Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
taalvaardigheid 2 - UGent
› 19 Tijd en ruimte
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
taalvaardigheid 2 - UGent
19 Tijd en ruimte
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
la settimana = week (il) lunedì = maandag (il) martedì = dinsdag (il) mercoledì = woensdag (il) giovedì = donderdag (il) venerdì = vrijdag (il) s[b][u]a[/b][/u]bato = zaterdag (la) dom[b][u]e[/b][/u]nica = zondag il fine settimana = het weekend, het weekeinde scorso/a = vorig, afgelopen odierno/a = huidig, tegenwoordig pr[b][u]o[/b][/u]ssimo/a = volgende, volgend la data = datum fissare la data = een datum afspreken il giorno = de dag il giorno feriale = de werkdag il giorno festivo = de feestdag la giornata = de dag (duur) seguire = volgen, volgen op, komen na il s[b][u]e[/b][/u]guito = het vervolg seguente = volgend, navolgend oggi = vandaag, tegenwoordig ieri = gisteren domani = morgen ieri l'altro/l'altro ieri = eergisteren l'altro giorno = eergisteren, een paar dagen geleden dopodomani = overmorgen la mattina, il mattino = de ochtend, de morgen (tijdsaanduiding) (2) di mattina = ’s ochtends, ‘s morgens stamattina = vanochtend, vanmorgen l'alba = dageraad, aanbreken van de dag, de morgenschemering alzarsi all’alba = voor dag en dauw opstaan il s[b][u]o[/b][/u]rgere del sole = de zonsopgang Il buon giorno si vede dal mattino = je kunt zien hoe iets afloopt aan hoe het begint la mattinata = de ochtend (dagdeel) il mezzogiorno = het middaguur, 12 uur ‘s middags il pomeriggio = de (na)middag il crep[b][u]u[/b][/u]scolo = de (avond)schemering, het schemerlicht il tramonto = de zonsondergang la sera = de avond stasera = vanavond la notte = de nacht stanotte = vannacht diurno/a = dag-, van de dag notturno/a = nacht-, nachtelijk la mezzanotte = (de) middernacht l'ora = het uur, de tijd la mezz’ora = het halfuur il quarto (d’ora) = het kwartier il minuto = de minuut aspettare altri 5 minuti = nog 5 minuten (langer) wachten ogni = elk, ieder il secondo = de seconde e = over (bij klokkijken) meno = voor (bij klokkijken) fra = over (bij tijdsaanduidingen) fa = geleden (bij tijdsaanduidingen) meno un quarto = kwart voor e un quarto = kwart over (e) mezzo, mezza = half sc[b][u]o[/b][/u]rrere = verstrijken, voorbijgaan trasc[b][u]o[/b][/u]rrere = doorbrengen, voorbijgaan, verstrijken trattenersi = zich ophouden, ergens blijven l'ora solare = de zonnetijd, de wintertijd l'ora legale = de zomertijd l’orologio = het horloge, de klok, het uurwerk regolare l'orologio = het horloge gelijkzetten, de klok gelijkzetten andare avanti = voorlopen (uurwerk) andare indietro = achterlopen (uurwerk) il mese = de maand mensile = maandelijks, maand- l'anno = het jaar annuale = jaarlijks, jaar- annuo/a = jaar- gennaio = januari febbraio = februari marzo = maart aprile = april maggio = mei giugno = juni luglio = juli agosto = augustus settembre = september ottobre = oktober novembre = november dicembre = december stagionale = seizoen-, van het seizoen la stagione = het seizoen, het jaargetijde la primavera = de lente, het voorjaar primaverile = lente-, voorjaars- l'estate (f) = de zomer estivo/a = zomer-, zomers l'autunno = de herfst, het najaar autunnale = herfst- l'inverno = de winter invernale = winter-, winters terminare = (be)eindigen, afmaken tardi = (te) laat in fondo a = achter in, aan het einde van (vb. op het einde van de straat) dietro = achterin, (er)achter (vb. de tuin is achter het huis) indietro = achteruit, terug (vb. het uur achteruit zetten) già = al, reeds sempre = altijd, (nog) steeds cominciare (a fare qc) = beginnen (iets te doen) iniziare = beginnen, starten giù = beneden, naar beneden sotto = beneden, onder, van onderen (vb een kussen onder het hoofd) dentro = binnen, in (vb in huis) sopra = boven, bovenop, bovenin, bovenaan (vb boven het hoofd) (al di) fuori di = buiten (vb buiten het huis) là = daar lì = daar, er lassù = daarboven laggiù = daarginds, daar beneden allora = dan, toen, destijds poi = dan, vervolgens, daarna, later l’indicazione (f) = de aanwijzing il retro = de achterkant la lontananza = de afstand, de afwezigheid il fondo = de bodem, de achtergrond il s[b][u]e[/b][/u]colo = de eeuw l’eternità = de eeuwigheid la fretta = de haast Quanti ne abbiamo oggi? Oggi è il 10 = De hoeveelste is het vandaag? Vandaag is het de 10de la parte = de kant, de richting ultimamente = de laatste tijd, onlangs, recentelijk la sinistra = de linkerkant l’or[b][u]i[/b][/u]gine = de oorsprong, de bron, de afkomst la pausa = de pauze, de rust la freccia = de pijl, de richtingaanwijzer la località = de plaats, de ligging il luogo = de plaats, de plek la destra = de rechterkant la direzione = de richting il tempo = de tijd il futuro = de toekomst l'avvenire (m) = de toekomst il frattempo = de tussentijd il davanti = de voorkant il lato = de zijde, de kant andare avanti = doorgaan, doorlopen, doorrijden girare = draaien, afslaan prima = eerder, eerst, vroeger eterno/a = eeuwig finalmente / infine = eindelijk, ten slotte (2) da qualche parte = ergens, ergens heen impiegare = erover doen, gebruiken l'inizio = het begin, de aanvang il decennio = het decennium la meta = het doel, de bestemming il presente = het heden il millennio = het millennium l'[b][u]a[/b][/u]ttimo = het momentje, het ogenblikje l'istante (m) = het ogenblik, het moment il passato = het verleden qui/qua = hier (2) ecco = hier is, hier zijn, daar heb je Che ora è?/Che ore sone? Sono le… = Hoe laat is het? Het is… orizzontale = horizontaal presente = huidig, aanwezig indicare qu/qc = iemand/iets aanwijzen In futuro… = In de toekomst … in mezzo a = in het midden van, te midden van nel frattempo = intussen breve = kort moment[b][u]a[/b][/u]neo/a = kortstondig, voorbijgaand [b][u]u[/b][/u]ltimo/a = laatst, meest recent (adjectief) sinistro/a = linker-, links s[b][u]u[/b][/u]bito = meteen, onmiddellijk il momento = moment, ogenblik dopo = na, straks, later, daarna (vb na het eten) accanto a = naast (vb naast het huis) da nessuna parte = nergens, nergens heen ancora = nog (steeds), nog eens adesso / ora = nu, zo (meteen) (2) orm[b][u]a[/b][/u]i = onderhand, inmiddels, reeds, op dit moment, langzamerhand intanto = ondertussen, inmiddels originario/a = oorspronkelijk, afkomstig uit terz[b][u]u[/b][/u]ltimo/a = op twee na laatst su = op, (naar) boven finire di fare qc = ophouden met iets te doen, klaar zijn met iets finire (-isc) = ophouden, afmaken, ophouden met, beëindigen destro/a = rechter-, rechts presto = snel, vroeg qualche volta / ogni tanto / a volte = soms, een enkele keer / af en toe, nu en dan (3) tardare = te laat zijn, talmen di fronte a = tegenover (vb tegenover het huis) opposto/a = tegenovergelegen, tegenovergesteld tornare = terugkeren, terugkomen, teruggaan intanto che / mentre = terwijl, gedurende (2) provvisorio / tempor[b][u]a[/b][/u]neo/a = tijdelijk, voorlopig (2) futuro/a = toekomstig, komend assegnare = toewijzen, toekennen finora = tot nu toe fuori = uit, buiten, eruit, naar buiten spesso = vaak, dikwijls passato/a = verleden, vorig vericale = verticaal, loodrecht ritardare = vertragen, vertraagd zijn, laat zijn davanti a = voor (plaatsaanduiding) (vb voor het huis) prima di = voor (tijd), alvorens te pen[b][u]u[/b][/u]ltimo/a = voorlaatst,(op) één na laatst avanti = vooruit, verder, voor, door- In passato,… = Vroeger,… dove = waar, waarheen att[b][u]e[/b][/u]ndere = wachten aspettare = wachten (op), verwachten Che giorno è oggi? Oggi è sabato = Wat voor dag is het vandaag? Vandaag is het zaterdag trovarsi = zich bevinden, elkaar treffen, zijn, voorkomen spostarsi = zich verplaatsen, opschuiven, reizen allontanarsi da = zich verwijderen van, weggaan van, afstand nemen van il primo maggio, il due maggio, il trentun maggio = 1 mei, 2 mei, 31 mei il servizio notturno = de nachtdienst i dati = de gegevens, de data le ottobrate romane (pl) = de Romeinse nazomerdagen
Ingezonden op 29-05-2016 - 979x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
03-06-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!