Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Kanters
› 9 blz. 24 25 31
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Kanters
9 blz. 24 25 31
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
doceo, docere, docui, doctum = leren; onderwijzen doleo, dolere, dolui = treuren; bedroefd zijn dolor, doloris = pijn, verdriet dolus = list dominus = heer; meester domus = huis domui = thuis domo = van huis domum = naar huis donec +ind = zolang als; totdat donec + conj = opdat intussen dono, donare = schenken donum = geschenk dubito, dubitare = twijfelen, aarzelen dubius = twijfelachtig; twijfelend dulcis = zoet; lieflijk; heerlijk dum + ind = terwijl, zolang als dum + conj = totdat, mits dommodo +conj = mits; als ... maar duo = twee ducenti = tweehonderd duodecim = twaalf durus = hard dux, ducis = aanvoerder, gids; leider, gids duco, ducere, duxi, ductum = leiden, menen; voeren, menen adduco = leiden naar; brengen tot conduco = bijeenbrengen, huren deduco = naar beneden leiden, wegleiden educo = naar buiten leiden; uitrukken induco = binnenleiden; brengen tot perduco = brengen tot produco = te voorschijn brengen reduco = terugbrengen; terugleiden traduco = overzetten finis, finis = grens, gebied; eind, gebied finitimus = aangrenzend, verwant; naburig, verwant fio, fieri, factus sum = worden, gemaakt worden, gebeuren firmus = flink; stevig; sterk firmo, firmare = versterken; verstevigen infirmus = zwak confirmo, confirmare = versterken; bevestigen flagitium = schanddaad flamma = vlam; vuur flecto, flexi, flexum = buigen floreo, florui = bloeien fluo, fluere, fluxi = stromen fluctus, fluctus = vloed, golf flumen, fluminis = rivier foedus, foederis = verdrag; verbond forma = gestalte; schoonheid fors, fortis = toeval forte = toevallig fortasse = misschien fortis = sterk; dapper fortuna = lot, geluk, ongeluk, bezit forum = markt; marktplein fossa = gracht frango, fregi, fractum = breken frater, fratris = broer
Ingezonden op 25-05-2016 - 615x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!