Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

buiteNLand

3 Domein D ontwikkelingsland- Indonesie

Jaar 5 (havo)

Absolute ligging = De exacte ligging van een plek op de aardbol, dus niet ten opzichte van andere gebieden.
Arbeidsmigratie = Verhuizen naar een ander gebied of plaats
Archipel = Een snoer van eilanden in de open zee.
Assemblage = Het in elkaar zetten van de onderdelen tot een eindproduct.

Bahasa Indonesia = De nationale taal van Indonesië, die ingevoerd is om de onderlinge band van alle Indonesiers te vergroten.
Bevolkingsdichtheid = Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer.
brp(bruto regionaal product) per hoofd = Het bnp per hoofd van de inwoners van een bepaalde regio (dus niet van het land).
Exportvalorisatie = Proces waarbij je meer aan de export probeert te verdienen door grondstoffen eerst te bewerken.
Gemengde economie = Een economie waarbij geen enkele economische sector meer dan 50% van het exportpakket voor zijn rekening neemt.
Importsubstitutie = Eenvoudige industrieproducten (zoals kleding, ingeblikt voedsel en simpele huishoudelijke apparaten) die voorheen geïmporteerd werden, worden nu zelfgemaakt.
Javanisering = De politiek van de Indonesische overheid om de buitengebieden in de culturele (Javaanse) hoofdstroom op te nemen.
Landangbouw = Het steeds op een andere plaats uitoefenen van akkerbouw door stukken oerwoud plat te branden (zwerflandbouw in Zuidoost-Azië).
Lahar = Een vulkanische modderstroom bestaande uit een mengsel van water, as en modder.
Moesson = Een halfjaarlijks draaiende wind in de tropen, die wanneer hij van overzee komt veel regen brengt en droog is wanneer het een continentale wind is.
Moessonklimaat = Een savanneklimaat met zo veel regenval in de natte tijd, dat de bodem het hele jaar vochtig genoeg is voor een weelderige vegetatie.
Natuurlijke bevolkingsgroei = De groei of afname van de bevolking door geboorte en sterfte.
Plantagebouw = Het grootschalig verbouwen van tropische gewassen voor de wereldmarkt.
Primate city = Het verschijnsel dat in een land 1 stad wat betreft inwonertal en functies met kop en schouders boven alle andere steden uitsteekt.
Relatieve ligging = De plek van een gebied ten opzichte van andere regio’s.
Savanneklimaat (Aw) = Een klimaat aan weerszijden van de regenwouden, waar het in de zomer veel regent omdat de zon dan loodrecht aan de hemel staat. In de winter is het er een stuk droger.
Selectieve migratie = Het verschijnsel dat niet alle groepen van de bevolking en gelijke mate deelnemen aan de migratie.
Sociale bevolkingsgroei = De groei of afname van een bevolking door vestiging en vertrek.
Stedelijk netwerk = De manier waarop de steden over een gebied verdeeld zijn.
Transmigratie = Het beleid van de Indonesische regering om de overbevolkte eilanden Java en Madura te ontlasten door mensen over te brengen naar dunbevolkte buitengebieden (gestopt in 2001).
Tropisch regenwoudklimaat (Af) = Een tropisch klimaat dat het hele jaar door erg vochtig is.
Urbanisatiegraad = Het percentage stedelingen van de totale bevolking.
Urbanisatietempo = De snelheid waarmee de urbanisatiegraad toeneemt per jaar.

Ingezonden op 01-05-2016 - 997x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Er missen 13 begrippen. Deze lijst is nog in de making. Dit is domein D van je examenbundel en bergippen zijn afkomstig van buiteNLand en het zijn alleen CE begrippen.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

buiteNLand

3 Domein D ontwikkelingsland- Indonesie