Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Nederlands-TagalogSVB
› 1 Basics
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Nederlands-TagalogSVB
, deel 1
1 Basics
Jaar 1 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
[de] liefde = pag-ibig archipel = kapuluan auto = awtomobil bagay = dingen bahay = huis batayan = maten Bedankt = Salamat po. (formeel/beleeft) , Salamat. (informeel) berg = bundok bilyones = miljarden bips = puwet boek = aklat, libro, book buhay = het leven bulaklak = bloemen chess = schaken dalawa = twee Dank je wel = Salamat Dank u wel. = Maraming Salamat. De huizen zijn groot. = Ang mga bahay ay malalaki. De jongen is groot. = Ang batang lalaki ay malaki. De jongen is groot. = Malaki ang batang lalaki. De jongens zijn sterk. = Malalakas ang mga batang lalaki. De man is oud. = Ang lalaki ay matanda. De man is oud. = Matanda ang lalaki. De mannen zijn oud. = Ang mga lalaki ay matatanda. De meisjes zijn klein. = Maliliit ang mga batang babae. De paarden zijn wit. = Ang mga kabayo ay mapuputi. De paarden zijn wit. = Ang mga kabayo ay puti. De paarden zijn wit. = Puti ang mga kabayo. direksyon = richtingen Doei. = Paalam. economie = ekonomiks edad = leeftijd edukasyon = onderwijs eiland = pulo En u? En jij? = At ikaw? eskwelahan = school galaw = beweging gebergte = kabundukan Goede avond = Magandang gabi po. (formeel/beleeft) , Magandang gabi. (informeel) Goede middag = Magandang tanghali po. (formeel/beleeft) , Magandang tanghali. (informeel) Goede morgen = Magandang umaga po. (formeel/beleeft) , Magandang umaga. (informeel) Goede namiddag = Magandang hapon po. (formeel/beleeft) , Magandang hapon. (informeel) Goedemiddag = Magandang hapon. Goedemiddag. = Magandang tanghali. Goedemorgen. = Magandang umaga po. Goedemorgen. = Magandang umaga. Goedenacht. = Magandang gabi po. Goedenacht. = Magandang gabi. Goedenavond. = Magandang gabi po. Goedenavond. = Magandang gabi. graag gedaan = walang anuman Graag gedaan. = Wala pong anuman. (formeel/beleeft), Walang anuman. (informeel) Graag gedaan. = Walang anuman. Haast je! = Dalian mo! halaman = planten Hallo = Kamusta. Hallo. = Mabuhay. handen = kamay Hartelijk welkom! = Mabuhay! Hebt u al gegeten? = Kumain na po ba sila? (formeel/beleeft) , Kumain ka na ba? (informeel) Heel erg bedankt = Maraming salamat po. (formeel/beleeft) , Maraming salamat. (informeel) hemel = kalangitan heograpiya = geografie Het gaat goed. = Ako ay mabuti. Het gaat goed. = Mabuti ako. Het huis is klein. = Ang bahay ay maliit. Het huis is klein. = Maliit ang bahay. Het is bewolkt. = Maulap. Het is heet. = Mainit. Het is koud. = Malamig. Het is laat. = Huli na. Het is middag. = Tanghali na. Het is middernacht. = Hatinggabi na. Het is mooi. = Maganda. Het is twee uur. = Alas-dos ng umaga. Het is twee uur. = Ikalawa ng hapon. Het is vijf uur. = Alas-singko ng umaga. Het is vijf uur. = Ikalima ng hapon. Het is vroeg. = Umaga na. Het is winderig. = Mahangin. Het is zonnig. = Maaraw. Het meisje is klein. = Ang batang babae ay maliit. Het meisje is klein. = Maliit ang batang babae. Het paard is groot. = Ang kabayo ay malaki. Het paard is groot. = Malaki ang kabayo. Het regent. = Umuulan. hiling = verzoeken Hoe gaat het = Kumusta ka? Hoe gaat het met je? = Kamusta ka? Hoe gaat het met U? = Kumusta po kayo? (formeel/beleeft) , Kumusta ka? (informeel) Hoe heet je? = Anong pangalan mo? Hoe is het weer? = Ano ang lagay ng panahon? Hoe laat is het? = Anong oras na? Hoe oud bent U? = Ilang taon na po kayo? (formeel/beleeft) , Ilang taon ka na? (informeel) Hoeveel = Magkano houden van; [wij] houden van = pag-ibig; pagmamahal huis = bahay Ik ben ____ jaar oud. = Ako po ay _______ gulang na. (formeel/beleeft) , Ako ay _______ gulang na. (informeel) Ik ben ____(naam). = Ako po si ________ (formeel/beleeft) , Ako si _________ (informeel). Ik ben getrouwd. = May asawa ako. Ik ben in Amerika geboren. = Ako ay pinanganak sa Amerika. Ik ben in Amerika geboren. = Pinanganak ako sa Amerika. Ik ben in Canada geboren. = Ako ay pinanganak sa Kanada. Ik ben in Engeland geboren. = Ako ay pinanganak sa Inglatera. Ik ben in Engeland geboren. = Pinanganak ako sa Inglatera. Ik ben moe. = Ako ay pagod. Ik ben ongehuwd. = Ako ay nag-iisa. Ik ben ongehuwd. = Nag-iisa ako. Ik ben student. = Ako ay estudyante. Ik ben twintig jaar oud. = Ako ay dalawampung taon. Ik heb haast. = Nagmamadali ako. Ik heb tijd. = May oras ako. Ik heet Peter. = Ang pangalan ko ay Peter. Ik heet Peter. = Peter ang pangalan ko. Ik kom uit Canada. = Ako ay galing sa Kanada. Ik kom uit Duitsland. = Ako ay galing sa Alemanya. Ik leer Duits. = Ako ay nag-aaral ng Aleman. Ik leer Duits. = Nag-aaral ako ng Aleman. Ik leer Frans. = Ako ay nag-aaral ng Pranses. Ik leer Frans. = Nag-aaral ako ng Pranses. Ik leer Spaans. = Ako ay nag-aaral ng Espanyol. Ik weet het niet = Hindi ko po/ho alam. (formeel/beleeft) , Hindi ko alam. (informeel) isa = één Ja = Opo/oho. (formeel/beleeft) , Oo (informeel) Yes. job = trabaho jongen = lalake kaaway = vijanden kaibigan = vrienden kainan = restaurants kalikasan = Natuur kalinisan = Hygiëne kalusugan =gezondheid kalye = straten kamag-anak = familie kasangkapan -= gereedschap katangiang pantao = menselijke trekken kerk = simabahan kleding = damit klinken = tunog kolehiyo = hogere school Komt u binnen. = Tuloy po kayo. (formeel/beleeft) , Tuloy. (informeel) kotse = auto kulay = kleuren kusina = keuken land = bansa laro = spel leren = malaman, matuto libangan = hobby liefdesbrief = liham ng pag-ibig lucht = langit lunsod = stad maand = buwan medisina = geneeskunde meisje = babae Met mij gaat het goed. = Mabuti po naman. (formeel/beleeft) , Mabuti naman. (informeel) mga bansa = landen mga gamit sa bahay = huiselijke voorwerpen mga gusali = gebouwen mga hayop = Dieren mga kamag-anak = familie mga koleksyon = verzamelen mga materyales = materialen mga panghalip = voornaamwoorden mga tao = mensen militar= krijgsmacht milyones = miljoenen Momentje alstublieft. = Sandali lang. morgen = bukas musika = muziek muwebles = meubilair nag-uumpisa ako = ik start nag-uumpisa ikaw = jij begint nag-uumpisa kami = wij beginnen nag-uumpisa kayo = jullie beginnen nag-uumpisa sila = zij beginnen nag-uumpisa siya = hij start nanay = moeder Nee = Hindi po/ho (formeel/beleeft) , Hindi. (informeel) . negosyo = zaken ng sukat = afmetingen numero = getallen opisina = kantoor opleiding = pagsasanay oras = tijd organisasyon = organisaties pagbati = groeten pag-ibig = liefde pagkain = eten pagkamuhi = haat paglilibang = vermaak pagtangkilik = welkom heten pakiramdam = zintuigen palakasan = sport palumpong = struiken pamamaalam = afscheid nemen pamilya = familie pamimili = winkelen panahon = weer pananamit = kleding pandama = tast pangamoy = reuk pangatnig = voegwoorden pang-ukol = voorzetsels pera = geld politika = politiek propesyon = beroep pulgada = inches puno = bomen relihiyon = religie saloobin = gevoel school = paaralan schrijven = isulat, sumulat sentimetro = centimeters sining = kunst slang = ahas soccer = voetbal spreken = magsalita steden = siyudad suka = maten sustansiya = stoffen syensya = wetenschap taal = wika, language taalgids = parirala libro tafel = talahanayan, mesa Tagalog-spreker = katagalugan tatay = vader tatlo = drie tekst = teksto, mga tekst toerisme = panlalakbay, sa turismo Tot morgen. = Magkita tayo bukas. Tot straks. = Magkita tayo mamaya. Tot ziens. = Hanggang sa muling pagkikita po. Tot ziens. = Hanggang sa muling pagkikita. trabaho = werk transportasyon = vervoer uitdrukking = pagpapahayag, expression uitrusting = kagamitan unibersidad = universiteit Veel geluk. = Magsumikap ka. vertaling = pagsasalin Waar kom je vandaan? = Saan po kayo galing? (formeel/beleeft) , Saan ka galing? (informeel)? Waar komt u vandaan? = Taga saan po sila? (formeel/beleeft) , Taga saan ka? (informeel) Waar woont u? = Saan po kayo nakatira? (formeel/beleeft) , Saan ka nakatira? (informeel) Wat ben je aan het doen? = Saan po kayo papunta? (formeel/beleeft) , Saan ka papunta? (informeel) Wat is de temperatuur? = Ano ang temperatura? Wat is de tijd? = Anong oras na po? (formeel/beleeft) , Anong oras na? (informeel) Wat is je naam? = Ano po ang pangalan nila? (formeel/beleeft) , Anong pangalan mo? (informeel)? week = linggo Wij hebben tijd. = May oras kami. woord = salita, na salita, sa salita, mga salita, ng salita woordenboek = diksiyunaryo zoeken = paghahanap
Ingezonden op 03-05-2016 - 462x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!