Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grieks Homerus
› 2 SO 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grieks Homerus
2 SO 2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
εγω =ik συ=jij, u ἡμεις=wij ὑμεις = jullie, u αὐτου = hij, het αὐτης=zij αὐτων=zij αὐτός = zelf αὐτη = zelf αὐτό = zelf ὁ αὑτος = dezelfde ὁ αὐτος = dezelfde του ταὐτου = dezelfde τᾥ ταὐτᾥ = dezelfde οι αὐτοι = dezelfde οι αὑτοι = dezelfde η αὐτη = dezelfde η αὑτη = dezelfde τᾕ αυτᾕ = dezelfde τᾕ ταυτᾓ = dezelfde αι αὐται = dezelfde αι αὑται =dezelfde το αὐτο = dezelfde ταυτο=dezelfde ταυτον=dezelfde ταυτου=dezelfde ταυτᾥ=dezelfde τα αὐτα=dezelfde ταυτα=dezelfde (nom/acc onz MV) ὁδε =deze, dit ἡδε=deze, dit τοδε=deze, dit οὑτος = die, dat αὑτη = die, dat τουτο = die, dat εικεινος = die, dat εκεινη = die, dat εκεινο = die, dat οἱδε = deze, dit αἱδε = deze, dit ταδε = deze, dit οὑτοι = die, dat αὑται = die, dat εκεινοι = die, dat εκειναι = die, dat εκεινα = die, dat τοιοσδε = zodanig τοιαδε = zodanig τοιονδε= zodanig τοιούτος = zodanig τοιαυτη = zodanig τοιουτο = zodanig τοιοιδε = zodanig τοιαιδε = zodanig τοιούτοι = zodanig τοιαυται = zodanig τοιαυτα = zodanig τοσοσδε = zo groot τοσηδε = zo groot τοσονδε = zo groot τοσοιδε = zoveel τοσαιδε = zoveel τοσαδε = zoveel τοσουτος = zo groot τοσαυτη=zo groot τοσαυτο = zo groot τοσουτοι = zoveel τοσαυται = zoveel τοσαυτα = zoveel εμαυτου= mijzelf ἡμων = onzelfs ἐμαυτης = mijzelf σ(ε)αυτου = jouzelf, uzelf ὑμων = julliezelf, uzelf σ(ε)αυτης = jouzelf/uzelf ἑαυτου = zich(zelf) ἑαυτων =zich(zelf) ἑαυτης = zich(zelf) ἐαυτων=zich(zelf) αὑτου=zich(zelf) αὑτης=zich(zelf) αὑτᾥ=zich(zelf) αὑτᾕ=zich(zelf) αὑτον=zich(zelf) αὑτην=zich(zelf) αὑτο=zich(zelf) αὑτων=zich(zelf) αὑτοις=zich(zelf) αὑταις=zich(zelf) αὑτους=zich(zelf) αὑτας=zich(zelf) αὑτα=zich(zelf) αλληλων = elkaar τίς= wie, welk(e) τί = wat, welk(e) τις = iemand, een of ander(e) τινες = sommige(n) τι = iets, een of ander(e) ουδεις = geen enkele μηδεις = geen enkele ουδεμια = geen enkele μηδεμια = geen enkele ουδεν = geen enkele μηδεν = geen enkele ὁστις = degene die οἱτινες = degene die αἱτινες = degene die ἁτινα = degene die ἡτις = degene die ὁ τι/ὁτι = al wat ὁτου = al wat ὁτᾥ = al wat ὁτων = al wat ὁτοις = al wat ἁττα = al wat εἱς = een μια = een ἑν=een δυο=twee τρεις = drie τρια = drie τετταρες = vier τετταρα=vier
Ingezonden op 26-05-2016 - 423x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!