Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
CCCGymnasium1
› 4 Frans woordjes 4.1&4.2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
CCCGymnasium1
, deel 1
4 Frans woordjes 4.1&4.2
Jaar 1 (mavo/havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
c'est la fête = het is feest la fête = het feest le calendrier = de kalender la date = de datum janvier = januari février = februari mars = maart avril = april mai = mei juin = juni juillet = juli août = augustus septembre = september octobre = oktober novembre = november décembre = december premier/-iere = eerste le roi = de koning la reine = de koningin pâques = pasen l'œuf = het ei en chocolat = van chocolade le dos = de rug rentrer = teruggaan Noël = kerstmis le cadeau = het cadeau manger = eten c'est quand = wanneer is l'anniversaire = de verjaardag l'hiver = de winter le printemps = de lente l'été = de zomer l'automne = de herfst joyeux anniversaire = gefeliciteerd met je verjaardag la saison = het seizoen le produit = het product le magasin = de winkel la pharmacie = de apotheek la librairie = de boekhandel le stylo-plume = de vulpen les fruits et légumes = fruit en groente la fraise = de aardbei la tomate = de tomaat la pomme de terre = de aardappel la salade = de sla, de salade le ballon = de bal bon marché = goedkoop la boîte = het blikje, het doosje le croissant = de croissant l'eau = het water l'eau minérale = het mineraalwater le lait = de melk le jus de fruits = het vruchtensap la baguette = het stokbrood le yaourt = de yoghurt la souris = de muis la conversation = het gesprek le magasin de sports = de sportwinkel créer = maken au/à la/à l'/aux = naar le marché = de markt l'épicerie = de kruidenierswinkel pouvoir = kunnen vouloir = willen la poire = de peer la banane = de banaan le concombre = de komkommer l'oignon = de ui la carotte = de wortel le champignon = de champignon le poivron = de paprika la confiture = de jam le sucre = de suiker le sel = het zout le poivre = de peper la viande = het vlees la boulangerie = de bakkerij la boucherie = de slagerij le supermarché = de supermarkt cher/chère = duur
Ingezonden op 17-04-2016 - 894x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!