Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
wordskills
› 3 Latijn woordenlijst Vergilius 2016
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
wordskills
3 Latijn woordenlijst Vergilius 2016
Jaar 6 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Maereo, maerere, marui = bedroefd zijn maestus = bedroefd magis = meer, liever mando, mandare = toevertrouwen, opdragen membrum = ledematen memini, meminisse = zich herinneren memor, memoris = denkend aan, zich herinnerend mens, mentis = geest, verstand mensa = tafel cornibus orboreis = met hun vertakte gewijen forsan = misschien furtim = heimelijk rubor = eikenhout promere = tevoorschijnhalen funis = touw pulvis = zand expromere = spreken vitta = heilige wolle band misceo, miscere, mescui, mixtum = mengen modo = zojuist / alleen, slechts moles, molis = gevaarte / inspanning, moeite molior = tot stand brengen, oprichten moneo, monere, monui, monitum = waarschuwen / aansporen mora = oponthoud, uitstel moror, morari = zich ophouden mos, moris = gewoonte, gebruik munus, muneris = geschenk murus = muur muto, mutare = veranderen nascor, nasci, natus sum = geboren worden navigo, navigare = varen navis = schip necto, nectere, nexui, nexum = verbinden, boeien nego, negare = ontkennen niger = zwart nubes = wolk nullus = geen numerus = getal, aantal obicio, icere, ieci, iectum = verwijten / plaatsen tegenover obliviscor, oblivisci, oblitus sum = vergeten occuro, currere, curri, cursum = tegenmoet lopen / aanvallen omen, ominis = voorteken onus, oneris = last ops, opis = kracht, mv. bezittingen, rijkdom opus, operis = werk ora = kust orbis = kring, wereld orior, oriri, ortus sum = ontstaan, afstammen oro, orare = spreken, verzoeken os, oris = mond ostium = opening, ingang par, paris = gelijk / redelijk parco, parcere, peperci = sparen pareo, parere, parui = gehoorzamen pario, parere, peperi, partum = voortbrengen / verwerven paro, parare = zich gereedmaken / verwerven passus = stap patefacio, facere, feci, factum = openen, onthullen pateo, patere, patui = openstaan / zich uitstrekken patior, pati, passus sum = dulden, lijden pavor, pavoris = angst pectus, pectoris = borst, hart pecus, pecoris = vee pelagus = zee perficio, ficere, feci, factum = voltooien peto, petere, petivi, petitum = gaan naar / aanvallen / vragen placeo, placere, placui, placitum = bevallen placidus = kalm plus = meer pondus, ponderis = gewicht pontus = zee porto, portare = dragen portus = haven posco, poscere, poposci = eisen potens, potentis = machtig, krachtig potior, potiri, potitus sum = zich meester maken van praeceps, cipitis = steil praeceptum = voorschrift praeda = buit praesens = tegenwoordig praeter = langs premo, premere, pressi, pressum = in het nauw brengen principium = begin, oorsprong procul = in de verte prodo, dere, didi, ditum = verraden, uitleveren proles = kind / nageslacht proprius = eigen qualis = zodanig als quantus = hoe groot, hoeveel quare = waarom quicumque = wie ook maar, wat ook maar quin = waarom niet? / of, dat quisquam = iemand
Ingezonden op 08-05-2016 - 714x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
13-05-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!