Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
SPQR
› 0
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
SPQR
, deel 17-24
hoofdstuk 0
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
17 funus, funera=begrafenis tristis,-e=droevig; somber processi=pf van procedere;pf van procedere lopen vestis, vestes=kleding(stuk);kleding;kledingstuk ii=pf van ire;pf van ire gaan exii=pf van exire;pf van exire naar buiten gaan exire=naar buiten gaan felix, felic-=gelukkig accendi=pf van accendere accendere=aansteken, ontsteken acer, aceris, acre=scherp; fel lenis,-e=mild; zacht paulum=een beetje magnopere=zeer; erg carere= missen {+abl} etiam=zelfs apparere=verschijnen umbra=schaduw; schim iratus,-a,-um=boos bene =goed {bijw} timidus,-a,-um=angstig; timide malus,-a,-um=slecht nudus,-a,-um=naakt; bloot secundus,-a,-um=tweede quaerere=zoeken; vragen; 1 zoeken 2 vragen;1 vragen 2 zoeken inveni=pf van invenire;pf van invenire zoeken celer, celeris, celere=snel 18 iussi=pf van iubere bevelen;pf van iubere legere = lezen mittere = sturen quam = 1 +com ...dan 2 +sup zo ... mogelijk;1+com ...dan 2+sup zo ... mogelijk;1 +com ...dan 2 +sup zo...mogelijk alius = ander facilis = gemakkelijk gravis = zwaar; ernstig onus, onera = last; lading emi = pf van emere kopen;pf van emere multo = veel pessimus = slechtst; zeer slecht peior = slechter maior = groter pretium = prijs melior = beter putare = 1 menen 2 vinden, beschouwen als;1 vinden, beschouwen als 2 menen magis = meer ceteri = (de) andere, overige humilis = 1 laag 2 nederig; 1 nederig 2 laag littera = letter difficilis = moeilijk credidi = pf van credere geloven; pf van credere fidus = 1 trouw 2 betrouwbaar; 1 betrouwbaar 2 trouw agere = 1 leiden, voeren 2 doen; 1 doen 2 leiden, voeren prudens, prudent = verstandig minime = (aller) minst; helemaal niet minimus = kleinst; zeer klein 19 maximus, -a, -um = grootst; zeer groot crudelis, -e = wreed ferox, feroc- = woest; onstuimig lentus, -a, -um = traag clamor, clamores = geschreeuw parum = niet genoeg audax, audac- = moedig; roekeloos se = zich(zelf) altus, -a, -um = hoog; diep movere = bewegen lingua = tong; taal; 1 tong 2 taal; 1 taal 2 tong peperci = pf van parcere; pf van parcere sparen parcere = sparen fugere, fugio = vluchten; (+ acc) ontvluchten quia = omdat silva = bos -que = en vulnus, vulnera = wond cibus = voedsel cepi = pf van capere libertas, libertates = vrijheid tribuere = toekennen 20 constitui=pf van constituere constituere=besluiten fuga=vlucht plurimi, -ae, -a mv=(de) meeste, zeer vele ager, mv agri=akker reliqui=pf van relinquere relinquere=verlaten, achterlaten cotidie =dagelijks numerus =aantal crescere=groeien Romae=te Rome, in Rome maxime=het meest, vooral pauci, -ae, -a mv=weinig, enkele consul, consules=consul misi=pf van mittere legio, legiones v=legioen minor=kleiner redire =teruggaan minus=minder neque = en niet, ook niet, maar niet plus, plures com=meer audēre=durven mille, milia=duizend litus, litora=kust 22 arcessivi=pf van arcessere arcessere=laten komen opus, opera=werk stultus, -a, - um=dom clarus, -a, -um=1 helder; 2 beroemd vero=1 inderdaad; 2 echter laudare=prijzen quomodo =hoe utrum … an=(of) …of ipse, ipsa, ipsum=zelf virtus, virtutes=dapperheid decet + acc=(het) past bij coniungere =verbinden sententia=1 mening; 2 uitspraak, zin at=maar novi=pf van noscere noscere=1 te weten komen; 2 leren kennen novisse=1 weten; 2 kennen dolus=list -ne=vraagwoord (niet vertalen) 23 laborare=hard werken serva=slavin ut=1 zoals 2 + pf zodra iuvat (me) =het doet (me) plezier conspicere, conspicio=zien forma=gestalte, schoonheid quamquam=hoewel deficere, deficio=ontbreken mensa=tafel verti=pf van vertere aspexi=pf van aspicere aspicere, aspicio=bekijken, aankijken cuncti, -ae, -a mv=1 bnw alle 2 znw allen, alles praeterea=bovendien cum voegwoord=wanneer, toen libenter=graag sumpsi=pf van sumere sumere=nemen conspexi=pf van conspicere dives, divit-=rijk possidēre=bezitten nisi=als niet intellegere=begrijpen misericordia=medelijden 24 qui, quae, quod = welke; die, dat mollis, -e = zacht iuvenis, iuvenes = jongeman sensi = pf van sentire sentire = merken, voelen; menen spernere = afwijzen ultro = uit zichzelf nullus, -a, -um = geen repetere = herhalen ultimus, -a, -um = laatste, uiterste movi = pf van movere condidi = pf van condere condere = stichten, verbergen nusquam = nergens repetivi = pf van repetere cupivi = pf van cupere dubitare = aarzelen, twijfelen inquit = hij/zij zegt; hij/zij zei punire = straffen ob +acc = wegens superbia = trots, arrogantie sprevi = pf van spernere imago, imagines = beeld, afbeelding dolor, dolores = pijn, verdriet donec = totdat mutare = veranderen
Ingezonden op 09-05-2016 - 470x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!