Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
2e bachelor Anatomie III - paard
› 3 1. Achterbeen - Specifieke vragen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
2e bachelor Anatomie III - paard
3 1. Achterbeen - Specifieke vragen
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Is een plat vergroeid beentje, dat mediaal gelegen is achter het os tarsi centrale en het os tarsale III. het draagt vooral het os tarsi centrale en steunt uitsluitend op het mediale griffelbeen. Botwoekering komt vaak voor op dit beentje = spatbeentje Mediale eindschenkel van de m. tibialis cranialis is 1,5 cm breed en 2 mm dik. Voelbaar bij paarden met dunne huid. Loopt aan de dorsomediale zijde van de sprong schuin naar distaal. Vormt de ondergrens van de fonteinstreek, kruist de mediale schenkel van de m. fibularis tertius oppervlakkig. Vasthechting op het spatbeentje en mediale griffelhoofd. Eronder ligt de slijmbeurs = spatpees Deze structuur insereert op het tuber calcanei en bestaat uit 4 pezen, omgeven door bladen vd fascia cruris = tendo calcaneus communis Uit welke 4 pezen bestaat de tendo calcaneus communis? = Oppervlakkige buigpees, Achillespees, Tendo accessorius vd m. biceps femoris, Tendo accessorius vd m. semitendinosus Eens het kniegewricht in een bepaalde stand is gefixeerd, zorgt de pezige m. flexor digitalis superficialis met haar aanhechting op het hielbeen dat de sprong niet kan doorbuigen. De pezige m. fibularis tertius zorgt ervoor dat de knie- en sprongbewegingen synchroon verlopen. Door het samenspel tussen de m. fibularis tertius (craniaal vd tibia) en m. flexor digitalis superficialis (caudaal vd tibia) kan de knie niet buigen als de sprong gestrekt is en omgekeerd = spanzaagmechanisme. Waar bevindt zich de zwilwrat op het achterbeen = distaal van de carpus Welke spieren insereren op de pijp = m. tibialis cranialis, m. fibularis tertius Welke spieren insereren op het hielbeen? = m. flexor digitalis superficialis, achillespees (eindpees gastrocnemius) Welke spieren insereren op de sesambeentjes? = m. interosseus Welke spieren insereren op het hoefbeen? = m. extensor digitalis longus Welke leidingen worden oppervlakkig bedekt door het laterale/mediale spoorbandje? = a. & n. digitalis lateralis en medialis Uit welke zenuwen ontstaan de nn. clunium craniales? = dorsolaterale takken van de laatste lendenzenuwen Uit welke zenuwen ontstaan de nn. clunium medii? = dorsolaterale takken van de sacraalzenuwen Uit welke zenuwen ontstaan de nn. clunium caudales? = n. cutaneus femoris caudalis Uit welke zenuwen ontstaan de n. cutaneus surae lateralis? = huidtak van de n. fibularis communis Uit welke zenuwen ontstaan de n. cutaneus surae caudalis? = huidtak van de n. tibialis Waar beginnen de laterale collateraalbanden van het kniegewricht? = epicondylus lateralis femoris Waar beginnen de mediale collateraalbanden van het kniegewricht? = epicondylus medialis femoris Waar eindigen de laterale collateraalbanden van het kniegewricht? = fibula Waar eindigen de mediale collateraalbanden van het kniegewricht? = tibiae Waar begint het lig. collaterale laterale longum (spronggewricht)? = laterale malleolus Waar eindigt het lig. collaterale laterale longum (spronggewricht)? = laterale griffelbeen Waar begint het lig. collaterale laterale breve (spronggewricht)? = laterale malleolus Waar eindigt het lig. collaterale laterale breve (spronggewricht)? = laterale griffelbeen Waar begint het lig. collaterale mediale longum (spronggewricht)? = mediale malleolus Waar eindigt het lig. collaterale mediale longum (spronggewricht)? = mediale griffelbeen en tuberculum tali Waar begint het lig. collaterale mediale breve (spronggewricht)? = mediale malleolus Waar eindigt het lig. collaterale mediale breve (spronggewricht)? = mediale griffelbeen en tuberculum tali Welke banden stabiliseren het iliosacraal gewricht? = ligg. sacroiliaca dorsalia, ligg, sacroiliaca ventralia, lig. sacrotuberale latum Welke banden stabiliseren het heupgewricht? = lig. transversum acetabuli, lig. capitis ossis femoris, lig accessorium ossis femoris Waar liggen de lnn. inguinales profundi? = mediaal in het dijkanaal, ingebed in vet en bedekken de a. femoralis oppervlakkig Waar liggen de lnn subiliaci? = halverwege de liesplooi, craniomediaal van de m. tensor fasciae latae Waar liggen de lnn. poplitei? = diep in de knieholte, mediaal van de biceps femoris, lateraal van de m. semitendinosus en tegen de achterrand van de 2 spierhoofden van de m. gastrocnemius Waar voelt men de pols op het achterbeen van het paard? = lateraal ter hoogte van de pijp, dorsaal van het griffelbeenhoofdje Hoe heet de arterie waar je de pols voelt op het achterbeen van een paard? = a. metatarsea dorsalis III Uit welke arterie ontspringt de a. metatarsea dorsalis? = a. dorsalis pedis Welke zenuw ligt bij de a. dorsalis pedis? = n. metatarseus dorsalis III Uit welke zenuw ontspringt de n. metatarseus dorsalis III? = n. fibularis profundus Welke leidingen kan men op het laterale/mediale sesambeentje liggen? = v. a. n. digitalis lateralis en medialis Welke zenuw kan je oppervlakkig onderhuids voelen op de oppervlakkige buigpees? = ramus communicans Van waar naar waar loopt de ramus communicans? = n. plantaris medialis naar n. plantaris lateralis Wat voor zenuwvezels bevat de ramus communicans? = sensibele Waar bevinden zich de cellichamen van de zenuwvezels van de ramus communicans? = spinale ganglia Welke structuren passeren door de proximale dwarsband? = m. extensor digitalis longus, m. fibularis tertius, m. tibialis cranialis, a. dorsalis pedis, n. fibularis profundus Welke structuren passeren door de middenste dwarsband? = pees van de m. extensor digitalis longus, a dorsalis pedis, n. fibularis longus Welke structuren passeren door de distale dwarsband? = m. extensor digitalis longus, m. extensor digitalis lateralis, m. extensor digitalis brevis, a. dorsalis pedis, n. metatarsus dorsalis II en III Welke banden hechten vast op het kniegewricht? = lig. femoropatellare laterale & mediale, lig collaterale laterale & mediale, lig. meniscofemorale Welke banden zitten vast op de patella? = lig. patellae laterale, lig patellae mediale, lig. patellae intermedium Wat is het beginpunt van de laterale (craniale) kruisband? = eminentia intercondylaris Wat is het eindpunt van de laterale (craniale) kruisband? = axiale vlakte van de laterale femurcondyl Wat is het beginpunt van de mediale (caudale) kruisband? = incisura poplitea Wat is het eindpunt van de mediale (caudale) kruisband? = axiale vlakte van de mediale femurcondyl Welke spieren begrenzen het dijkanaal? = craniaal: m. vastus medialis, m. iliopsoas, caudolateraal: m. pectineus, m. adductor, mediaal: m. sartorius, m. gracilis Welke spieren vormen samen het spanzaagmechanisme? = m. fibularis tertius, m. flexor digitalis superficialis Welke pezen en banden hechten vast op het tuber calcanei? = tendo calcaneus, lig. plantare longum Welke vene passeert over het midden van de fonteinstreek? = ramus cranialis van de v. saphena medialis In welke vene loopt de v. saphena medialis proximaal uit? = v. femoralis In welke vene loopt de v. saphena medialis distaal uit? = v. digitalis dorsalis communis II
Ingezonden op 24-04-2016 - 5082x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
19-06-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!