Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
taalvaardigheid 2 - UGent
› 22 Verbale communicatie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
taalvaardigheid 2 - UGent
22 Verbale communicatie
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
la domanda = de vraag; het verzoek, de aanvraag domandare = vragen chi[b][u]e[/b][/u]dere qc a qu = iemand iets vragen intervistare = interviewen l’intervista = het interview la vertenza = het geschil la questione = de kwestie, het probleem il questionario = de vragenlijst interrogare qu = iemand overhoren, iemand verhoren l’interrogatorio = het verhoor l’interrogazione (f) = de ondervraging; de overhoring potere = mogen; kunnen risp[b][u]o[/b][/u]ndere a = (be)antwoorden, reageren op la risposta = het antwoord interr[b][u]o[/b][/u]mpere qu/qc = iemand/iets onderbreken tac[b][u]e[/b][/u]re (taccio) = (ver)zwijgen tacitamente = stilzwijgend (bijwoord) la conversazione = het gesprek, de conversatie parlare a qu/con qu = met iemand spreken/praten chiacchierare = praten, kletsen; roddelen le chi[b][u]a[/b][/u]cchiere (pl) = het geklets; de praatjes; de roddels fare quattro chiacchiere = een praatje maken il rid[b][u]i[/b][/u]colo = de belachelijkheid, de bespottelijkheid rid[b][u]i[/b][/u]colo/a = belachelijk, lachwekkend informare qu = iemand informeren/op de hoogte stellen l’informazione (f) = de informatie comunicare qc a qu = iemand iets meedelen il consiglio = de raad(geving), het advies consigliarsi = overleggen met, beraadslagen met il discorso = het gesprek; de toespraak; de kwestie riferire qc a qu (-isc) = iemand iets meedelen/vertellen riferirsi a = betrekking hebben op, verwijzen naar il riferimento = de verwijzing annunciare qu/qc = iemand/iets aankondigen il messaggio = de boodschap, het bericht avvertire = laten weten, waarschuwen indicare qc = iets aanwijzen avvisare qu = iemand waarschuwen/laten weten affermare = verklaren; beweren; bevestigen dichiarare = verklaren, kenbaar maken continuare = doorgaan met, voortzetten disc[b][u]u[/b][/u]tere di qc (con qu) = (met iemand) over iets praten/discussiëren argomentare = beargumenteren, betogen l’argomentazione (f) = de argumentatie, de bewijsvoering l’argomento = het onderwerp, het thema; het argument moderato/a = matig, gematigd trattarsi di = gaan over/om proporre qc a qu = iemand iets voorstellen la proposta = het voorstel sostenere = beweren, volhouden sottoporre qc a qu = iets aan iemand voorleggen raccontare qc a qu = iemand iets vertellen il racconto = het verhaal gridare = roepen, schreeuwen il grido / le grida (quelle umane) - i gridi (quelli degli animali) = de schreeuw, de kreet strillare = schreeuwen, gillen urlare = schreeuwen, brullen conv[b][i]i[/b][/i]ncere qu a fare qc = iemand overtuigen iets te doen convinto/a = overtuigd la convinzione = de overtuiging convincente = overtuigend espr[b][u]i[/b][/u]mere = uitdrukken, verwoorden espr[b][u]i[/b][/u]mersi = zich uitdrukken commentare = (be)commentariëren; (be)kritiseren il commento = het commentaar, de kritiek l’opinione (f) = de mening, de opinie secondo la mia opinione = naar mijn mening augurare qc a qu = iemand iets (toe)wensen gli auguri (pl) = de (beste) wensen tanti auguri per il tuo compleanno = hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag fare gli auguri a qu = iemand gelukwensen/feliciteren l’augurio = de wens congratularsi con qu per qc = iemand met iets feliciteren/gelukwensen le congratulazioni (pl) = de felicitaties, de gelukwensen il complimento = het compliment fare un complimento a qu = iemand een compliment geven fare complimenti = met veel respect, eerbied handelen senza complimenti = vrijuit; zonder beleefdheid; zonder pardon/omwegen, zonder (veel) omhaal che peccato! = wat jammer Poveretto/a = Arme kerel!/ Arme vrouw disperato/a = wanhopig, radeloos disperare = wanhopen, de hoop opgeven la disperazione = de wanhoop, de vertwijfeling il dispiacere = het verdriet, de spijt consolare qu = iemand troosten la consolazione = de troost le condoglianze (pl) = de condoleantie, de deelneming Sentite condoglianze = met deelneming il lutto = de rouw, het sterfgeval pregare qu di fare qc = iemand verzoeken iets te doen raccomandare qc a qu = iemand iets aanraden/aanbevelen la raccomandazione = de raadgeving, de aanbeveling la lettera di raccomandazione = de aanbevelingsbrief per favore = alstublieft/asjeblieft spiegarsi = zich duidelijk uitdrukken desiderare qc = iets graag willen/wensen il desiderio = de wens, het verlangen volere = willen, verlangen, wensen voluto/a = gewild, opzettelijk assolutamente = absoluut, beslist pret[b][u]e[/b][/u]ndere qc da qu = iets van iemand verlangen/eisen la pretesa = de pretentie, de eis senza pretese = pretentieloos ric[b][u]o[/b][/u]rrere a = zich wenden tot; gebruik maken van riferirsi a (-isc) = betrekking hebben op; verwijzen naar dovere = moeten, verschuldigd zijn dovuto/a = verschuldigd, nodig, vereist in modo dovuto = zoals voorgeschreven il dovere = de plicht l’autorità = het gezag, de autoriteit autoritario/a = autoritair l’[b][u]o[/b][/u]rdine (m) = het bevel, de order, de opdracht garantire (-isc) = garanderen, verzekeren la garanz[b][u]i[/b][/u]a = de garantie stabilire (-isc) = vaststellen, bepalen accordare qc = iets overeenkomen/afspreken facilitare qc a qu = iets voor iemand vergemakkelijken la facilitazione = het gemak, het voordeel eseguire = uitvoeren l’esecuzione (f) = de uitvoering obbedire a qu (-isc) = iemand gehoorzamen, naar iemand luisteren obbediente = gehoorzaam, volgzaam l’obbedienza = de gehoorzaamheid, de volgzaamheid guardarsi da = oppassen voor mantenere = handhaven, bewaren il mantenimento = de handhaving, het onderhoud proibire qc a qu (-isc) = iemand verbieden iets te doen proibito/a / vietato/a = verboden (2) il divieto / la proibizione = het verbod (2) il divieto di fumare = het rookverbod vietare = verbieden, weigeren impedire a qu di fare qc (-isc) = iemand verhinderen/beletten iets te doen il permesso = de toestemming permesso/a = toegestaan, geoorloofd perm[b][u]e[/b][/u]ttere qc a qu = iemand toestaan iets te doen la concessione = de toekenning, de verlening conc[b][u]e[/b][/u]dere qc a qu = iemand iets verlenen/ geven/ toestaan autorizzare qu = iemand toestemming geven/machtigen consentire qc a qu = iemand iets toestaan/gunnen approvare qc = iets goedkeuren, instemmen met iets l’approvazione (f) = de instemming, de goedkeuring amm[b][u]e[/b][/u]ttere qc = toelaten tot iets, iets toegeven l’ammissione (f) = de toelating l’aiuto = de hulp, de bijstand richiamare qc = vestigen op iets; iets herinneren attaccare = aanvallen minacciare qu di qc = iemand met iets (be)dreigen minaccioso/a = dreigend la minaccia = de (be)dreiging, het dreigement l’aggressività = de agressiviteit aggressivo/a = agressief l’attacco = de aanval l’insulto; l’offesa = de belediging (2) insultare = beledigen, uitschelden off[b][u]e[/b][/u]ndere = beledigen, kwetsen offensivo/a = beledigend, aanvallend la pol[b][u]e[/b][/u]mica = de polemiek, de discussie, de twist polemizzare = in discussie gaan, polemiseren pol[b][u]e[/b][/u]mico/a = polemisch, strijdend met woorden perdonare qu/qc = iemand/iets vergeven il perdono = de vergeving, de vergiffenis scusare qu/qc = iemand of iets excuseren/verontschuldigen la scusa = het excuus, de verontschuldiging scusarsi = zich excuseren, zich verontschuldigen purtroppo = helaas, jammer genoeg il chiarimento = de opheldering, de uitleg, de verduidelijking chiarire (-isc) = ophelderen, uitleggen, verduidelijken il rapporto = de verhouding, de relatie fraint[b][u]e[/b][/u]ndere = verkeerd begrijpen, misverstaan il malinteso = het misverstand il ringraziamento = het bedanken ringraziare qu di/per qc = iemand bedanken voor iets grazie = bedankt, dank u/je wel grazie mille! = duizendmaal dank! prego = alstublieft/alsjeblieft; niets te danken; tot uw/je dienst; graag gedaan; pardon grato/a = dankbaar la conferma = de bevestiging confermare qc a qu = iemand iets bevestigen il riconoscimento = de herkenning, de erkenning riconoscente = erkentelijk, dankbaar ricon[b][u]o[/b][/u]scere = herkennen, erkennen, toegeven l’interpretazione = de interpretatie, de opvatting interpretare = interpreteren, uitleggen accettare = aannemen, accepteren l’accettazione = het accepteren, de acceptatie d’accordo = akkoord, afgesproken, oké sì = ja, wel paragonare qc/qu a = iets/iemand vergelijken met il paragone = de vergelijking, de parallel assicurare qc a qu = iemand iets verzekeren/garanderen prom[b][u]e[/b][/u]ttere qc a qu = iemand iets beloven la promessa = de belofte una promessa da marinaio = een loze belofte la premessa = de [b][i][u]voor[/b][/i][/u]onderstelling la verità = de waarheid la ripetizione = de herhaling rip[b][u]e[/b][/u]tere qc = iets herhalen citare = citeren, aanhalen; vermelden la citazione = de verwijzing, het citaat svelare = onthullen la rivelazione = de onthulling, de openbaring giurare = zweren, een eed afleggen giuri di dire la verità, nient’altro che la verità = zweert u de waarheid te zeggen en niets dan de waarheid il giuramento = de eed infatti = inderdaad; dan ook, namelijk esatto/a = juist, precies, exact, correct; nauwkeurig l’esattezza = de juistheid, de nauwkeurigheid per l’esattezza = om precies te zijn l’impressione (f) = de indruk imporre di qc a qu = iemand iets opleggen/opdringen la condizione = de voorwaarde, de conditie a condizione che = op voorwaarde dat, mits dubitare di qc/qc = aan iets/iemand twijfelen ammonire qu (-isc) = iemand waarschuwen; iemand berispen criticare qc/qu = iets/iemand bekritiseren la disdetta = = de opzeggingsbrief; het ongeluk, de pech disdire qc = iets afzeggen/annuleren; iets opzeggen resp[b][u]i[/b][/u]ngere = afwijzen, van de hand wijzen la contestazione = de kritiek; het protest contestare qu/qc = protesteren tegen iets/iemand opporsi a = zich verzetten tegen contraddire qu = iemand tegenspreken la contraddizione = de tegenstrijdigheid contraddittorio/a = tegenstrijdig il dubbio = de twijfel, de onzekerheid senza dubbio = zonder twijfel! ongetwijfeld! l’equivoco = het misverstand, de vergissing altrimenti = anders affatto = geheel en al; helemaal niet (in een ontkenning) d’altronde = trouwens, overigens forse = misschien no = nee non = niet mai = ooit, wel eens non … mai = nooit, nimmer niente = niets, niks almeno = ten minste, op zijn minst, minstens l’eccezione (f) = de uitzondering esagerare = overdrijven ingiusto/a = onrechtvaardig l’ingiustizia = het onrecht, de onrechtvaardigheid soddisfare qc/qu = iemand tevreden stellen, voldoen aan iets accontentarsi di = zich tevreden stellen met, genoegen nemen met contento/a = tevreden; blij, vrolijk scontentare qu = iemand ontevreden maken scontento/a = ontevreden, teleurgesteld sfortunato/a = ongelukkig, pech hebbend la sfortuna = de pech basta = genoeg, stop; verder niets, alleen basta così! = Dank u, dat is alles! adesso basta! = Nu is het genoeg! concl[b][u]u[/b][/u]dere = (af)sluiten; tot stand brengen; afmaken la conclusione = de conclusie; het einde, de afloop conclusivo/a = eind-, slot-, afsluitend riass[b][u]u[/b][/u]mere = samenvatten il riassunto = de samenvatting riservarsi qc = zich iets voorbehouden il giudizio = de beoordeling; het oordeel, de mening razionale = redelijk, rationeel; functioneel, praktisch irrazionale = irrationeel; onlogisch l’ip[b][u]o[/b][/u]tesi (f) (inv) = de hypothese, de veronderstelling poss[b][u]i[/b][/u]bile = mogelijk la giustificazione = de rechtvaardiging, het excuus giustificare qc/qu = iets/iemand verdedigen; iets rechtvaardigen giustificarsi = zich verontschuldigen, zich verrechtvaardigen il punto = het punt ad un certo punto = op een bepaald moment consensuale = consensueel (; berustend op wilsovereenstemming) il consenso = de consensus, de overeenstemming prevalente = heersend, gangbaar la prevalenza = de overmacht, de meerderheid in prevalenza = merendeels, voornamelijk prevalere, prevalgo = overheersen, de overhand hebben la considerazione = de beschouwing, de overweging prendere in considerazione = in overweging nemen considerare qu/qc = iemand/iets beschouwen/zien als ritenere (+ cong.) = van oordeel zijn, vinden, beschouwen constatare = constateren la constatazione = de constatering, de vaststelling sembrare = lijken (op) il parere = de mening, het standpunt giudicare = beoordelen; inschatten; houden voor acc[b][u]o[/b][/u]rgersi di qc/qu = iets/iemand opmerken l’accorgimento = de truc, het foefje il caos (inv) = de chaos ca[b][u]o[/b][/u]tico/a = chaotisch l’[b][u]o[/b][/u]rdine (m) = de orde mettersi in ordine = zich opknappen procedere con ordine = overzichtelijk te werk gaan in ordine sparso = verspreid di terz’ordine = derderangs ordinario/a = normaal, gewoon, alledaags indovinare qc = iets raden/voorspellen l’indovinello = het raadsel riguardare qc/qu = iets/iemand betreffen/aangaan naturale = natuurlijk (adjectief) la naturalezza = de echtheid, de ongedwongenheid impostare = opzetten, stellen l’imbecille (m,f) = de imbeciel, de stommeling bene (avv) = goed (bijwoord) buono/a (agg) = goed (adjectief) meglio (avv) = beter (bijwoord) al meglio (nella maniera migliore) = het best (op de beste manier) migliore (agg) = beter, best (adjectief) [b][u]o[/b][/u]ttimo/a = uitstekend, prima, heerlijk, voortreffelijk la meraviglia = de verbazing, de verwondering; het wonder Che meraviglia! = Wat schitterend! meravigliarsi di qc/qu = zich over iets/iemand verbazen l’ammirazione (f) = de bewondering meritare = verdienen, waard zijn il m[b][u]e[/b][/u]rito = de verdienste merit[b][u]e[/b][/u]vole = verdienstelijk; die/dat … verdient splendido/a ; magnifico/a ; meraviglioso/a; magnifico/a = schitterend, prachtig, geweldig (3) eccezionale; straordinario/a = buitengewoon, uitzonderlijk (2) abbastanza = genoeg, voldoende; tamelijk, nogal generale = algemeen l’adattamento = de aanpassing; de bewerking adattarsi a = zich aanpassen aan adatto/a = geschikt, aangewezen corretto/a = juist, correct; eerlijk, fatsoenlijk la correttezza = de correctheid; de eerlijkheid, het fatsoen positivo/a = positief, gunstig volentieri = graag, met genoegen preciso/a = precies, nauwkeurig, duidelijk la precisione = de nauwkeurigheid, de stiptheid il pregio = de waarde, de verdienste pregiato/a = waardevol, kostbaar; geacht, geëerd gi[b][u]u[/b][/u]sto/a = juist, goed; waar; rechtvaardig interessante = interessant l’ideale (m) = het ideaal ideale = ideaal affascinante = fascinerend, betoverend ecc[b][u]e[/b][/u]llere (part. pass. eccelso) = uitmunten, uitblinken eccellente = voortreffelijk, uitmuntend l’eccellenza = de voortreffelijkheid; de uitmuntendheid per eccellenza = bij uitstek impressionante = indrukwekkend chiaro/a = helder, duidelijk la chiarezza = de helderheid, de duidelijkheid bravo/a = goed, knap, bekwaam l’entusiasmo = het enthousiasme, de geestdrift entusiasmare = enthousiast maken entusiasmante = spannend, opwindend gradire qc (-isc) = iets waarderen, iets wensen grad[b][u]e[/b][/u]vole / piac[b][u]e[/b][/u]vole = aangenaam, plezierig, prettig (2) il gradimento = de tevredenheid, de goedkeuring [b][u]u[/b][/u]tile = nuttig, bruikbaar tornare utile = van pas komen soddisfatto/a = tevreden, voldaan la soddisfazione = de voldoening; de genoegdoening, het genoegen il vantaggio = het voordeel vantaggioso/a = voordelig, gunstig adeguato/a = in overeenstemming met; adequaat convenire = overeenkomen, het eens worden over conveniente = gepast, voordelig, gunstig preferire (-isc) = liever doen/willen/hebben; verkiezen, de voorkeur geven la preferenza = de voorkeur, de voorliefde prefer[b][u]i[/b][/u]bile = te verkiezen, beter preferibilmente = bij voorkeur, liever cattivo/a = slecht; gemeen, niet aardig la cattiveria = de boosaardigheid; de slechtheid l’impazienza = het ongeduld impaziente = ongeduldig insopport[b][u]a[/b][/u]bile = onverdraaglijk, onuitstaanbaar vigliacco/a = laf la vigliaccher[b][u]i[/b][/u]a = de lafheid spaventarsi = bang worden, schrikken spaventare = bang maken, laten schrikken spaventoso/a = verschrikkelijk, ontzettend lo spavento = de schrik, de angst male (avv) = slecht, verkeerd (bijwoord) peggio (avv) = slechter, erger; slechts, ergst (bijwoord) peggiore (agg) = slechter, erger; slechtst, ergst (adjectief) p[b][u]e[/b][/u]ssimo/a = zeer slecht (overtreffende trap) che schifo! = Wat smerig! sup[b][u]e[/b][/u]rfluo/a = overbodig scorretto/a = oneerlijk, niet correct la scorrettezza = de oneerlijkheid, de onjuistheid brontolare = mopperen, brommen la lamentela = de klacht il lamento = de klacht; het gejammer negativo/a = negatief svantaggioso = nadelig spiac[b][u]e[/b][/u]vole / sgrad[b][u]e[/b][/u]vole = onaangenaam, vervelend, onprettig (2) contrario = tegengesteld, tegen(-); nadelig, ongunstig viceversa = vice versa, omgekeerd imposs[b][u]i[/b][/u]bile = onmogelijk, ondenkbaar l’impossibilità = de onmogelijkheid sc[b][u]e[/b][/u]ttico/a = sceptisch lo scetticismo = het scepticisme spreg[b][u]e[/b][/u]vole = verachtelijk, verwerpelijk disprezzare qc/qu = iets/iemand verachten/minachten il disprezzo = de minachting, de verachting in[b][u]u[/b][/u]tile = nutteloos, zinloos; vergeefs eventuale = eventueel necessario/a = nodig, noodzakelijk la necessità = de noodzaak strano/a = vreemd, raar la stranezza = de eigenaardigheid, het vreemde amb[b][u]i[/b][/u]guo/a = dubbelzinnig, halfslachtig ill[b][u]u[/b][/u]dersi = zich iets wijs maken, zich illusies maken l’illusione = de illusie incred[b][u]i[/b][/u]bile = ongelofelijk, onvoorstelbaar incr[b][u]e[/b][/u]dulo/a = ongelovig l’incredulità (f) = de ongelovigheid la lusinga = de vleierij, het gevlei lusingare qu = iemand vleien tr[b][u]a[/b][/u]gico/a = tragisch assurdo/a = absurd, idioot rinunciare a qu/qc = van iets afzien; iets/iemand opgeven la rinuncia = het afzien van, het opgeven penoso/a = erbarmelijk, pijnlijk la pena = de pijn, het verdriet la pietà = het medelijden pietoso/a = medelijdend spietato/a = meedogenloos, wreed lamentarsi di = klagen, zijn beklag doen over il rimpr[b][u]o[/b][/u]vero = het verwijt rimproverare qc a qu = iemand iets verwijten resp[b][u]i[/b][/u]ngere qc/qu = iets/iemand afwijzen/afweren la respinta = het afwijzen la protesta = het protest protestare = protesteren acceso/a = fel, verhit animato/a = gedreven, bezield; geanimeerd, levendig
Ingezonden op 22-05-2016 - 853x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
19-06-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!