid, transpireren, trillen, coma, angst, depressie, dysartrie dysartrie = lallend praten behandeling hypoglycaemie = glycagon, druivensuiker, glucose IV hyperglycaemie = te hoge bloedsuiker waarde hyperglycaemie = boven de 10 mmol/l oorzaken hyperglycaemie = te weinig insuline, minder lichaamsbeweging, te veel koolhydraten, emotie, stress, ziekte, koorts, infectie, medicatie symptomen hyperglycaemie = dorst, veel plassen, droge mond, moeheid, jeuk, wazig zien, zich ziek voelen, sufheid behandeling hyperglycaemie = voldoende drinken bloedglucose waarde = hoeveelheid glucose op dat moment HbA1C = hoeveelheid versuikerde hemoglobine, gemiddelde bloedglucosewaarden in de afgelopen 2-3 maanden polydipsie = veel drinken symptomen DM type 1 = met vermagering amenorroe = geen menstruatie keto-acidotisch coma = door vetverbranding ontstaan er zuren en ruikt de adem naar aceton neuropathie = verminderde doorbloeding zenuwen, willekeurige pijnen door beschadigde zenuwen retinopathie = schade aan vaatjes die de achterkant van de ogen voorzien van bloed symptomen retinopathie = wazig of dubbelzien, lichtflitsen, plotselinge blindheid, stippen in het gezichtsveld neuropathie = schade aan haarvaatjes die de nieren van bloed voorzien symptomen neuropathie = nieren verliezen filterfunctie, bloeddruk wordt irregulair langwerkende insuline = voor de nacht kortwerkende insuline = voor maaltijd zwangerschapsdiabetes = zwangerschapshormonen remmen werking insuline macrosomie = kans op een groot kind thyroid = schildklier hyperthyreoïdie = te veel werking schildklier ziekte van graves = auto-immuunziekte die de schildklier stimuleert tot het maken van hormonen toxisch adenoom = 1 tumor op de schildklier stimuleert tot afgifte hormonen toxisch multinodulair struma = veel tumoren die leiden tot productie schildklierhormoon symptomen hyperthyreoïdie = gewichtsverlies, overmatig zweten, gejaagdheid, vermoeidheid, tachycardie, tremor, uitpuilende ogen medicatie bij hyperthyreoïdie = carbimazol, PTU, thiamazol levothyroxine (thorax) = overname functie schildklier hypothyreoïdie = te weinig schildklierwerking oorzaken hypothyreoïdie = primair, probleem schildklier, secundair, probleem hypofyse symptomen hypothyreoïdie = vermoeidheid, koudegevoel, traagheid, obstipatie, droge huid, hese stem, myxoedeem myxoedeem = oedeem in gezicht en tong syndroom van cushing = te veel cortisol door bijnieren oorzaken syndroom van cushing = corticosteroïden gebruik, hypofyse adenoom, adenoom bijnier, longcarcinoom corticosteroïden = prednison, dexamethason ACTH = productie cortisol symptomen syndroom van cushing = hoge bloedglucose, remming eiwitsynthese, aldosteron effect, mannelijke vetverdeling, mannelijk hormoon effect, remmen afweerreacties, psychische problemen remming eiwitsynthese leidt tot = dunne huid, neiging tot (maag)bloedingen, groeivertraging en osteoporose aldosterone effect = bloeddruk stijging, te veel natrium, te weinig kalium, mannelijk vetverdeling = vollemaansgezicht, dikke buik, dunne ledematen behandeling syndroom van cushing = indien mogelijk corticosteroïden verlagen, ketoconazol, chirurgisch ketoconazol = remmen cortisol productie schildklierhormoon = thyroxine (t4), tri-jood thyronine (T3) hashimoto = hypothyreoïdie, auto-immuunziekte schildklierhormoon vrijgegeven door = thyroid stimulerend hormoon (TSH) uit de hypofyse thyroixine = omgezet tot actief t3 in het lichaam ziekte van plummer = hyperthyreoïdie struma = knobbel of vergroting van de schildklier oorzaken struma = ontsteking, jodium tekort, goed- of kwaadaardige afwijking speekselklieren = secretie van smeervloeistof dat enzymen bevat die koolhydraten afbreken farynx = spieren die materialen naar oesophagus drijven oesophagus = transport materialen naar de maag maag = chemische afbraak van materialen door zuren en enzymen; mechanische verwerking door spiercontracties pancreas = exocrine cellen scheiden buffers en verteringsenzymen uit, endocriene cellen scheiden hormonen uit dunne darm = enzymatische vertering en absorptie van water, organische substraten, vitaminen en ionen mondholte, tanden en tond = mechanische verwering, bevochtigen en mixen met speeksel lever = uitscheiding van gal, opslag van voedingsstoffen, vele andere vitale functies galblaas = opslag en concentratie gal gal = vetvertering dikke darm = vochtonttrekking en samendrukking van onverteerbare materialen in voorbereiding op uitscheiden functie tractus digestivus = mingestie, mechanische verwerking, vertering, secretie, opname, afscheiding speekselklieren = glandula parotis, glandulae sublinguales, glandulae submandibularis glandula parotis = oorspeekselklieren oorspeekselklieren = glandula patois ondertongspeekselklieren = glandulae sublinguales glandulae sublinguales = ondertongspeekselklieren glandulae submandibularis = onderkaakspeekselklieren onderkaakspeekselklieren = glandulae submandibularis fasen slikproces = buccale fase, pharyngale fase, oesophagale fase peristaltiek = kringspieren, lengtespieren en kringspieren delen maag = cardia, fungus, corpus, pylorus externe spieren maag van buiten naar binnen = lengtespieren, kringspieren, schuine spieren functie maag = tijdelijk opslag, mechanische afbraak, afbraak chemische verbindingen, productie intrinsieke factor cellen maagklieren = parïetele cellen, zymogene cellen, G-cellen pariëtele cellen = productie zoutzuur en intrinsieke factor zymogene cellen = productie pepsinogeen G-cellen = productie gastrine delen dunne darm = duodenum, jejunum, ileum gastrine = reactie op onvolledig verteerd eiwit secretine = reactie op pH daling duodenum cholecystokinine = reactie op vetten en onvolledig verteerde eiwitten gastric inhibitory peptide (GIP) = reactie op vetten en koolhydraten delen lever = rechterkwab, linkerkwab, lobus caudatus, lobus quadratus functies lever = regulering stofwisseling, hematologische regulering, galvorming regulering stofwisseling door de lever = opname voeding- en gifstoffen, concentratie voedingsstoffen registreren/aanpassen, opname vitamine ADEK hematologische regulering lever = verwijderen beschadigde bloedcellen/celresten/ziekteverwerkkers, vorming plasma eiwit functie galblaas = opslag en concentratie gal exocriene producten pancreas = carbohydrase, liplazen, proteasen, nucleasen delen dikke darm = colon asbendens, colon transversum, colon descendens, colon sigmoideum functie dikke darm = terugresorptie water, absorptie belangrijke vitaminen, opslag ontlasting bescherming tegen maagzuur door oesophagus = onderste oesophagus spinster, hoek van his bescherming tegen maagzuur door maag = basische slijmlaagje bescherming tegen maagzuur door duodenum = basische pancreas sap, pylorus ulcus pepticum = aantasting door zoutzuur en pepsine ulcus ventriculair = aantasting door zoutzuur en pepsine van de maag ulcus duodeni = aantasting door zoutzuur en pepsine van het duodenum oorzaak gastro-oesophagale reflux = hernia hiatus oesophageï symptomen gastro-oesophagale reflux = pijn bij liggen met volle maag, zuurbranden en proeven maagzuur, anemie, melen, hematemesis, oesophagus carcinoom ijzergebreksanemie waarden = laag hb/ht, laag MC,laag ferritine FOB, afkorting = feces occult bloed medicatie gastro-oesophagale reflux = zuur neutraliserende zouten, sucralfaat, maagzuurremmers symptomen ulcus duodeni of ulcus ventricle = pijn in maagkuiltje gastro-enteritis = ontsteking spijsverteringskanaal met braken en/of diarree oorzaken gastro-enteritis = bacteriën, virussen, parasieten, chemische toxinen symptomen gastro-enteritis = verlies van eetlust, misselijkheid en braken, buikkramp, diarree, koorts, algehele malaise, uitdroging levercirrose = reactie op chronische prikkeling, levercellen vervangen door taai bindweefsel oorzaken levercirrose = alcoholisme, chronische virale hepatitis, biliaire cirrose, veneuze stuwing symptomen levercirrose = ophoping ammoniak, ophoping bilirubine, medicijnintoxicatie, tragere uitschakeling oestrogenen, bloedingen, portable hypertensie, gevolgen ophoping ammoniak = hepatische encephalopathie symptomen hepatische encephalopathie = moeheid, sufheid, verwardheid, flapping tremor, coma hepaticum ophoping bilirubine symptomen = icterus, jeuk, donkere urine trage uitschakeling oestrogenen zorgt voor = gynaecomastie, testisatrofie portale hypertensie, symptomen = oesophagus varices, hemorroïden, ascites, splenomegalie gastritis = ontsteking maag oorzaak gastritis = bacteriën, letsel, frequent alcoholconsumptie, frequent gebruik pijnstillers symptomen gastritis = brandende of knagende pijn in de bovenbuik wordt erger of beter bij eten, misselijkheid en braken, vol gevoel na eten ascites = abnormale hoeveelheid interperitoneale vloeistof inflammatory bowel disease = colitis ulcerosa en ziekte van crohn roken crohn = risicofactor roken colitis ulcerosa = enigszins bescherming algemene symptomen IBD = darmkrampen, gewichtsverlies, diarree, koorts, misselijkheid, vermoeidheid, anemie, verlies van honger symptomen colitis ulcerosa = diarree met bloed en slijm, tenesmi, dehydratie, anemie met laag MCV, toxisch megacolon tenesmi = pijnlijke aandrang symptomen ziekte van crohn = stomatitis, steatorroe, obstipatie, perinatale spinsters, anemie met hoog MCV stomatitis = mond ulcers steatorroe = vette ontlasting erythema nodosum = pijnlijk zwelling in benen, reactie op antilichamen pyoderma gangrenous = spontaan ontstaan van zweertjes stille buik bij auscultatie = peritonitis gootsteengeluiden bij auscultatie = vernauwing darmen, leus pijnlijke massa rechtsonder bij palpatie = ziekte van crohn bloed aan handschoen bij rectaal toucher = colitis ulcerosa ASCA immunoglobuline = ziekte van crohn ANCA immunoglobuline = colitis ulcerosa beeldvormend onderzoek uitslag bij ziekte van crohn = ronde koeienaspect, skip lesions, stricturen, alle darmlagen ontstoken beeldvormend onderzoek uitslag bij colitis ulcerosa = korrelig onregelmatig slijmvlies, spierlagen niet ontstoken ontstekingsremmend medicatie = 5-ASA-middelen, corticosteroïden, azathioprine, infliximab 5-ASA-middelen = remmen ontstaan tumoren corticosteroïden = remmen algehele ontstekingsreactie azathioprine = verminderen celactiviteit infliximab = werkt op TNF, minder frequent ontstekingen appendicitis = ontsteking blinde darm oorzaak appendicitis = afsluiting appendix gevolgd door ontsteking symptomen appendicitis = misselijk, overgeven, buikpijn, verhoging, shock buikpijn appendicitis = begint rond navel, trekt naar rechter onderbuik obstipatie = darmverstoppingen oorzaak obstipatie = immobiliteit, ziekte, onvoldoende vocht en vezelrijke voeding, geneesmiddelen, afsluiting colon symptomen obstipatie = krampen, buikpijn, hemorroïden, anale fissuren stoma = kunstmatige opening die lichaamsholte met buitenwereld verbindt colostoma = linkerzijde net onder navel ileostoma = rechterzijde net onder navel functie urinewegen = excretie, eliminatie, homeostatische regulering homeostatische regulering urinewegen = bloedvolume en bloeddruk, ionenconcentratie, stabiliseren pH, behoud waardevolle stoffen nierinsufficiëntie = onvoldoende werking nieren prerenale oorzaken acute nierinsufficiëntie = shock, dehydratie renale oorzaken acute nierinsufficiëntie = acute glomerulonefritis, intoxicatie, afsluiting aders in de nier postrenale oorzaken acute nierinsufficiëntie = niersteen, prostaathypertrofie, tumoren symptomen nierinsufficiëntie = verminderde urineproductie, hypertensie, oedeem, uremie, kus-maul ademhaling, hartritmestoornissen oligurie = tussen de 10 en 30 ml per uur anurie = minder dan 10 ml per uur symptomen uremie = moeheid, sufheid, coma, misselijkheid, diarree, jeuk, pericarditis, stollingsstoornissen bloed onderzoek bij nierinsufficiëntie = natrium, kalium, ureum, creatinine, Hb, calcium, fosfaat oorzaken chronische nierinsufficiëntie = niet herstellende acute, hypertensie, DM, atherosclerose, polycysteuze nieren, glomeulonefritis, pyelonefritis, NSAID urine onderzoek bij nierinsufficiëntie = creatinine en ureum dehydratie = te weinig vocht intake, te veel vocht verlies lichte dehydratie = 0-5 % gewichtsverlies symptomen lichte dehydratie = meer diurese en dorst matige dehydratie = 5-10% gewichtsverlies symptomen matige dehydratie = snelle pols, lagere bloeddruk, koude huid, oligurie, droge slijmvliezen, verminderde huidturgor, ingezonken ogen ernstige dehydratie = meer dan 10% gewichtsverlies symptomen ernstige dehydratie = snelle en zwakke pols, hypotensie, perifere cyanose, anurie perkamenten slijmvliezen, sterke ingezonken ogen lichte overvulling = 0-5% gewichtsstijging symptomen lichte overvulling = toename diurese matige overvulling = 5-10% gewichtsstijging symptomen matige overvulling = hogere bloeddruk, oedeem ernstige overvulling = meer dan 10% gewichtsstijging symptomen ernstige overvulling = signalen hartdalen cystitis = blaasontsteking pyelitis = nierbekken ontsteking pyelonefritis = nierbekken ontsteking oorzaken urineweginfecties = bacteriën, vrouw, katheterisatie, urine retentie, DM, nier- en blaasstenen, medicatie symptomen cystitis = pijn onderin buik, kleine beetjes plassen, urine afwijkingen afwijkingen urine bij cystitis = trommel, stinkend, bloederig symptomen pyelitis = eenzijdige lendepijn, purulente urine, koorts en koude rilling urine-incontinentie = onwillekeurig urineverlies oorzaken stress-incontinentie = beschadiging sluitspier door bevalling, verzwakking bindweefsel cystocèle = verzakking blaas met vaginavoorpand symptomen stress incontinentie = urineverlies bij drukverhoging oorzaken urge incontinentie = te prikkelbare blaas, te sterke plas reflex symptomen urge incontinentie = onderweg naar toilet plas laten lopen oorzaken overloopblaas = vrijwel altijd vergrote prostaat symptomen overloopblaas = zwakke straal, nadruppelen, vaker aandrang oorzaken neurogene incontinentie = neurologische letsel, verstoorde prikkelgeleiding symptomen neurogene incontinentie = overrekking blaas, reflexblaas symptomen niersteen = pijn, hematurie, overgeefachtig en braken, koorts, planproblemen functies huid = bescherming, temperatuur regeling, vorming en opslag voedingsstoffen, zintuigelijke gewaarwording, uitscheiding en afscheiding contusie = kneuzing fasen wondgenezing = ontstekingsfase, granulatiefase, remodellering ontstekingsfase wondgenezing = dolor, rubber, color, tumor, functio leasa granulatiefase wondgenezing = groei jonge fibroblasten en bloedvaatjes clostridum tetani = anaerobe grondbacterie
Ingezonden op 14-04-2016 - 1660x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!