Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
bovenbouw Van alles en nog meer
› 15 Spaans alles Modulo 15 en 16
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
bovenbouw Van alles en nog meer
15 Spaans alles Modulo 15 en 16
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
acercarse = naderen; dichterbij komen las vacaciones = de vakantie las Navidad = Kerstmis las Islas Canarias = de Canarische eilanden brillar = schitteren; schijnen nada = niets; helemaal niet la temperatura = de temperatuur agradable = aangenaam un poco = een beetje poco; poca = weinig bajar de = dalen onder el grado = de graad está lloviendo = het is aan het regenen llover a cántaros = gieten el agua = het water caer = vallen estar helado; estar helada = ijskoud zijn alcanzar = bereiken subir = stijgen llegar a = bereiken la mínima = de minimumtemperatuur haber = zijn el chubasco = de regenbui corto; corta = kort no hace nada de viento = het waait helemaal niet; het is windstil durante el día = overdag de corta duración = van korte duur la television = de televisie si = of adivinar = raden los hijos = de kinderen la boda = de bruiloft el tío = de oom como = daar; omdat estar sentado; estar sentada = zitten la mesa = de tafel aburrirse = zich vervelen decidir = besluiten; beslissen el juego = het spel te = aan jou hacer preguntas = vragen stellen la pregunta = de vraag la persona = de persoon el hombre = de man alto; alta = groot gordo; gorda = dik delgado; delgada = mager; slank estar = zijn delgadísimo; delgdísima = zeer mager mayor = oud; bejaard la cana = het grijs haar ni nada = helemaal niet pecoso; pecosa = vol met sproeten el pelo = het haar rubio; rubia = blond el ojo = het oog azul = blauw el carácter = het karakter meticuloso; meticulosa = nauwgezet trabajador; trabajora = ijverig el hijo = de zoon el/la cantante; el cantante; la cantante = de zanger(es); de zanger; de zangeres moreno; morena = donker; zwart {uiterlijk} oscuro; oscura = donker la ceja = de wenkbrauw seductor; seductora = verleidelijk la sonrisa = de glimlach monstrar = tonen el diente = de tand blanco; blanca = wit el aire = het aanzien juvenil = jeugdig sano; sana = gezond optimista = optimistisch bromista = dol op grappen adorar = dol zijn op; vereren el cine = de film No tiene canas ni nada. = Hij heeft helemaal geen grijs haar. Le dan un aire juvenil. = Ze maken dat hij er jeugdig uitziet. Hace rato que... = Het is lang geleden dat... De maximumtemperatuur bedraagt dertig graden. = La temperatura máxima es de 30 grados. licht bewolkt = parcialmente soleado overwegend zonnig weer = predomina el tiempo soleado de weersvoorspelling = el pronóstico del tiempo Het is drukkend. = Hace bochorno. Morgen gaat het onweren. = Mañana va a haber tormenta. de hittegolf = la ola de calor het onweer, de storm = la tormenta, la tempestad de regen = la lluvia de sneeuw = la nieve de vorst = la helada de wolk = la nube aantrekkelijk = atractivo; atractiva elegant = elegante jong = joven kaal = calvo; calva klein = bajo; baja knap = guapo; guapa lelijk = feo; fea oud = viejo; vieja Uiteraard. = Por supuesto. Helemaal niet! = ¡En absoluto! Natuurlijk wel.; Natuurlijk niet.; Natuurlijk wel/niet. = Claro que sí/no.; Claro no.; Claro sí Je hebt gelijk. = Tienes razón. Het is zeker/waar.; Het is zeker.; Het is waar. = Es cierto.; Es verdad. Het is (niet) waar.; Het is waar.; Het is niet waar. = (No) es verdad.; Es verdad.; No es verdad. Je hebt het mis. = Estás equivocado; Estás equivocada Nee, joh, echt niet! = ¡No, hombre, no! Helemaal niet. = Ni mucho menos. Ze heeft halflang bruin haar. = Tiene una media melena castaña. Hij is kaal, maar hij heeft een baard. = Es calvo, pero lleva barba. De bruid is mollig.; De bruid is volslank.; De bruid is mollig/volslank. = La novia está rechoncha/regordeta.; La novia está rechoncha; La novia está rechoncha/regordeta. Ze heeft bruine ogen. = Tiene los ojos castaños/marrones. De bruidegom heeft een snor. = El novio lleva bigote. ambicioso; ambiciosa = ambitieus triste = droevig; somber grappig = divertido; divertida vago; vaga = lui moderno; moderna = modern el perfeccionista; la perfeccionista = de perfectionist; de perfectioniste hablador; habladora = spraakzaam tradicional = tradioneel
Ingezonden op 31-05-2016 - 1010x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!