Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiswoordenschat Nederlands-Zweeds
› 10 Natuur en klimaat - 201 t/m 220
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiswoordenschat Nederlands-Zweeds
10 Natuur en klimaat - 201 t/m 220
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
heet = het hitte = en hetta hittegolf = en värmebölja tropisch = tropisk koel = sval, kylig koud = kald kou = en köld ik heb het koud = Jag fryser het koud hebben = att frysa guur = rå, ruggig, ruskig bibberen = att darra, att skaka klappertanden = att hacka tänder droog = torr droogte = en torka nat = våt, blöt vochtig = fuktig neerslag = en nederbörd regen = ett regn regenen = att regna regenbui = en regnby
Ingezonden op 28-04-2016 - 387x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!