Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Spaans 2 keuzevak Hro
› 1 Classe 1 - Werkwoorden (vervoeging) vivir,tener, ir, saber, ver, salir, decir,empezar,dormir, querer
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Spaans 2 keuzevak Hro
, deel 2
1 Classe 1 - Werkwoorden (vervoeging) vivir,tener, ir, saber, ver, salir, decir,empezar,dormir, querer
Jaar 2 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
yo vivo = ik woon tú vives =jij woont él vive =hij woont; zij woont; het woont nosotros vivimos =wij wonen vosotros vivís = jullie wonen ellos viven= zij wonen ik ben =yo soy jij bent=tú eres hij is=él es wij zijn=nosotros somos jullie zijn=vosotros sois zij zijn=ellos son yo tengo = ik heb tú tienes = jij hebt él tiene = hij heeft nosotros tenemos = wij hebben vosotros tenéis = jullie hebben ellos tienen = zij hebben ik ga=yo voy jij gaat=tú vas hij/zij/het gaat=él va wij gaan=nosotros vamos jullie gaan=vosotros vais zij gaan=ellos van yo sé = ik weet tú sabes = jij weet él sabe = hij weet nosotros sabemos = wij weten vosotros sabéis = jullie weten ellos saben = zij weten yo salgo = ik ga uit tú sales = jij vertrekt él sale = hij vertrekt nosotros salimos = wij vertrekken vosotros salís = jullie vertrekken ellos salen = zij vertrekken yo digo = ik zeg tú dices = jij zegt él dice = hij zegt nosotros decimos = wij zeggen vosotros decís = jullie zeggen ellos dicen = zij zeggen ik slaap = yo duermo jij slaapt = tú duermes hij slaapt; zij slaapt; u slaapt = él duerme wij slapen = nosotros dormimos jullie slapen = vosotros dormís zij slapen = ellos duermen ik zie = yo veo jij ziet = tú ves hij ziet = él ve wij zien = nosotros vemos jullie zien = vosotros veis zij zien = ellos ven ik wil = yo quiero jij wilt = tú quieres hij wilt =él quiere wij willen = nosotros queremos jullie willen = vosotros queréis zij willen = ellos quieren ik weet = yo sé jij weet = tú sabes hij weet= él sabe wij weten = nosotros sabimos jullie weten = vosotros sabéis zij weten = ellos saben
Ingezonden op 15-05-2016 - 731x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
18-05-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Keuzevak Spaans 2 van de Hogeschool Rotterdam
Werkwoorden (deel 2) van pagina's 6 en 7 uit de reader (hoofdstuk 1)
vivir,tener, ir, saber, ver, salir, decir, empezar, dormir, querer
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!